Hoofdstuk 3
1 Nephi 6–11
Inleiding
Nephi schreef om de mens ertoe te bewegen tot Christus te komen (zie 1 Nephi 6:3–4). Probeer, terwijl u 1 Nephi 6–11 bestudeert, te begrijpen hoe Nephi’s geschriften aan dit doel voldoen. U zult in het bijzonder opmerken dat het visioen van de boom des levens een getuigenis van de liefde Gods en de zending van de Heiland is. Nephi ontving dit visioen als gevolg van zijn rechtvaardige verlangens en bereidwilligheid om gehoorzaam te zijn. Als u uw verlangens en daden, zoals Nephi, afstemt op de wil van de Heer kunt u ook persoonlijke openbaring ontvangen ‘door de macht van de Heilige Geest’ (1 Nephi 10:19).
Toelichting
1 Nephi 6:4. ‘Mijn gehele oogmerk’
-
Nephi’s motief om te schrijven was mensen tot Jezus Christus te brengen, zodat ze konden worden gered. President Ezra Taft Benson (1899–1994) heeft uitgelegd hoe het Boek van Mormon dit belangrijke doel verwezenlijkt: ‘Het Boek van Mormon brengt mensen tot Christus. (…) Het vertelt op een eenvoudige manier over Christus en zijn evangelie. Het getuigt van zijn goddelijke natuur en van de noodzaak van een Verlosser op wie wij moeten vertrouwen. Het getuigt van de val, de verzoening en de fundamentele beginselen van het evangelie, waaronder de noodzaak van een gebroken hart, een verslagen geest en een geestelijke wedergeboorte. Het verkondigt dat we in rechtschapenheid tot het einde moeten volharden en als heilige een deugdzaam leven moeten leiden’ (‘We Add Our Witness’, Ensign, maart 1989, p. 5).
-
President Benson heeft uitgelegd dat de zinsnede ‘de God van Abraham, en de God van Isaak, en de God van Jakob’ naar de Heiland verwijst: ‘We moeten in gedachten houden wie Jezus was voordat Hij werd geboren. Hij was de Schepper van alle dingen, de grote Jehova, het Lam dat geslacht is vóór de grondlegging van de wereld, de God van Abraham, Isaak en Jakob. Hij was en is de Heilige Israëls’ (‘Five Marks of the Divinity of Jesus Christ’, Ensign, december 2001, p. 10).
1 Nephi 7:1. ‘Om voor de Heer nageslacht te verwekken’
-
De zoons en dochters van Lehi en Ismaël zouden trouwen en kinderen grootbrengen ‘voor de Heer (…) in het land van belofte’ (1 Nephi 7:1). Rechtschapen gezinnen maken een wezenlijk deel uit van de goddelijke doelen van de Heer. Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hebben verklaard dat ‘het huwelijk tussen man en vrouw van Godswege is geboden en dat het gezin centraal staat in het plan van de Schepper voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen. (…)
‘Het eerste gebod dat God aan Adam en Eva gaf, had betrekking op hun vermogen om als man en vrouw kinderen te krijgen. Wij verklaren dat Gods gebod aan zijn kinderen om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen van kracht blijft’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1996, p. 93).
-
President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft getuigd dat vreugde voortvloeit uit het volgen van het goddelijke patroon voor het ouderschap:
‘Ons lot is zo vastgelegd dat de man slechts volledige vervulling kan vinden en het goddelijke doel van zijn schepping kan verwezenlijken met een vrouw met wie hij wettig getrouwd is. De vereniging van man en vrouw brengt baby’s voort, die het wankele voetpad naar de sterfelijkheid oversteken.
‘Dit goddelijke patroon is ingesteld en het evangelie is ontwikkeld “voordat de wereld gemaakt werd” (LV 49:17). Het plan voorziet erin dat wij in een sterfelijk lichaam in de wereld komen. Het is “het grote plan van geluk” (Alma 42:8). Wij hebben het niet bedacht. Als we dit patroon volgen, zullen geluk en vreugde ons deel worden’ (Children of God [BYU Women’s Conference, 5 mei 2006], pp. 5–6).
1 Nephi 7:2. Ismaël stamt van Efraïm af
-
Het Boek van Mormon wordt soms het ‘hout van Jozef’ genoemd (Ezechiël 37:19) en soms ook het ‘hout van Efraïm’ (LV 27:5). Lehi was een afstammeling van Manasse (zie Alma 10:3) en Ismaël was een afstammeling van Efraïm. De profetieën van Jakob (zie Genesis 48:16; 49:22) gingen in vervulling toen de kinderen van Ismaël (Efraïm) met Lehi (Manasse) naar het Amerikaanse continent gingen.
Ouderling Erastus Snow (1818–1888) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het belang van Ismaëls afstamming besproken: ‘Wie het Boek van Mormon aandachtig hebben gelezen, weten dat de overblijfselen van het huis van Jozef op het Amerikaanse continent woonden; en dat Lehi door zijn studie van de kronieken van zijn vaderen, die op de platen van koper waren geschreven, ontdekte dat hij van Manasse afstamde. De profeet Joseph heeft ons verteld dat de kroniek van Lehi op de 116 bladzijden stond die het eerst vertaald werden, waarna ze werden gestolen, en waarvan we een uittreksel hebben in het eerste Boek van Nephi, wat de persoonlijke kroniek van Nephi is, die zelf van Manasse afstamde; maar dat Ismaël van Efraïm afstamde, en dat zijn zoons de dochters van Lehi trouwden, en Lehi’s zoons de dochters van Ismaël, waarmee deze woorden van Jakob tegen Efraïm en Manasse in het 48ste hoofdstuk van Genesis in vervulling gingen: “Zodat in hen mijn naam en die van mijn vaderen Abraham en Isaak voortleven en zij in menigte mogen toenemen in het land.” Aldus verenigden deze afstammelingen van Manasse en Efraïm zich op dit Amerikaanse continent’ (Daniel H. Ludlow, A Companion to Your Study of the Book of Mormon [1976], p. 199).
-
Raadpleeg het schema ‘Het hout van Juda en het hout van Jozef’ in het aanhangsel (p. 435).
1 Nephi 7:14. Een van de gevolgen als we de profeten verwerpen
-
Nephi legde uit dat de Joden in Jeruzalem in zijn tijd God verwierpen. Het gevolg daarvan was dat de Geest des Heren niet langer bij hen zou zijn. Als het volk van de Heer zijn profeten verwerpt, worden de profeten uit hun midden weggenomen, waarna er rampspoed volgt (zie 1 Nephi 3:17–18; Helaman 13:24–27). ‘Wanneer de Geest ophoudt met de mens te twisten, volgt een snelle vernietiging’ (2 Nephi 26:11). Dat was het geval in de tijd van Noach (zie Mozes 8:17), bij de Nephieten (zie Mormon 5:16), en bij de Jaredieten (zie Ether 15:19). Dezelfde waarschuwing is in de laatste dagen gegeven (zie LV 1:33).
1 Nephi 7:15. ‘Indien gij dat verkiest’
-
Laman en mensen die door hem beïnvloed werden, waren geen gevangenen op de reis naar het land van belofte. Nephi beantwoordde hun wens om terug te keren naar Jeruzalem met de volgende fundamentele leer: ‘Indien gij dat verkiest’ (1 Nephi 7:15). President Thomas S. Monson heeft verklaard: ‘Wij moeten allemaal beslissingen nemen. U kunt u afvragen: “Zijn beslissingen echt zo belangrijk?” Ik zeg: beslissingen bepalen uw bestemming. Je kunt geen eeuwige beslissingen nemen zonder eeuwige gevolgen’ (zie ‘Paden tot volmaking’, Liahona, mei 2002, p. 100).
Nephi waarschuwde zijn broers en wie met hen mee wilden gaan dat ze zouden omkomen als ze naar Jeruzalem zouden teruggaan. Verblind door hardvochtigheid en ongehoorzaamheid zagen zij die tegen Lehi en Nephi in opstand kwamen niet de waarheid in van Lehi’s profetieën aangaande de verwoesting van Jeruzalem. Toen de stad vlak na het vertrek van Lehi’s groep door de Babyloniërs werd belegerd, was er volgens de Bijbel ‘geen brood meer […] voor het volk des lands’, werd er ‘een bres in de stadsmuur geslagen’, en werd Sedekia’s leger verstrooid (zie 2 Koningen 25:1–7). Als Laman en Lemuël naar Jeruzalem waren teruggekeerd, zounden ze zijn gevangengenomen of gedood. Maar omdat zij ervoor kozen Lehi en Nephi te volgen, genoten zij de vruchten en honing van het land Overvloed terwijl zij zich voorbereidden op een erfdeel in het land van belofte (zie 1 Nephi 17:3–6).
1 Nephi 7:17–19. Bevrijd van banden
-
Ouderling Gene R. Cook van de Zeventig heeft uitgelegd dat ook wij, evenals Nephi, van onze banden kunnen worden bevrijd door het gelovige gebed: ‘Merk op dat zij [Nephi, Alma en Amulek] geen geloof hadden in hun eigen kracht, zij vertrouwden op de Heer en steunden op zijn kracht. Het is ons geloof in Christus dat ons van onze banden zal bevrijden; het is ons groeiende geloof in Christus dat ons meer macht in gebed geeft’ (Receiving Answers to Our Prayers [1996], p. 18).
1 Nephi 8:4–35. Het visioen van de boom des levens
-
Het volgende overzicht geeft deels weer wat Nephi van de droom van zijn vader leerde:
Symbool uit Lehi’s droom (1 Nephi 8)
Uitleg die Nephi ontving (1 Nephi 11–12)
De boom met witte vruchten (zie de verzen 10–11)
De liefde Gods, die Hij toonde door zijn Zoon onze Heiland te laten zijn (zie 11:21–25; ‘de boom des levens’ genoemd in 15:22)
De diepten der hel waarin de goddelozen vallen (zie 12:16; ‘vuilheid’ genoemd in 15:27)
De roede van ijzer (zie vers 19)
Het woord Gods, dat naar de boom des levens leidt (zie 11:25)
De mist van duisternis (zie vers 23)
De verzoekingen van de duivel, die mensen verblinden, zodat ze verdwalen en de boom niet kunnen vinden (zie 12:17)
Het grote en ruime gebouw in de lucht (zie vers 26)
De hoogmoed en ijdele inbeeldingen van de wereld (zie 11:36; 12:18)
Mensen die het pad naar de boom opgaan, maar in de mist afdwalen (zie de verzen 21–23)
Nephi zag de volgende groepen mensen in de droom:
-
Menigten die Jezus hoorden maar ‘Hem uit hun midden wierpen’ (11:28)
-
Mensen die Jezus kruisigden, zelfs nadat Hij zieken had genezen en duivelen had uitgeworpen (zie 11:31–33)
-
Menigten die samenkwamen in een groot en ruim gebouw om tegen de twaalf apostelen van het Lam te strijden (zie 11:34–36)
-
De Nephieten en Lamanieten die tegen elkaar ten strijde trokken en op het slagveld sneuvelden (zie 12:1–4, 13–15)
-
Nephieten die, vanwege hoogmoed, werden gedood door de Lamanieten en verkommerden in ongeloof (zie 12:19–23)
Mensen die de boom bereiken (en van de vrucht proeven) door zich vast te houden aan de roede, maar afdwalen als ze worden bespot (zie de verzen 24–25, 28)
Mensen die liever in het grote en ruime gebouw zijn dan bij de boom (zie de verzen 26–27, 31–33)
Mensen die zich aan de roede vasthielden en van de vrucht proefden; zij negeerden de spotters en dwaalden niet af (zie de verzen 30, 33)
Zij die nemen van de grootste van alle gaven Gods — het eeuwige leven (zie 15:36)
-
1 Nephi 8:10–12; 11:8–25. De boom des levens als symbool van Jezus Christus en zijn verzoening
-
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verklaard dat de boom des levens de Heiland en zijn verzoening voorstelt: ‘De Geest maakte duidelijk dat de boom des levens en zijn kostbare vruchten symbolen zijn van Christus’ verlossing’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 160).
Ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verder met nadruk verklaard dat deelhebben aan de liefde Gods inhoudt dat iemand deelheeft aan de zegeningen van de verzoening. De boom des levens is een symbool van Gods liefde en Christus’ verzoening: ‘De boom des levens (…) is de liefde Gods (zie 1 Nephi 11:25). De liefde van God voor zijn kinderen komt op de diepzinnigste wijze tot uiting in zijn gave van Jezus als onze Verlosser: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft” (Johannes 3:16). Deel hebben aan Gods liefde is deel hebben aan de verzoening van Jezus en de bevrijding en vreugde die dat kan geven’ (Conference Report, oktober 1999, p. 6; of Ensign, november 1999, p. 8).
1 Nephi 8:20. Een ‘eng en smal pad’
-
Jezus Christus leerde dat Hij het enige pad of ‘de weg’ is die tot de Vader leidt (zie Johannes 14:6.) Ouderling Lowell M. Snow van de Zeventig heeft getuigd dat de Heiland voortdurend de juiste weg aangeeft:
‘Het leven is vol wegen en paden die elkaar doorkruisen. Er zijn zoveel paden die we kunnen volgen, en zoveel stemmen die roepen: ‘Zie, hier!’ of ‘Zie daar’ [Geschiedenis van Joseph Smith 1:5]. Er zijn zoveel media die ons overspoelen en ons naar een pad leiden dat breed is en door velen wordt bewandeld.
‘Eigenlijk stellen we dezelfde vragen als Joseph Smith als we ons afvragen naar welke stemmen we moeten luisteren en welke weg van de vele we moeten bewandelen: “Wat staat mij te doen? Welke van al deze [stemmen en wegen zijn juist], of hebben ze allemaal ongelijk? Als er één gelijk heeft, welke is dat dan en hoe kom ik dat te weten?” [Geschiedenis van Joseph Smith 1:10].
‘Ik getuig tot u dat Jezus Christus de juiste weg blijft aangeven, ons voorgaat en ieder punt onderweg aangeeft. Zijn pad is nauw en smal, en leidt naar het licht, het leven en de eeuwigheid’ (Conference Report, oktober 2005, p. 100; of Liahona, november 2005, p. 96).
1 Nephi 8:23–33. Houden wij ons vast aan de roede van ijzer?
-
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd wat het inhoudt om u aan de roede van ijzer vast te houden:
Ik stel dat vasthouden aan de roede van ijzer inhoudt dat we onder gebed en consequent alle drie de vanavond besproken manieren gebruiken om aan levend water te komen [lezen, bestuderen en onderzoeken].
“… Het regelmatig gebruik van alle drie die methodes geeft een meer constante toevloed van levend water en is goeddeels wat er bedoeld wordt met het vasthouden aan de roede van ijzer. (…)
‘Lezen, bestuderen en onderzoeken u en ik dagelijks de Schriften op zo’n manier dat wij ons vast kunnen houden aan de roede van ijzer (…) ?’ (‘Een reservoir levend water’ [haardvuuravond van CES voor jongvolwassenen, 4 februari 2007], pp. 10–11, www.ldsces.org.)
-
Ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft niet alleen het belang van vasthouden aan de roede uitgelegd, maar ook hoe we moeten terugkeren als we hebben losgelaten: ‘U moet u in de mist en duisternis, de tegenspoed en bezoekingen van het leven stevig vastklampen aan de roede van ijzer. Als u uw greep laat vieren en van het pad raakt, kunt u de roede van ijzer in de duisternis een tijd uit het zicht verliezen, totdat u zich bekeert en hem weer vastgrijpt’ (Conference Report, oktober 1989, p. 93; of Ensign, november 1989, p. 74).
1 Nephi 8:26–27. ‘Groot en ruim gebouw’
-
Het grote en ruime gebouw staat lijnrecht tegenover de Heiland, die de boom des levens is. Ouderling Glenn L. Pace van de Zeventig heeft de normen van God vergeleken met het gedrag van de mensen in het grote en ruime gebouw:
‘Aan hen die stap voor stap steeds dichter in de buurt van dat grote en ruime gebouw komen, wil ik volkomen duidelijk maken dat de mensen in dat gebouw u absoluut niets meer te bieden hebben dan een snelle, kortstondige bevrediging die onvermijdelijk is verbonden aan langdurig verdriet en lijden. De geboden waaraan u zich houdt zijn niet door een koele, afstandelijke God bedacht om te voorkomen dat u pret hebt, maar door een liefdevolle Vader in de hemel die wil dat u nu en in het hiernamaals gelukkig bent.
‘Vergelijk de zegeningen van het woord van wijsheid met die welke u krijgt als u besluit te gaan feesten met de mensen in het grote en ruime gebouw. Vergelijk de vreugde van intelligente, geestige humor met dwaas, ruw, luid dronkemansgelach. Vergelijk onze getrouwe jonge vrouwen die nog steeds een blos op hun wangen hebben met hen die hun blos lang geleden zijn kwijtgeraakt en die u proberen mee te trekken in hun ellende. Vergelijk het opbouwen van mensen met het afkraken van mensen. Vergelijk het vermogen om persoonlijke openbaring en leiding in uw leven te ontvangen met het heen en weer slingeren onder invloed van allerlei wind van leer. Vergelijk het dragen van het priesterschap van God met datgene wat zich afspeelt in dat grote en ruime gebouw’ (Conference Report, oktober 1987, pp. 49–50; of Ensign, november 1987, p. 40).
-
Ouderling L. Tom Perry van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gewaarschuwd dat als mensen geheel door geld en goederen in beslag genomen worden, dat typerend is voor de mensen in het grote en ruime gebouw: ‘De opmerkingen die ons uit het grote en ruime gebouw bereiken, kunnen een verleiding zijn om de zaken van de wereld na te jagen. We denken dat we een groter huis nodig hebben, met een garage voor drie auto’s, en daarnaast nog een camper. We willen merkkleding, meer tv’s en [dvd-]recorders, de nieuwste computers en de nieuwste auto. Vaak worden deze zaken betaald met geleend geld, zonder aan de toekomst te denken. Het resultaat van al die onmiddellijke bevrediging is een stroom aan faillissementen en gezinnen die gebukt gaan onder financiële lasten’ (Conference Report, oktober 1995, p. 45; of Ensign, november 1995, p. 35).
-
In Lehi’s visioen bespotten de schimpers en spotters degenen die van de vrucht namen — wie God liefhebben en Hem willen dienen. Ouderling Neal A. Maxwell heeft ons de raad gegeven het schild des geloofs omhoog te houden als we vanuit het grote en ruime gebouw beschimpt worden: ‘Laten we er rekening mee houden dat velen onverschillig tegenover ons zullen staan. Anderen zullen ons zonderling of misleid vinden. Laten we de wijzende vingers maar verdragen die, ironisch genoeg, toebehoren aan hen die, blasé als ze zijn, ‘het grote en ruime gebouw’ maar een benauwd derderangshotel vinden (zie 1 Nephi 8:31–33). Laten wij de honers niet honen, maar gewoon geen acht op hen slaan (zie LV 31:9). Laten wij in plaats daarvan onze energie gebruiken om het schild des geloofs omhoog te houden en de naderende vurige pijlen te doven’ (Conference Report, oktober 2003, p. 108; of zie Liahona, november 2003, p. 102).
1 Nephi 8:37. ‘Gevoeligheid van een tedere ouder’
-
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft onderricht dat ouders het voorbeeld van Lehi kunnen volgen als ze te maken hebben met eigenzinnige kinderen: ‘Ook wij moeten het geloof hebben om onze kinderen te onderrichten en hun te leren de geboden te onderhouden. We moeten ons geloof niet laten verzwakken door hun keuzes. Of wij goed leven of niet wordt niet afgemeten aan hun mate van rechtschapenheid. Lehi raakte de zegeningen van het onthaal bij de boom des levens niet kwijt omdat Laman en Lemuël weigerden van de vruchten te nemen. Soms hebben wij als ouders het gevoel dat we gefaald hebben als onze kinderen vergissingen begaan of afdwalen. Ouders die hun best doet om hun kinderen lief te hebben, te onderrichten en voor hen te bidden en te zorgen, zijn nooit een mislukkeling. Hun geloof, gebeden en inzet worden toegewijd aan het welzijn van hun kinderen’ (Conference Report, april 2004, p. 90; of zie Liahona, mei 2004, p. 88).
1 Nephi 9:1–5. ‘Een wijs doel’
-
Hoewel Nephi al begonnen was met een kroniek van de seculiere geschiedenis van zijn volk inspireerde de Heer hem om een tweede kroniek te maken met de religieuze geschiedenis van zijn volk. De volgende lijst verduidelijkt de verschillen en overeenkomsten tussen beide kronieken:
-
De verzen 1–5 in 1 Nephi 9 zijn afkomstig van de kleine platen.
-
Als Nephi de term deze gebruikte, verwees hij naar de kleine platen.
-
Als Nephi de term die of andere gebruikte, verwees hij naar de grote platen.
-
De grote platen zijn ongeveer in 590 v.C. gemaakt.
-
De kleine platen zijn twintig jaar later gemaakt, ongeveer in 570 v.C. gemaakt.
-
Nephi’s uitleg waarom de Heer hem gebood een tweede kroniek (de kleine platen) te maken, staat in 1 Nephi 9:5.
-
De grote platen beslaan de periode van 570 v.C.–385 n.C. en bevatten de kroniek van de koningen, oorlogen en de geschiedenis.
-
De kleine platen beslaan de periode van 570–130 v.C. en bevatten de kroniek van de Nephitische bediening.
Hoewel Nephi niet wist waarom hij de tweede kroniek moest maken, vertrouwde hij erop dat het ‘met een wijs doel’ was (1 Nephi 9:5) waarvan de Heer op de hoogte was (zie toelichting op Woorden van Mormon 1:7 op p. 134).
-
-
Ouderling Marvin J. Ashton (1915–1994) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat wij evenals Nephi gehoorzaam kunnen zijn, zelfs als we de reden niet begrijpen: ‘Soms wordt ons gevraagd gehoorzaam te zijn, zonder dat we weten waarom, behalve dat de Heer het geboden heeft. Nephi volgde aanwijzingen op hoewel hij niet precies het wijze doel erachter wist. Zijn gehoorzaamheid resulteerde in zegeningen voor mensen overal ter wereld. Als wij onze huidige leiders niet gehoorzamen, zaaien wij onze zaden op steenachtige plaatsen en kunnen wij de oogst mislopen’ (Conference Report, oktober 1978, p. 76; of Ensign, november 1978, p. 51).
1 Nephi 9:6. ‘De Heer weet alle dingen’
-
Ouderling Neal A. Maxwell heeft getuigd dat er geen grenzen zijn aan Gods kennis:
‘Sommigen mensen hebben een oprecht geloof in het bestaan van God, maar niet noodzakelijkerwijs in een openbarende en alwetende God. Andere oprechte mensen zetten vraagtekens bij Gods alwetendheid en vragen zich, met alle respect, af of God wel weet wat de toekomst brengen zal. Maar een alwetende en openbarende God kan op elk moment de toekomst bekendmaken. Dat is mogelijk omdat ‘in de tegenwoordigheid van God (…) alle dingen voor hun heerlijkheid kenbaar zijn, het verleden, het heden en de toekomst, en voortdurend voor het aangezicht des Heren zijn’ (LV 130:7). Aldus weet God ‘alle dingen (…) want alle dingen zijn aanwezig voor [zijn] ogen’ (LV 38:2). Hij heeft tegen Mozes gezegd: ‘Buiten Mij is er geen God, en alle dingen zijn aanwezig bij Mij, want Ik ken ze alle’ (Mozes 1:6).
‘De heilige Schrift maakt geen gewag van beperkingen in de kennis van God. In plaats daarvan lezen we: “O, hoe groot is de heiligheid van onze God! Want Hij weet alle dingen, en er is niets of Hij weet het.” (2 Nephi 9:20.)’ (If Thou Endure It Well [1996], p. 46.)
1 Nephi 10:11–14. Verstrooiing en vergadering van Israël
-
Ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd waarom Israël werd verstrooid en welke overwegingen meespelen in de vergadering van Israël:
‘Waarom werd Israël verstrooid? Het antwoord is duidelijk, het is eenvoudig; er bestaat geen twijfel over. Onze Israëlitische voorouders werden verstrooid omdat ze het evangelie verwierpen, het priesterschap onteerden, de kerk verzaakten en het koninkrijk verlieten. Ze werden verstrooid omdat ze zich afkeerden van de Heer, afgoden aanbaden, en in alles de heidense naties volgden. (…) Israël werd verstrooid vanwege afvalligheid. De Heer heeft Israël in zijn toorn, vanwege hun goddeloosheid en opstandigheid, onder de heidenen in alle naties der aarde verstrooid.
‘Wat houdt de vergadering van Israël dan in? De vergadering van Israël bestaat uit het geloven, aanvaarden en naleven van alles wat de Heer zijn uitverkoren volk eens heeft aangeboden. Zij bestaat uit geloof in de Heer Jezus Christus, uit bekering, uit de doop en de gave van de Heilige Geest, en uit gehoorzaamheid aan de geboden Gods. Zij bestaat uit geloof in het evangelie, toetreding tot de kerk en het koninkrijk. Zij bestaat uit het ontvangen van het heilige priesterschap, de begiftiging met macht uit de hemel in heilige gebouwen, en alle zegeningen van Abraham, Isaak en Jakob door de verordening van het celestiale huwelijk. En zij kan ook bestaan uit bijeenkomen op een aangewezen plek of land van aanbidding.
‘Met dit begrip van de verstrooiing en vergadering van het uitverkoren zaad voor ogen, kunnen wij het profetische woord inzake deze kwestie begrijpen’ (A New Witness for the Articles of Faith [1985], p. 515).
-
Raadpleeg ‘Beknopt overzicht van de verstrooiing van Israël’ in het aanhangsel (p. 438) voor meer informatie over de verstrooiing van Israël. Raadpleeg ‘De vergadering van Israël’ in het aanhangsel (p. 439) voor meer informatie over de vergadering van Israël.
1 Nephi 10:17–19. Leren door de macht van de Heilige Geest
-
Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft onderstreept dat het belangrijk is om de evangeliewaarheden te leren door de macht van de Heilige Geest: ‘Naleving van de normen van de Heer vereist dat we de gave van de Heilige Geest cultiveren. Door die gave begrijpen we de leer en kunnen we die toepassen. Omdat waarheid die door openbaring wordt gegeven, alleen door openbaring begrepen kan worden, moeten we gebedsvol studeren’ (Conference Report, oktober 2000, p. 19; of Ensign, november 2000, p. 17).
-
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat we alles moeten mijden wat de Geest grieft:
‘De Geest des Heren communiceert doorgaans op stille, zachte en nauwelijks merkbare manieren met ons. (…)
‘De norm is duidelijk. Als iets wat wij denken, zien, horen of doen ons vervreemdt van de Heilige Geest dan moeten we ophouden met dat te denken, zien, horen of doen. Als er bijvoorbeeld iets is dat voor amusement moet doorgaan, maar dat ons vervreemdt van de Heilige Geest, dan is die vorm van amusement stellig niets voor ons. Daar de Geest zich niet inlaat met vulgaire, grove of onfatsoenlijke zaken kunnen wij ons daar absoluut niet mee inlaten. Daar we de Geest des Heren van ons vervreemden als we meedoen aan activiteiten waarvan we weten dat we ze links moeten laten liggen, hebben we er beslist niets te zoeken’ (Conference Report, april 2006, pp. 29–30; of Liahona, mei 2006, pp. 29–30).
1 Nephi 11:16, 26. De goedgunstigheid Gods
-
Goedgunstigheid betekent een welwillende gezindheid; bij uitbreiding op basis van het woord dat in het Engels is gebruikt, condescension, de welwillendheid, verwaardiging van God om uit de hemel neer te dalen naar de aarde. Ouderling Gerald N. Lund, voormalig lid van de Zeventig, heeft uitgelegd hoe goed dit woord [condescension] de komst van de Heiland in de sterfelijkheid beschrijft: ‘Daar was Jezus — lid van de Godheid, de Eerstgeborene van de Vader, de Schepper, de Jehova van het Oude Testament — die zijn goddelijke en heilige post verliet; die Zich ontdeed van al die heerlijkheid en majesteit en een lichaam van een kindje op Zich nam; hulpeloos, volledig afhankelijk van zijn moeder en aardse vader. Dat Hij niet naar de mooiste paleizen ging om (…) zich te baden in luxe, maar naar een nederige stal, is verbazingwekkend. Dan is het geen wonder dat de engel tegen Nephi zei: “Zie, de goedgunstigheid Gods!”’ (Jesus Christ, Key to the Plan of Salvation [1991], p. 16.)
Stof tot nadenken
-
Denk aan de vele mensen in het visioen dat Lehi had van de boom des levens. Hoe kunt u het voorbeeld volgen van de mensen die de boom bereikten, van de vrucht namen en getrouw bleven?
-
Hoe heeft schriftstudie en gehoorzaamheid aan de woorden van de profeten u geholpen om ondanks de mist van duisternis op het enge en smalle pad te blijven?
-
Welke stappen kunt u nemen om ijverig te zoeken om de ‘verborgenheden Gods (…) door de macht van de Heilige Geest’ te begrijpen’? (1 Nephi 10:19.)
Voorgestelde opdrachten
-
Lehi’s droom bevat ingewikkelde symboliek. Maak een tekening van de elementen in Lehi’s droom zodat u een beeld krijgt van de relatie tussen de verschillende symbolen.
-
Alleen wie zich vasthielden aan de roede van ijzer namen van de vrucht van de boom. Maak een plan voor dagelijkse schriftstudie om u te helpen dichter bij de Heiland te komen en de zegeningen van de verzoening ten volle te ontvangen.
-
Nephi zag hoe Jehova Zich verwaardigde om sterveling te worden. Lees de verhalen over de geboorte van de Heiland in Matteüs 1–2; Lucas 1–2; en Johannes 1:1–13. Schrijf in uw dagboek of uw Schriften welke nieuwe inzichten u hebt gekregen over deze gebeurtenis.