1. Dierb’re kind’ren, God is met u. Hij houdt dag en nacht de wacht,
en Hij wil u gaarne zeeg’nen, als gij ’t goede steeds betracht.
Stelt vertrouwen, stelt vertrouwen in zijn liefd’ en in zijn macht.
2. Dierb’re kind’ren, heil’ge eng’len letten steeds op wat gij doet.
Trouw wordt alles opgeschreven, elke hand’ling, kwaad of goed.
O, weest deugdzaam, o, weest deugdzaam, God zal zeeg’nen ’t rein gemoed.
3. Kind’ren, God wil graag u leren, en u sterken als gij streeft
steeds de wenken op te volgen die Hij door zijn Geest u geeft.
Weest standvastig, weest standvastig, aan zijn kerk en rijk verkleefd.