1. Kom, Heil’ge Geest, daal neder,
als op het pinksterfeest;
milddadig Overreder,
die onze ziel geneest.
Ach, steeds zijn onze zinnen
op ’t aardse nog gericht;
treed, goede Geest, daar binnen,
en maak het duister licht.
2. Doe geest’lijk mij herleven!
Ontsteek uw lout’rend vuur
en smelt elk zondig streven
uit ’t diepst van mijn natuur.
O, leer ons Christus kennen,
des Vaders heil’ge Zoon,
dat w’ aan geen kwaad ons wennen,
maar volgen zijn geboôn.