Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 2: Het eeuwig evangelie


Hoofdstuk 2

Het eeuwig evangelie

Het eeuwig evangelie (…) was niet bekend totdat de Heer het door middel van een engel uit de hemel openbaarde. En wanneer wij deze beginselen ontvangen en daaraan vasthouden, bezitten we de beginselen van het eeuwig leven.1

Uit het leven van John Taylor

In 1836 kwamen John Taylor en anderen in Toronto (Canada) een paar maal per week bij elkaar om de Bijbel te bestuderen en inzicht te krijgen in de waarheid. Zij geloofden sterk in de vergadering van Israël, de gaven van de Geest, de millenniaanse regering van de Heiland, de behoefte aan apostelen en profeten, en het belang van verordeningen die met het juiste gezag van God worden verricht. Ze wisten toen echter niet of er een kerk was die dergelijke beginselen verkondigde. Over hun zoektocht naar de waarheid heeft John Taylor gezegd: ‘We baden tot de Heer en vastten, en baden dat God ons de ware beginselen bekend zou maken, dat Hij het zuivere, evangelie van weleer zou herstellen, en dat Hij ons een boodschapper zou sturen als er een ware kerk op aarde was.’

Hun gebeden werden al snel verhoord, omdat kort daarna ouderling Parley P. Pratt aankwam. Voordat ouderling Pratt op zending ging, had ouderling Heber C. Kimball hem het volgende geprofeteerd: ‘Het is de wil van de Heer dat u naar Canada gaat. Daar zijn mensen die ijverig naar de waarheid op zoek zijn, en velen van hen zullen uw woorden geloven en het evangelie aanvaarden.’

Ouderling Pratt begon in Toronto te prediken, en na een tijdje werd hij aan John Taylor en zijn studiegenoten voorgesteld. President Taylor heeft later geschreven: ‘We waren dolblij met zijn prediking; maar toen hij zijn getuigenis van Joseph Smith en het Boek van Mormon gaf, wisten we niet wat we moesten zeggen. Ik schreef acht van de toespraken op die hij hield en vergeleek ze met de Schriften. Ik onderzocht ook de bewijzen aangaande het Boek van Mormon en las de Leer en Verbonden. Drie weken lang heb ik me er volledig aan toegewijd en heb ik [broeder] Parley van plaats tot plaats gevolgd.’2

John Taylor was er al gauw van overtuigd dat het eeuwig evangelie was hersteld. Hij liet zich op 9 mei 1836 dopen. Als zendeling, apostel en uiteindelijk president van de kerk verheugde hij zich in de verkondiging van de eeuwige, onveranderlijke waarheden van het evangelie.

Leringen van John Taylor

Het evangelie geeft ons begrip van de eigenschappen van God en bereidt ons voor op de verhoging.

Als heiligen der laatste dagen geloven wij ten eerste in het evangelie, en daarmee is heel veel gezegd, want het evangelie omvat beginselen die dieper gaan, breder zijn en verder reiken dan wat wij kunnen bevatten. Het evangelie licht ons in over het bestaan en de eigenschappen van God. Het licht ons ook in over onze relatie tot God en de verschillende taken die wij als zijn kinderen hebben. Het licht ons in over de verschillende taken en plichten die wij ten opzichte van onze familieleden, vrienden, de samenleving en de levenden en de doden hebben. Het ontvouwt de beginselen die met de toekomst te maken hebben. Volgens een van de discipelen van weleer brengt het ‘onvergankelijk leven aan het licht’ [zie 2 Timoteüs 1:10], brengt het ons in contact met God en bereidt het ons voor op de verhoging in de eeuwige wereld.3

Dit evangelie brengt de mens in contact met God, zijn hemelse Vader; dit evangelie brengt leven en onsterfelijkheid aan het licht; dit evangelie wordt verkondigd ten behoeve van alle mensen in de hele wereld. (…) Het is een boodschap van eeuwig heil aan alle landen op aarde. (…) God is geïnteresseerd in het welzijn van het hele mensdom, en daarom heeft Hij beginselen op aarde gevestigd die ook in de hemel bestaan - een evangelie dat onder de Goden in de eeuwige werelden geldt, met beginselen die zijn bedoeld om het mensdom op te bouwen, te verheffen en te verhogen.4

Het evangelie is eeuwig en onveranderlijk.

De grote beginselen van de waarheid zijn zo verschillend en veelomvattend. (…) Ze strekken zich uit tot in het verleden, ze bestaan in het heden en zullen ook in de toekomst van kracht zijn. Wat het eeuwig heil van de mens betreft, is alle waarheid in het evangelie van Jezus Christus vervat. Daarom wordt er in de Schriften over het eeuwig evangelie gesproken. (…)

(…) God is, net als zijn Zoon, Jezus Christus, ‘gisteren en heden en voor eeuwig dezelfde.’ [1 Nephi 10:18.] Dezelfde in intelligentie, dezelfde in zuiverheid, dezelfde in zijn projecten, plannen en voornemens; Hij is, kortom, onveranderlijk. En ik denk dat de heiligen die vroeger omgang met Hem hadden, mochten zij nu op aarde verschijnen, dezelfde manier van communicatie zouden vinden, dezelfde manier om intelligentie over te brengen, en hetzelfde onveranderlijke Opperwezen dat 1800, 4000 of 6000 jaar geleden bestond.

De mens is niet altijd even ontvankelijk geweest voor dezelfde hoeveelheid licht, waarheid en intelligentie als hij in andere tijden had genoten. God heeft in sommige gevallen het licht van zijn aanschijn - zijn Heilige Geest - het licht en de intelligentie die van Hem uitgaan - in zekere mate ingetrokken; maar zijn wetten zijn onveranderlijk en Hij is dezelfde eeuwige, onveranderlijke persoon.

De waarheid verandert niet. Wat 1800, 4000 of 6000 jaar geleden waar was, is ook nu nog waar, en wat ooit verkeerd was, is ook nu nog verkeerd. Waarheid is eeuwig en onveranderlijk, net als de grote Elohim, en het is aan ons om haar beginselen te leren kennen, haar te leren waarderen en haar op onszelf toe te passen.

Omdat het evangelie een beginsel is dat van God afkomt, is het net als Hij ‘gisteren en heden en voor eeuwig’ hetzelfde - oneindig en onveranderlijk. God heeft het voor het eeuwig heil van de mens ingesteld, voordat de morgensterren tezamen juichten, voordat deze wereld ontstond. Het was altijd al in Gods gedachten, en zo vaak als er navraag naar werd gedaan, is het geopenbaard als een eeuwig, onveranderlijk plan waarmee de mens verlost, gezegend, verhoogd en verheerlijkt wordt.5

Ditzelfde evangelie werd aan Set gepredikt, en aan alle patriarchen die voor de zondvloed leefden, en zij dienden onder dat gezag. En door die macht, zoals we al hebben laten zien, zijn Henoch en zijn volk opgenomen. Over Noach staat geschreven: ‘En de Here ordende Noach naar zijn eigen orde, en gebood hem uit te gaan en zijn evangelie aan de kinderen der mensen te verkondigen, gelijk het aan Henoch gegeven was.’ [Mozes 8:19.] En verder, citerend uit het getuigenis van Noach vóór de zondvloed: ‘En het geschiedde, dat Noach voortging te prediken tot het volk, zeggende: Luistert, en geeft acht op mijn woorden; gelooft, bekeert u van uw zonden en wordt gedoopt in den naam van Jezus Christus, den Zoon van God, evenals onze vaderen, en gij zult den Heiligen Geest ontvangen, opdat alle dingen u geopenbaard worden; en indien gij dit niet doet, zal de vloed over u komen.’ [Zie Mozes 8:23–24.]

Hieruit leren we dat de beginselen van het evangelie in de eerste tijdperken van de wereld hetzelfde waren als in onze tijd.

Het evangelie en het heilig priesterschap duurden voort van Noach tot Abraham. ‘Abraham ontving het priesterschap van Melchizedek, die het door de geslachtlinie van zijn vaderen ontving, zelfs teruggaande tot op Noach.’ [Zie LV 84:14.] (…) De kennis en de toepassing van het evangelie werden gehandhaafd door toedoen van Isaak, Jakob, Jozef en andere patriarchen, tot aan de tijd van Mozes. (…)

Het was hetzelfde evangelie dat de discipelen van de gekruisigde Verlosser geboden werd te prediken: ‘En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.’ [Marcus 16:15–18.] (…)

Daarom geeft Petrus, de apostel ancien, op pinksterdag antwoord op de vraag van de gelovige menigte: ‘Wat moeten wij doen, mannen broeders?’ Hij antwoordt met de volgende woorden: ‘Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal’ [Zie Handelingen 2:37– 39.]

Nogmaals, het was ditzelfde, eeuwige, onveranderlijke evangelie, waarvan de herstelling op aarde door de apostel Johannes als volgt werd geopenbaard:

‘En ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; en hij zeide met luider stem: Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.’ [Openbaring 14:6–7.]

Van de Bijbel gaan we naar het Boek van Mormon, en daar ontdekken we dat hetzelfde evangelie dat de discipelen van Jezus aan de hele wereld moesten prediken, ook vanaf het begin in dit werelddeel is verkondigd. De Jaredieten raakten ermee bekend door de openbaringen van de broeder van Jared; in een ervan zei Jezus tegen hem:

‘Zie, Ik ben het, die sedert de grondlegging der wereld was bereid om mijn volk te verlossen. Zie, Ik ben Jezus Christus. Ik ben de Vader en de Zoon. In Mij zal het ganse mensdom, namelijk zij, die in mijn naam zullen geloven, licht hebben, en wel voor eeuwig; en zij zullen mijn zonen en mijn dochteren worden.’ [Ether 3:14.] (…)

Toen Jezus aan de Nephieten verscheen, verkondigde Hij hetzelfde beginsel dat Hij eerder aan de Joden had verkondigd, en voegde er meerdere waarheden aan toe omdat zij geloviger waren: ‘En Hij legde alles uit, zelfs van den beginne tot de tijd, dat Hij in zijn heerlijkheid zou komen.’ [Zie 3 Nephi 26:3.] Ook heeft Hij gezegd: ‘En een ieder, die naar mijn woorden zal luisteren, en zich bekeert en wordt gedoopt, zal zalig worden. Onderzoekt de profeten, want velen zijn er, die van deze dingen getuigen.’ [3 Nephi 23:5.]

Het is ditzelfde evangelie, dat door dezelfde macht en geest werd bijgewoond, door dezelfde inspiratie werd gezegend en door hetzelfde priesterschap werd geleid, dat nu als getuigenis aan de hele wereld wordt verkondigd.6

Het evangelie leidt ons op de weg van geluk, groei en vrijheid.

De fundamentele beginselen van het evangelie hebben voor de ongelovige geen waarde of kracht. Maar voor ons, die erin geloven, omvatten ze alles voor het welzijn van de mens in tijd en eeuwigheid. Voor ons is het evangelie de alfa en omega, het begin en het eind. Het is verweven met al onze belangen, ons geluk en onze vreugde, in dit leven of het volgende.

We zijn van mening dat als we tot deze kerk gaan behoren en het nieuw en eeuwig verbond sluiten, het een levenslang werk wordt dat van invloed is op alle relaties in tijd en eeuwigheid. En als we vooruitgang maken, worden deze beginselen, die eerst vreemd en vaag waren, duidelijker, echter en levendiger, tastbaar en begrijpelijk. En dan beseffen we dat we als zoons en dochters van God op aarde zijn, afgevaardigden uit de hemel. Wij zijn van mening dat God ons een eeuwig evangelie heeft gegeven, en dat daar eeuwige verbonden en relaties bij horen.

Zoals de profeet heeft gezegd, begint het evangelie vanaf zijn prilste fases met ‘het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen’ [Zie Maleachi 4:6.] We hoeven, zoals vroeger, niet langer te vragen: ‘Wie ben ik?’ ‘Waar kom ik vandaan?’ ‘Wat doe ik hier?’ of ‘Wat is het doel van mijn bestaan?’ want we weten het antwoord op die vragen nu zeker. Door de vruchten van het evangelie zijn ze ons bekendgemaakt. (…) Door de kennis van deze en soortgelijke zaken worden wij geleid op de weg die we zijn ingeslagen. Daardoor worden wij tegen de meningen, grillen, denkbeelden en dwaasheden van de mens beschermd.

Wij gaan vastberaden op onze weg verder, ongeacht de goedkeuring of afkeuring van andere mensen om ons heen, want wij worden verlicht door de geest van de eeuwige waarheid, geleid door de Heilige Geest, en onze hoop reikt tot binnen het voorhangsel, waar Jezus voor ons als voorloper is binnengegaan, met de kennis dat we kinderen van God zijn en dat ons gedrag altijd in overeenstemming is met de eeuwigheid.7

God heeft ons het evangelie en het hoge priesterschap gegeven, die, zoals sommige mensen veronderstellen, niet bedoeld zijn om de mens te beperken of zijn geweten te tiranniseren, maar om alle mensen vrij te maken, zoals God vrij is. Dan zullen zij drinken van de rivier, want ‘haar stromen verheugen de stad Gods’ [Psalmen 46:4], zodat zij opgebouwd en niet vernederd zullen worden, gereinigd en niet besmet, zodat zij de wetten van het leven leren kennen en naleven, en niet de wegen bewandelen die tot verval en de dood leiden.8

Door middel van het evangelie van Jezus Christus gaan wij een band met God aan. Een van de profeten vanouds heeft gezegd: ‘Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.’ [Zie 1 Johannes 3:2.] God is onze Vader, en de communicatielijnen tussen God en ons zijn geopend. Als wij onze godsdienst naleven, zullen we de zegeningen altijd van Hem ontvangen, en zullen we de juiste beginselen voor ons eeuwig heil en dat van het mensdom leren begrijpen.9

Wij hebben het eeuwig evangelie ontvangen, hetzelfde dat in de tijd van Jezus bestond; en daardoor is ons verstand verlicht, zijn onze capaciteiten vergroot en hebben we kennis van het verleden en de toekomst ontvangen. De doeleinden van God zijn ons geopenbaard en door de orde en organisatie van dit priesterschap worden we net als nu gezegend, verlost, beschermd en gesteund.10

Ideeën voor studie en bespreking

  • Hoe heeft president Taylor het evangelie beschreven? In welke opzichten zou uw leven anders zijn als u geen kennis van het evangelie had? Wat voor ervaringen hebt u gehad waaruit blijkt hoe de evangeliebeginselen ‘de menselijke familie opbouwen, verheffen en verhogen’?

  • Hoe kunnen we door het evangelie de eigenschappen van God en onze relatie tot Hem beter begrijpen? Waarom is deze kennis noodzakelijk voor ons eeuwig heil? (Zie ook Johannes 17:3.)

  • Wat hebt u aan de kennis dat het evangelie eeuwig en onveranderlijk is? Wat voor invloed heeft deze kennis op uw overtuiging en de beslissingen die u neemt?

  • President Taylor heeft gezegd dat het evangelie tot doel heeft ‘alle mensen vrij te maken’. Waarvan worden we door het evangelie bevrijd? Wat kunnen we met die vrijheid doen? Hoe kunnen we anderen helpen begrijpen dat het evangelie vrijheid in plaats van beperkingen betekent?

  • Wat hebt u gedaan om een getuigenis van het evangelie te ontvangen? Door wat voor ervaringen is uw getuigenis versterkt? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat we de beginselen van het evangelie ‘bij ons houden’?

  • Hoe brengt het evangelie ons tot ‘een band met God’?

Relevante teksten: Johannes 8:31–32; 2 Timoteüs 1:8–10; 1 Nephi 10:18–19; 3 Nephi 27:13–22; Geloofsartikelen 1:4

Noten

  1. The Gospel Kingdom, samengesteld door G. Homer Durham (1943), blz. 84.

  2. ‘History of John Taylor: By Himself’, Histories of the Twelve, de archieven van de afdeling kerk- en familiegeschiedenis van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 9–10.

  3. The Gospel Kingdom, blz. 93–94.

  4. Deseret News: Semi-Weekly, 20 december 1881, blz. 1.

  5. Deseret News (wekelijkse uitgave), 8 februari 1860, blz. 385.

  6. The Mediation and Atonement (1882), blz .183, 185–186, 188.

  7. The Gospel Kingdom, blz. 85–86; alinea-indeling gewijzigd.

  8. The Gospel Kingdom, blz. 123.

  9. Deseret News (wekelijkse uitgave), 8 februari 1860, blz. 386.

  10. Deseret News (wekelijkse uitgave), 8 februari 1860, blz. 386.

Afbeelding
Noah preaching

Volgens president Taylor is het evangelie dat door Noach en alle andere profeten vanouds werd verkondigd hetzelfde als wat ‘nu als getuigenis aan de hele wereld wordt verkondigd’.

Afdrukken