In het Boek van Mormon is sprake van een cirkelgang die aan de opkomst en ondergang van volken en personen ten grondslag ligt. Die cirkelgang komt heel duidelijk tot uiting in Helaman 3–12 en in 3 Nephi 5–9. Mormon vatte die cirkelgang samen in Helaman 12:2–6. U ziet dat de Nephieten in relatief korte tijd van goddeloosheid overgaan naar rechtschapenheid en weer tot goddeloosheid vervallen. Die tragische cirkelgang deed zich ook onder het Jareditische volk voor. De volgende illustratie toont de cirkelgang van rechtschapenheid en goddeloosheid die zich in de boeken Helaman en 3 Nephi herhaalt: