1. Loof nu allen onze Heer;
dat heel d’aarde breng’ Hem eer.
Lof zij Hem voor kracht en licht,
voor zijn kerk, opnieuw gesticht.
Loof nu allen onze Heer;
dat heel d’aarde breng’ Hem eer.
2. Aard’ en hemel, prijs uw Heer,
roem zijn goedheid, meld zijn eer.
Loof zijn liefde voor de mens,
zijn ontferming zonder grens.
Aard’ en hemel, prijs uw Heer,
roem zijn goedheid, meld zijn eer.
3. Vader, eeuw’ge Vriend en Heer,
’t leven zijt Gij, immermeer.
Heel de schepping, waar ’t ook zij,
leeft in U, want daar zijt Gij.
Vader, eeuw’ge Vriend en Heer,
’t leven zijt Gij immermeer.