Gebruik van het zangboek
De onderstaande informatie stelt u in staat dit zangboek optimaal te gebruiken. Dit onderdeel omvat een uitleg van de verschillende elementen van het zangboek; aanwijzingen voor gebruik van de lofzangen in bijeenkomsten en door koren en zanggroepen; en informatie voor beginnende dirigenten, organisten en pianisten.
Elementen van het zangboek
Inhoud
Uit de inhoudsopgave blijkt dat de lofzangen in zeven categorieën zijn onderverdeeld. Over het algemeen zijn lofzangen met een soortgelijke strekking en sfeer in dezelfde categorie ondergebracht. Maar deze onderverdeling legt geen enkele beperking op voor het gebruik van de lofzangen. Bijvoorbeeld, de lofzangen ‘’k Sta spraak’loos’ en ‘Jezus werd eertijds veracht’ uit de categorie ‘Avondmaal’ kunnen ook bij andere gelegenheden gezongen worden, en bepaalde coupletten van de lofzangen uit deze categorie kunnen met Pasen gebruikt worden. Aan de hand van de index ‘Onderwerpen’ kunt u lofzangen over specifieke thema’s vinden.
Aanduidingen van sfeer en tempo
De sfeeraanduidingen, zoals Opgewekt of Resoluut, geven aan met wat voor gevoel de lofzang gezongen moet worden. Bij sommige lofzangen kan dit gevoel variëren, afhankelijk van de gelegenheid of de plaatselijke voorkeur. Ook de metronoomaanduidingen (bijvoorbeeld
Voorspelhaakjes voor de pianist of organist
In elke lofzang staan haakjes
U kunt ook het aangegeven voorspel inkorten of verlengen. Als de lofzang onbekend is, kunt u die geheel voorspelen om de aanwezigen op weg te helpen. Als de lofzang algemeen bekend is, kunt u volstaan met de laatste regel of zin. Als u een kort voorspel speelt, is het goed om, bij wijze van afsluiting, de laatste noten iets langzamer te spelen.
Teksten uit de Schriften
In de vroegchristelijke kerk waren de meeste lofzangen aangepaste schriftuurteksten die op muziek waren gezet. De meeste van onze huidige lofzangen houden verband met verschillende teksten uit de Schriften; onder elke lofzang staan enkele teksten afgedrukt.
Indexen
Het zangboek bevat drie indexen, met een korte uitleg van elk: Verwijzingen naar de Schriften; Onderwerpen; Eerste regels en titels
Lofzangen voor bijeenkomsten
Eénstemmige en meerstemmige zang
Hoewel er in de kerk vaak meerstemmig gezongen wordt (sopraan, alt, tenor, bas), is het doel van samenzang dat alle aanwezigen meezingen, wat hun vocale kwaliteiten ook mogen zijn. Omdat veel leden, ongeacht hun stembereik, de melodie zingen, zijn de lofzangen zodanig gezet dat ze zowel voor éénstemmige als meerstemmige samenzang geschikt zijn. Sommige lofzangen—en delen van lofzangen—zijn speciaal geschreven voor éénstemmige samenzang.
De juiste lofzang kiezen
De lofzangen die u kiest, moeten aansluiten bij het karakter van de bijeenkomst en bijdragen tot een gepaste sfeer.
De openingslofzang kan een smeekbede of een lofuiting zijn; een uiting van dank voor het evangelie, van vreugde in het samenzijn, of van enthousiasme voor het werk dat gedaan moet worden.
De avondmaalslofzang moet verband houden met het avondmaal zelf of het zoenoffer van de Heiland.
Door de tussenlofzang hebben de aanwezigen weer een aandeel in de dienst. De lofzang kan verband houden met het onderwerp van de toespraken. Waar dat gepast wordt geacht, kunnen de aanwezigen tijdens het tussenlied staan.
De slotlofzang geeft de aanwezigen de kans hun gevoelens over de geest en inhoud van de dienst te uiten.
Niet elke lofzang is geschikt voor elke kerkelijke bijeenkomst. Sommige lofzangen zijn meer geschikt voor een jeugdbijeenkomst dan voor een avondmaalsdienst.
Coupletten kiezen
U hoeft zich niet verplicht te voelen alle coupletten van een lofzang te zingen, tenzij anders de boodschap incompleet is. Maar maak er geen gewoonte van om alleen de eerste paar coupletten of alleen het eerste en het laatste couplet te zingen. Het zingen van de coupletten die onder de muziek staan afgedrukt, wordt aangemoedigd.
Lofzangen voor de ringconferentie
Op een ringconferentie kunnen het beste bekende lofzangen gezongen worden, vooral als er geen zangboeken zijn. Enkele bekende lofzangen zijn: ‘Als er liefde heerst’; ‘Besteedt uw tijd steeds nuttig’; ‘De tijd is zeer kort’; ‘Gij zijt mijn hoogste goed’; ‘Gods Geest brandt in ‘t harte’; ‘Hoog op der bergen kruin’; ‘Hoop van Israël’; ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’; ‘Komt, heil’gen, komt’; ‘O, vast als een rotssteen’; ‘O volheid van zegen’; ‘Steek uw handen uit de mouw’; ‘Tel uw zegeningen’; ‘Verlosser van Israël’; ‘Wij danken U, Heer, voor profeten’; ‘Wij gaan voort, steeds voort’; ‘Ziet, de zon schijnt heden in mijn ziel’.
U mag de lofzangen op een gedrukt programma kopiëren, tenzij de auteursrechtelijke vermelding dit verbiedt.
Volksliederen
In dit zangboek staan geen volksliederen, maar met toestemming van de priesterschapsleiders mogen deze wel gezongen worden. Tijdens kerkelijke bijeenkomsten mogen de aanwezigen het volkslied staande zingen, al naar gelang het gebruik en de aanwijzingen van de priesterschapsleiders ter plaatse.
Lofzangen voor koren en zanggroepen
Lofzangen voor koren
In dit zangboek is geen onderscheid gemaakt tussen lofzangen voor koor of voor samenzang. Koren putten hun repertoire voornamelijk uit dit zangboek; daarnaast mogen zij ook gepaste liederen en bewerkte lofzangen ten gehore brengen die niet in het zangboek staan.
Sommige lofzangen die in eerdere zangboeken voor koor gezet waren, zijn nu geschikt gemaakt voor samenzang doordat ze een of meer tonen lager gezet zijn. De koren doen er goed aan exemplaren van eerdere zangboeken te bewaren om de hogere zetting te kunnen blijven gebruiken en om gemakkelijk van de ene toonsoort in de andere over te gaan. Als er maar één exemplaar van zo’n zangboek voorhanden is, mag een lofzang voor dit doel gekopieerd en gebruikt worden, tenzij de auteursrechtelijke vermelding dit verbiedt.
Lofzangen aanpassen voor koor
Het zingen van lofzangen zoals ze in het zangboek staan, zonder verdere variatie, is altijd gepast. U kunt ook de lofzangen iets aanpassen, maar bij deze aanpassingen moet u de grootst mogelijke terughoudendheid betrachten en ervoor zorgen dat zij passen bij de sfeer van de lofzang. Hier volgen een paar suggesties voor het aanpassen van een lofzang voor koor:
-
Laat de mannen, de vrouwen of beide een couplet eenstemmig zingen.
-
Laat de aanwezigen het laatste couplet of het refrein meezingen. (Dat is een manier om de aanwezigen meer vertrouwd te maken met bepaalde lofzangen.)
-
Laat de vrouwen een couplet zingen op de wijze die beschreven staat onder ‘Lofzangen die door vrouwen gezongen worden’.
-
Laat de mannen een couplet zingen op de wijze die beschreven staat onder ‘Lofzangen die door mannen gezongen worden’.
-
Laat de sopranen en tenoren een couplet als duet zingen.
-
Laat de tenoren en bassen de melodie zingen terwijl de sopranen en alten de altpartij zingen.
-
Laat een deel van het koor de melodie zingen terwijl de overige koorleden meeneuriën.
Lofzangen die door vrouwen gezongen worden
In het zangboek staat één lofzang specifiek voor vrouwen (‘Wij zusters in Zion’). Daarnaast kunnen de zusters de meeste andere lofzangen in het zangboek tweestemmig (sopraan en alt) of driestemmig (als de tenorpartij niet te laag is) zingen.
Lofzangen die door mannen gezongen worden
In het zangboek staan twee lofzangen specifiek voor mannen (‘Gij ouderlingen Israëls’ en ‘Komt, alle zonen Gods’). In bijeenkomsten voor mannen, bijvoorbeeld een priesterschapsvergadering, kunnen de meeste lofzangen uit het zangboek gezongen worden.
Veel lofzangen voor samenzang kunnen aangepast worden voor mannenkoor of kwartet van mannenstemmen:
Het grootste probleem bij dergelijke aanpassingen voor mannenkoor is het vinden van tenoren die de soms hoge noten van de altpartij kunnen zingen; soms moeten de hoge noten worden aangepast. U kunt ook de lofzang in een lagere toonsoort zetten en de baspartij aanpassen.
Een andere mogelijkheid is de alt onder de melodie te zingen. Als dat gedaan wordt, kan de baspartij worden weggelaten.
Voor beginnende dirigenten
Maat, maataanduiding en neerslag
Een maat is de kleinste muzikale eenheid, begrensd door verticale lijnen:
Als een maat op de ene muziekregel begint en doorloopt tot op de volgende muziekregel, is het einde van de eerste regel open:
Aan het begin van elke lofzang staat een maataanduiding (twee cijfers, verticaal, bijvoorbeeld 2/4). Het bovenste cijfer geeft het aantal tellen in iedere maat aan; het onderste cijfer geeft aan wat voor noot een tel duurt. Bijvoorbeeld, 3/4 wil zeggen dat een maat drie tellen duurt en dat elke kwartnoot (
Bij het leiden van de muziek moet de eerste tel van de maatslagfiguur (zie illustraties) samenvallen met de eerste tel van elke maat. Die eerste tel wordt de neerslag genoemd en krijgt de sterkste nadruk in die maat. U zult merken dat veel lofzangen beginnen met een opslag, of opmaat, voorafgaand aan de eerste neerslag.
Standaard maatslagfiguren
Het doel van de maatslagfiguren is de aanwezigen in de maat te laten zingen, en de dirigent de sfeer en de geest van de lofzang over te laten brengen. De figuren moeten eenvoudig zijn, maar mogen aan het karakter en de sfeer van de lofzang worden aangepast. De rondjes in de figuren geven aan waar elke hele tel begint.
De twee-slagenfiguur (gebruikt bij lofzangen in een 2/2 of 2/4 maat):
De drie-slagenfiguur (gebruikt bij lofzangen in een 3/4 of 3/2 maat):
De vier-slagenfiguur (gebruikt bij lofzangen in een 4/4 maat):
De zes-slagenfiguur (gebruikt bij lofzangen in een langzame 6/8 of 6/4 maat):
Een lofzang in een 6/8 of 6/4 maat en een langzaam tempo, bijvoorbeeld ‘Stille nacht’ (nr. 149), kan op twee manieren geleid worden: met de traditionele zes-slagenfiguur, of een dubbele drie-slagenfiguur waarbij de tweede kleiner is dan de eerste:
Bij het leiden van een lofzang in een 6/8 of 6/4 maat en een gematigd tempo, zoals ‘Zielslief heeft ’t hart van de herder’ (154), kunnen de tweede en de vijfde tel van de zes-slagenfiguur weggelaten worden, met een pauze op die punten in de figuur:
Een lofzang in een 6/8 of 6/4 maat en een snel tempo, zoals ‘Meester, de stormwinden woeden’ (71), kan geleid worden met een tweeslagenfiguur; de eerste drie tellen vallen in de eerste slag, de laatste drie tellen in de tweede slag:
Als u de twee laatstgenoemde maatslagfiguren gebruikt, moet u er goed op letten dat het tempo gelijkmatig blijft.
Lofzangen die gemakkelijk te leiden zijn:
De twee-slagenfiguur: ‘Laat uw lampen helder lichten’, ‘Heiland, geef een avondzegen’, ‘Ere de man’, ‘Nader, mijn Heiland, tot U’.
De drie-slagenfiguur: ‘Glorie zij God omhoog’; ‘Kom, volg Mij na’; ‘Leer mij te wand’len in ’t licht van de Heer’; ‘Strijd voor het recht’; ‘Vader, hoort Gij onze beê’.
De vier-slagenfiguur: ‘Bij mijn studie van de Schriften’; ‘Dacht gij aan ’t gebed?’; ‘Hoop van Israël’; ‘Komt, gij kind’ren van de Heer’; ‘Luister, o volk’ren’; ‘Blijf bij mij, Heer’; ‘Voor de schepping, goed en mooi’; ‘Zingen wij van Zion’.
Voor beginnende organisten en pianisten
Begeleiding van lofzangen aanpassen
In sommige lofzangen staan noten of passages die moeilijk te spelen zijn. U kunt zulke passages aan uw eigen manier van spelen aanpassen door minder belangrijke noten van de accoorden te laten vervallen. Het kan nuttig zijn deze noten in uw eigen zangboek door te strepen.
Vaak is de afstand tussen de basen de tenornoot te groot voor uw linkerhand. In veel gevallen kan de tenornoot wel gemakkelijk met de rechterhand gespeeld worden. U kunt bij deze noten een haakje zetten om u eraan te herinneren dat ze met de rechterhand gespeeld moeten worden:
Sommige lofzangen en kinderliedjes zijn voor piano geschreven. De organist doet er dan goed aan alleen de manualen te bespelen en niet het pedaal.
Kleingedrukte noten
Kleingedrukte noten worden op verschillende manieren gebruikt:
-
Soms is de muziek ook zonder de kleingedrukte noot volledig:
-
Kleingedrukte noten kunnen aangeven dat de muziek wel gespeeld, maar niet gezongen moet worden:
Lofzangen die gemakkelijk te spelen zijn:
‘God zij met u tot w’u wederzien’; ‘Hoe mild is Godes woord’; ‘Kom, volg Mij na’; ‘Leer mij te wand’len in ’t licht van de Heer’; ‘O volheid van zegen’; ‘O zoete ure van gebed’; ‘’k Sta spraak’loos’; ‘Strijd voor het recht’; ‘Uw dienst is zoet’; ‘Verlosser van Israël’; ‘Wees gehoorzaam aan de geboden’; ‘Wij danken U, Heer, voor profeten’.