Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 3: ‘Uw naaste liefhebben als uzelf’


Hoofdstuk 3

‘Uw naaste liefhebben als uzelf’

Wij behoren altijd in overeenstemming met de eeuwigheid te leven, en gevoelens van vriendelijkheid, goedheid, naastenliefde en lankmoedigheid te hebben.1

Uit het leven van John Taylor

President John Taylor heeft vaak tegen de heiligen gezegd dat het niet alleen belangrijk is om te geloven, maar ook om de aanmoediging van de Heiland in praktijk te brengen en onze naasten lief te hebben. ‘Heb elkaar lief,’ zei hij, ‘verricht goede werken, zorg voor elkaar en streef ernaar dat iedereen gelukkig wordt. Dat doet God ook.’2 Hij geloofde vast in de rol van de Geest om onze liefde voor anderen te koesteren. Hij zei: ‘Als je de Geest van God ontvangt, word je overweldigd door gevoelens van vriendelijkheid, naastenliefde en lankmoedigheid, en ben je de hele dag bereid om iedereen te geven wat je zelf graag wilt hebben. Dan wil je de hele dag voor je medemensen doen waarvan je hoopt dat zij dat voor jou doen.’3

Vanaf zijn doop in 1836 tot aan zijn dood in 1887 heeft John Taylor veel vervolging en onrechtvaardige behandeling van de heiligen meegemaakt. Hij heeft gezien dat de heiligen door bendes uit hun huis werden verdreven; hij was getuige van de martelaarsdood van Joseph en Hyrum Smith (en is zelf in die aanval ernstig gewond geraakt); en hij was bij de heiligen in Utah toen ze opnieuw vervolgd werden. Toch bleef hij de leden van de kerk voortdurend aanmoedigen om alle mensen lief te hebben. Als president van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft hij tijdens een toespraak in Utah het volgende gezegd:

’David bad dat God zijn vijanden snel naar de hel zou sturen. [Zie Psalmen 55:15.] Toen Jezus werd gekruisigd en een wrede dood stierf, zei Hij: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.” [Lucas 23:34.] Ik vind dit gebed veel beter dan dat andere. (…) Dat is het gevoel dat wij moeten hebben. Zo’n gevoel moeten we voor elkaar hebben, elkaar vriendelijk behandelen en geen boze gevoelens ontwikkelen. (…) Soms hoor ik iemand zeggen: “Ik haat zo’n man.” Waarom? Er is geen mens op de wereld die ik haat. Het gebod luidt dat wij elkaar moeten liefhebben.’4

Leringen van John Taylor

We moeten elkaar als broeders en zusters liefhebben.

God is onze Vader, wij zijn zijn kinderen, en we behoren allemaal broeders te zijn; en we moeten ons als broeders gedragen. Als we ernaar streven om de Here, onze God, met geheel ons hart, verstand, ziel en kracht te dienen, moeten we er ook naar streven om onze naasten lief te hebben als onszelf. We moeten interesse tonen in hun welzijn, hun geluk en hun voorspoed, en in alles waardoor hun aardse en eeuwige heil kan worden bevorderd.5

Hoe kunnen we, als wij proberen onze broeder te bedriegen, verwachten dat God ons daarin steunt, want ook hij is een kind van onze hemelse Vader. En omdat hij zijn kind is, heeft Hij interesse in zijn welzijn; en als wij ten koste van een kind van God ons voordeel proberen te doen, zou Hij dan tevreden over ons zijn? (…) Wij willen rechtvaardig en grootmoedig ten opzichte van elkaar zijn. ‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht.’ Dit is het eerste gebod. En het tweede, daaraan gelijk, luidt: ‘Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’ [Marcus 12:30–31.] Doen we dat? Wat zouden we goed in de ogen van de Heer zijn als we dat zouden doen. (…)

(…) We moeten zo leven dat onze liefde voor elkaar voortdurend toeneemt en niet afneemt, dat we liefde in ons hart hebben om eikaars tekortkomingen te verdragen, met het gevoel dat we kinderen van God zijn die ernaar streven om zijn woord, wil en wet na te leven. En dan moeten we iedereen goed behandelen.6

We behoren vol van naastenliefde, broederlijke genegenheid en beminnelijkheid voor elkaar en voor andere mensen te zijn. We behoren dezelfde gevoelens als onze hemelse Vader te hebben.7

Betracht eikaars welzijn, zoals in de Schriften staat: ‘Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld.’ [Zie Romeinen 12:10.] U zegt dat het nogal moeilijk is, maar u kunt het maar beter doen. Er is gezegd dat we onze naasten moeten liefhebben als onszelf. Als dat ons lukt, en we onze naasten belangrijker vinden dan onszelf, en het te behalen voordeeltje aan hen laten dan vervullen we niet alleen de wet en de profeten, maar het evangelie. Laten we de geest van liefde en beminnelijkheid cultiveren, en alle onaangenaamheden begraven.8

Het evangelie bevordert liefde en eenheid.

De godsdienst die wij, in zijn geestelijke betekenis, in ons hart hebben gesloten, brengt ons dichter bij elkaar en bevordert de gevoelens van liefde voor elkaar. Ik zou willen dat die instelling iets meer onder ons aanwezig was, dat we elkaar iets meer liefhebben en dat we iets meer interesse voor elkaar hebben. Ik hoop dat we iets meer sympathie voor onze broeders hebben, en vriendelijk en loyaal ten opzichte van elkaar zijn. Ik hoop dat onze broederliefde voortgaat, zich verspreidt en toeneemt, stromend uit de bron des levens - van God, van hart tot hart, als olie dat van het ene in het andere vat stroomt - en dat eensgezindheid, sympathie, vriendelijkheid en liefde onder ons mogen heersen. Dat kan het evangelie voor ons doen, als we dat tenminste toestaan.9

Tijdens een bijeenkomst [van de kerk] waren er onlangs 25 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd. Is er enig verschil in gevoelens onder deze verschillende mensen? Nee.

Ik sprak onlangs met een man over de problemen tussen de Engelsen en de Ieren, en ik zei dat het betreurenswaardig was dat die gevoelens bestonden. Hij zei dat het twee verschillende rassen waren die niet met elkaar op kunnen schieten, de een Keltisch en de ander Angelsaksisch, en dat hun gevoelens anders zijn. Hun ideeën, gevoelens, opleiding en instincten zijn anders. Dat klopt tot op zekere hoogte. Maar hoe zit dat met ons? Wij zijn hier onder inspiratie van de Heilige Geest bijeengekomen, en dat brengt, zoals ik al eerder heb gezegd, eensgezindheid teweeg, een harmonie en liefde die niet in de wereld te vinden zijn. Jezus heeft gezegd: ‘Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.’ (Johannes 13:35.) (…)

En hoe zit dat, broeders? Zijn we Scandinavisch, Engels, Schots, Zwitsers of Nederlands? Nee; de Geest van God, die we door gehoorzaamheid aan de geboden van het evangelie hebben ontvangen, door onze wedergeboorte uit water en Geest, heeft ons één van hart, één van geloof en één van doop gemaakt. Wij hebben geen nationale of kiasseverschillen onder ons.10

Wij zijn niet allemaal hetzelfde. Hoewel we van hetzelfde materiaal zijn geschapen en op soortgelijke wijze zijn georganiseerd, zijn onze gezichten en onze gewoonten anders. We zijn zo verschillend dat het bijna onmogelijk is om twee mensen te vinden die op elkaar lijken. Ik wil niet dat iedereen hetzelfde denkt als ik. Ik wil juist dat iedereen eenzelfde hoeveel vrijheid op dit gebied heeft. Maar ik hoop wel dat iedereen rechtschapen is en zich aan God vasthoudt. En verder ben ik niet zo geïnteresseerd in allerlei kleine verschillen.11

Wij tonen liefde door actief voor anderen te zorgen.

In de Schriften staat het volgende over goede mensen die de fundamentele levensbehoeften ontberen: ‘Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem?’ [Zie 1 Johannes 3:17.] En in dat opzicht moeten we naar de behoeften Van Iedereen Kijken. (…) Laten we van hen geen bedelaars maken; maar laat ons hen als broeders en zusters behandelen, als goede, eerzame mannen en vrouwen; laten we voor hen zorgen.

Ik heb mensen gezien die neerknielen en de Heer hartgrondig vragen om de armen te voeden en de naakten te kleden. Ik zou de Heer echter nooit iets vragen wat ik zelf niet wil doen. Als er armen onder ons zijn, laten we dan aan de slag gaan en voor hen zorgen. (…) En als mensen met tegenslag te kampen hebben, laten we dan voor hen zorgen en hun geven wat ze voor hun welzijn en geluk nodig hebben. God zal ons daarvoor zegenen.

Ik heb veel liever dat u een zak meel, wat vlees, (…) suiker, boter, kaas, kleding, brandstof of andere levensbehoeften afstaat om anderen gelukkig te maken, dan dat u er alleen maar voor bidt; en Hij ziet dat ook het liefst. Dat is de juiste manier. Als wij zelf zegeningen ontvangen, laten we die dan verdelen. Dan zal God ons op de weg van de vrede zegenen en leiden.12

Er kwam een man bij Jezus die vroeg wat het grootste gebod was. De Heiland antwoordde: ‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’ [Matteüs 22:37–39.] Kunnen we dat? Dat vergt soms veel werk, vindt u niet? We stoppen vaak veel liever twee geldstukken in onze eigen zak dan in die van een ander, zo is het toch? Hebben we liever zelf twee of drie koeien dan dat onze naaste er één heeft? (…)

Behandel iedereen goed en wees vriendelijk voor alle mensen. En als u iemands vee in andermans korenveld ziet, voel u dan voldoende verantwoordelijk voor zijn welzijn om ze uit het veld te verdrijven. Probeer het welzijn van uw naasten te bevorderen, zorg ervoor dat zij het net zo comfortabel hebben als u. Dan zal God ons zegenen en zullen wij elkaar tot zegen zijn.13

Wij tonen liefde als we zowel vergiffenis schenken als nastreven.

Behandel elkaar goed. Hebt u ten opzichte van een ander gezondigd? Zorg dan dat u die persoon schadeloosstelt. Hebt u iemand bedrogen? Maak het dan goed. Bent u onvriendelijk tegen uw broeder of zuster geweest? Geef dan toe dat u iets verkeerd hebt gedaan, vraag om vergiffenis en beloof dat u in de toekomst beter uw best zult doen. Dan zegt hij of zij misschien: ‘Ja, en ik heb onlangs ook iets gezegd, wil je mij dat ook vergeven?’ Zo’n koers is zoveel beter dan de boze gevoelens in ons hart te koesteren, en zoveel meer in overeenstemming met de roeping van een heilige van God.14

Laten we vriendelijk voor elkaar zijn en eikaars reputatie respecteren. Laten we eikaars welzijn voor ogen houden, en elkaar behandelen zoals wij door God behandeld willen worden. En als we dan voor de Heer komen te staan, kunnen we zeggen: ‘Vader, vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren’ [zie Matteüs 6:12,14]. Want als wij onze naasten geen vergiffenis schenken, hoe kunnen we dan verwachten dat onze hemelse Vader ons vergiffenis schenkt? Als we problemen met een ander hebben, laten we het dan goedmaken. Zeg: ‘Broeder of zuster die en die, mijn geweten knaagt over wat ik over u heb gezegd, over wat ik u heb aangedaan, of over de transactie waarbij ik ten koste van u voordeel heb behaald. Ik ben naar u toegekomen om het goed te maken, want ik ben vastbesloten om het goede te doen, ongeacht wat andere mensen doen.’ 15

Als mensen onachtzaam handelen en ons proberen te schaden, proberen wij dan wraak te nemen? Nee, we proberen goed voor hen te zijn. ‘Maar dat is niet natuurlijk.’ Dan moeten we onze natuurlijke instelling maar in een barmhartige veranderen. Jezus heeft gezegd: ‘Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen.’ [Matteüs 5:43– 44.] Als u dat allemaal gedaan hebt en aan alle vereisten van de wet hebt voldaan, wat kan er dan nog meer van u verwacht worden? Niets. (…)

(…) Als er problemen tussen mij en iemand anders zijn, zou ik die persoon halverwege tegemoet komen, ja, ik zou die persoon zelfs driekwart of helemaal tegemoet komen. Ik zou meegaand zijn. Ik zou zeggen: ik wil geen ruzie, ik wil een heilige zijn. Ik streef naar reinheid, deugdzaamheid, broederschap, gehoorzaamheid aan de wetten van God op aarde, en naar tronen, vorstendommen en heerschappij in de eeuwige werelden. Ik zal mijn doelen niet door zulke nietige zaken laten beïnvloeden. Ik sta voor het leven, eeuwige levens en de eeuwige verhoging in het koninkrijk van God.16

’Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.’ Denkt u daar voortdurend aan? Wij gaan op onze knieën en velen van ons denken dat we vrij goede mensen zijn. Maar broeder die en die doet niet precies wat goed is, ik mag hem niet zo graag en ik heb over hem gepraat want hij heeft me iets aangedaan, en ik wil graag schadeloos gesteld worden, maar God, wilt u alstublieft mijn zonden vergeven? Dat wil Ik, zegt de Heer, maar op voorwaarde dat jij je broeder vergeeft, en alleen op die voorwaarde. ‘Wanneer gij dan uw gave brengt naar het altaar en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, vóór het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder, en kom en offer daarna uw gave.’ [Matteüs 5:23–24.] Als deze wet wordt nageleefd, kunnen we zeggen: vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.

Als de Heer, onder de huidige omstandigheden, onze gebeden beantwoordde, zouden velen van ons geen vergeving ontvangen. Als we willen dat alle mensen goede heiligen zijn, moeten we dat eerst zelf zijn. Laat de persoon die zegt: ‘Gij zult niet stelen’, zelf niet stelen. U, die tegen uw broeder zegt dat hij geen kwaad over zijn naaste mag spreken, mag dat zelf ook niet doen. (…)

We moeten voor eikaars belangen opkomen, en goede gevoelens voor elkaar hebben. We behoren broeders in de kerk en het koninkrijk van God te zijn, samengesmeed door de onverbrekelijke banden van het eeuwig evangelie, niet alleen in dit leven maar in de eeuwigheid. Daarom moeten al onze handelingen op dat doel gericht zijn, gebaseerd op de beginselen van rechtschapenheid en vriendschap.17

Wij moeten het volmaakte voorbeeld van liefde van de Heiland volgen.

Onze gevoelens jegens het mensdom behoren over het algemeen op het voorbeeld van Jezus gebaseerd te zijn. Hij probeerde hun welzijn te bevorderen, en onze lijfspreuk moet hetzelfde zijn als die van Hem: ‘Vrede op aarde bij mensen des welbehagens.’ [Zie Lucas 2:14.] Ongeacht wie of wat ze zijn, wij moeten het geluk en het welzijn van alle nakomelingen van Adam bevorderen.18

Als we kleine vergissingen begaan, treedt de Heiland niet als een dwaze, wraakzuchtige man op om een ander neer te halen. Hij is altijd vriendelijk, lankmoedig en verdraagzaam. Hij behandelt iedereen beminnelijk en beleefd. Dat zijn de gevoelens waar we ons aan willen overgeven en waar we door geleid willen worden. Dat zijn de beginselen en dat is de geest waardoor iedere ouderling in Israël gedreven moet worden, en waardoor hij zijn leven en zijn gedrag moet laten beïnvloeden.19

Als Jezus op aarde geduldig de bespotting, het hoongelach en de verwijten van de mensen kon doorstaan, waarmee hij zo lukraak werd overstelpt, en als wij de beginselen bezitten die door Hem verkondigd werden, kunnen wij dezelfde, edele en onbaatzuchtige gevoelens koesteren die Hij bezat. (…)

Jezus kwam vol genade en waarheid op aarde, als eniggeboren Zoon van de Vader, volgens het plan dat God in het voorsterfelijk bestaan had opgesteld. Hij kwam om zichzelf te offeren, als rechtvaardige voor de onrechtvaardigen; om aan de vereisten van de gebroken wet te voldoen, omdat de mens daar zelf niet aan kon voldoen. En om de mens te verlossen van de val, van de macht van de dood, waaraan alle mensen door overtreding van de wet onderhevig zijn. Hij heeft zichzelf (…) opgeofferd, de Zoon van God, om de verzoening tot stand te brengen voor de zonden van de wereld. En toen Hij werd verworpen, afgewezen, uitgeworpen, bespuwd, belasterd en gekruisigd, (…) zei Hij: ’Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.’ [Lucas 23:34.]

Hij zei dat er in de oude wet stond: ‘oog om oog en tand om tand.’ Hij zei ook: ‘Maar Ik zeg u (…) hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader, die in de hemelen is; want Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.’ [Zie Matteüs 5:38–39, 44–45.] Deze beginselen waren God waardig. Als de mensen deze gevoelens koesterden, zouden zij uit die lage, onderworpen positie bevrijd worden en op een hoger niveau terechtkomen, waar zij met hun hemelse Vader kunnen communiceren en zich kunnen voorbereiden om in de eeuwige werelden bij God te wonen.20

Ideeën voor studie en bespreking

  • Waarom is het in onze omgang met elkaar belangrijk om te beseffen dat alle mensen kinderen van onze hemelse Vader zijn? Hoe kunnen wij ten opzichte van anderen ‘dezelfde gevoelens als onze hemelse Vader hebben’? Hoe hebt u mensen ‘voor eikaars welzijn’ zien zorgen?

  • Hoe moeten wij leven zodat ‘onze liefde voor elkaar kan toenemen, en niet zal afnemen’? Hoe kunnen we dit met ons gezin bereiken?

  • In welke opzichten bevordert het evangelie uw liefde voor anderen?

  • Welke kansen krijgt u om de mensen te helpen die ‘de fundamentele levensbehoeften ontberen’? Hoe kunnen we te weten komen hoe we het best op dergelijke situaties kunnen reageren?

  • Hoe behoren we conflicten met anderen op te lossen? Hoe kunnen wij onze liefde vergroten voor de mensen die het niet met ons eens zijn?

  • Waarom is het belangrijk om elkaar vergiffenis te schenken? Waarom kunnen we de Geest beter voelen als we anderen vergiffenis schenken? Wat zijn de gevolgen als we anderen geen vergiffenis schenken?

  • Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we anderen niet beledigen of zelf niet beledigd worden? Hoe kunnen we onze trots overwinnen door iemand anders om vergiffenis te vragen?

  • Welk voorbeeld heeft de Heiland gegeven op het gebied van liefde en vergeving? In welk opzicht is zijn voorbeeld een leidraad om anderen lief te hebben en te vergeven?

Relevante teksten: Matteüs 22:35–40; Johannes 13:34–35; Mosiah 23:15; Moroni 7:45–48; LV 12:8; 64:8–10

Noten

  1. Deseret News: Semi-Weekly, 14 januari 1879, blz. 1.

  2. The Gospel Kingdom, samengesteld door G. Homer Durham (1943), blz. 341.

  3. Deseret News (wekelijkse uitgave), 24 december 1862, blz. 201.

  4. Deseret News: Semi-Weekly, 1 juni 1880, blz. 1.

  5. Deseret News: Semi-Weekly, 29 maart 1870, blz. 2.

  6. Deseret News: Semi-Weekly, 25 juni 1878, blz. 1.

  7. Deseret News: Semi-Weekly, 24 juni 1879, blz. 1.

  8. Deseret News: Semi-Weekly, 8 april 1879, blz. 1.

  9. Deseret News: Semi-Weekly, 26 januari 1875, blz. 1.

  10. The Gospel Kingdom, blz. 247; alinea-indeling gewijzigd.

  11. Deseret News: Semi-Weekly, 18 maart 1879, blz. 1.

  12. Deseret News: Semi-Weekly, 10 augustus 1880, blz. 1.

  13. Deseret News: Semi-Weekly, 4 oktober 1881, blz. 1; alinea-indeling gewijzigd.

  14. The Gospel Kingdom, blz. 339.

  15. Deseret News: Semi-Weekly, 8 juni 1880, blz. 1.

  16. Deseret News: Semi-Weekly, 18 oktober 1881, blz. 1.

  17. Deseret News: Semi-Weekly, 19 december 1876, blz. 1; alinea-indeling gewijzigd.

  18. Deseret News: Semi-Weekly, 29 maart 1870, blz. 2.

  19. Deseret News: Semi-Weekly, 7 september 1867, blz. 2.

  20. Deseret News: Semi-Weekly, 9 juli 1881, blz. 1; alinea-indeling gewijzigd.

Afbeelding
Savior teaching

Door middel van zijn leringen en zijn voorbeeld heeft de Heiland ons een volmaakt voorbeeld gegeven van de manier waarop wij elkaar moeten liefhebben.

Afdrukken