1. Bij heil’gen thuis klinkt blij gezang, want Christus is daar Heer.
Daar wordt geloof, gebed geleerd, daalt ’s hemels vrede neer.
Een thuis met liefde voor Gods woord, gesproken of op schrift;
o Vader, U zij dank en eer voor zulk een grote gift.
2. Gods waarheid weert van onze haard het kwaad en valse schijn;
verlies uzelf in dienstbaarheid en houd uw denken rein.
Kom, heil’gen, zing een lofgezang, ja, prijs uw God en Heer,
wiens raad, gevolgd in ’t aardse thuis, u brengt bij Hem eens weer.