Heilige plaats, gewijde ruimte
In hoeverre we in staat zijn om het gewijde boven het ongewijde en het heilige boven het wereldse te zoeken, herkennen en eerbiedigen, bepaalt onze geestelijke instelling.
In antwoord op de vraag van Pilatus, ‘Zijt Gij de koning der Joden?’, antwoordde de Heiland: ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’ (Johannes 18:33, 36). Met deze paar woorden zegt Jezus dat zijn koninkrijk onafhankelijk en verschillend is van deze wereld. Door de leringen en het voorbeeld van de Heiland wordt iedereen die oprecht in Hem gelooft, verheven tot een goddelijke norm die vereist dat we ons oog en verstand alleen op de heerlijkheid van God richten. (Zie LV 4:5; 88:68). De heerlijkheid van God omvat alles wat heilig en gewijd is. In hoeverre we in staat zijn om het gewijde boven het ongewijde en het heilige boven het wereldse te zoeken, herkennen en eerbiedigen, bepaalt onze geestelijke instelling. Zonder het heilige blijft alleen het wereldse over.
In de jachtige wereld, met zijn verzekering van onzekerheid, moeten er plaatsen zijn die geestelijke bescherming, vernieuwing, hoop en vrede bieden. En die plaatsen bestaan. Ze zijn heilig. Het zijn plaatsen waar we met God kunnen communiceren en waar we de Geest van de Heer kunnen vinden.
In de Leer en Verbonden geeft de Heer zijn volk drie keer de raad om ‘in heilige plaatsen’ te staan. (Zie LV 45:32; 87:8; 101:22.) De context van deze raad is veelbetekenend als we naar de huidige toestand van de wereld kijken. Ernstige ziekte, vervolging en oorlog komen maar al te vaak voor en zijn een onderdeel van ons dagelijks leven geworden. Vanwege dergelijke ingewikkelde problemen, geeft de Heer de raad: ‘Zie, het is mijn wil, dat allen, die mijn naam aanroepen, en Mij overeenkomstig mijn eeuwig evangelie aanbidden, zich moeten vergaderen, en in heilige plaatsen staan’ (LV 101:22).
Heilige plaatsen zijn altijd van onmisbaar belang geweest om God op de juiste wijze te aanbidden. Voor de heiligen der laatste dagen omvatten zulke heilige plaatsen historische plekken, ons huis, avondmaalsdiensten en tempels. Veel van wat we eerbiedigen en wat we onze kinderen als heilig leren eerbiedigen, komt op deze plaatsen tot uitdrukking. Door het geloof en de eerbied die daarbij horen, en door ons respect voor wat zich daar afspeelt, zijn ze heilig. Het belang van heilige en gewijde plaatsen kan niet overschat worden.
Er is veel persoonlijke voorbereiding nodig om het geestelijke voordeel van ‘in heilige plaatsen staan’ te kunnen ontvangen. Heilige en gewijde plaatsen worden ook gekenmerkt door de offers die zij vereisen. Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd dat ‘het woord offerande letterlijk “heiligen” betekent.’ (M. Russell Ballard, ‘The Law of Sacrifice’, Liahona, maart 2002, p. 13.) De woorden heilig en offerande houden sterk verband met elkaar. We kunnen pas iets heiligs ontvangen als we er iets voor opgeofferd hebben. Zonder persoonlijke offerande is er geen heiligheid. Offerande wijdt het heilige.
Voor veel mensen is het bos bij de boerderij van de familie Smith in de staat New York prachtig en vredig. Voor heiligen der laatste dagen over de hele wereld is die plaats heilig omdat we er geloof en eerbied aan ontlenen en omdat het voor ons een symbool is geworden van grote opoffering.
Enkele maanden geleden hebben mijn vrouw en ik op een prachtige herfstdag in dat bos gezeten. Het was inderdaad prachtig, en we hebben genoten van de rust die daar heerste. Het was echter veel meer dan dat, want we zaten dicht bij de plek waar God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus aan de jonge profeet Joseph Smith zijn verschenen. Door ons geloof in, en onze eerbied voor, hun bezoek en de offers die daaruit voortkwamen, zowel van de profeet als van onze eigen voorouders, is deze prachtige plek een gewijde en heilige plaats geworden.
Op andere heilige plaatsen die in de geschiedenis en voor de vestiging van de kerk belangrijk zijn, worden soortgelijke diepe en eerbiedige gevoelens opgewekt. Door deze heilige plaatsen wordt ons geloof opgewekt en worden we aangemoedigd om dat geloof trouw te zijn en voort te gaan, ondanks de problemen die op ons pad kunnen komen.
Ons thuis is ook een heilige plaats. Hoewel het thuis niet altijd rustig is, kan ons gezin wel met de Geest van de Heer worden gezegend. Dat zeggen het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen onder andere in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’: ‘De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen. Een geslaagd huwelijk en een hecht gezin worden gegrondvest op en in stand gehouden met de beginselen van geloof, gebed, bekering, vergeving, respect, liefde, mededogen, werk en gezonde ontspanning.’ (Liahona, oktober 1998, p. 24.)
In zo’n gezin moeten ook offers gebracht worden. Tegen de profeet Joseph Smith heeft de Heer gezegd: ‘Uw gezin moet zich noodzakelijk bekeren en enige dingen verzaken’ (LV 93:48). Ons gezin wordt geconfronteerd met een groot aantal activiteiten en vormen van amusement, die niet allemaal opbouwend en goed zijn, en vele zijn zeker niet noodzakelijk. Moet ons gezin, net als het gezin van de profeet, zich ook bekeren en bepaalde dingen verzaken, zodat we de heilige aard van ons gezin in stand kunnen houden? In hoeverre wij van ons thuis een heilige plaats maken, geeft aan wat voor offer wij daarvoor willen brengen.
Avondmaalsdiensten zijn veel meer dan gewoon bijeenkomsten. Ze zijn heilige ervaringen op heilige plaatsen. Tijdens die wekelijkse diensten denken we aan het grootste offer dat ooit gebracht is. Dan denken we aan de liefde van God, die zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft zodat wij het eeuwige leven kunnen beërven. Als wij aan het avondmaal deelnemen, gedenken wij Hem en beloven we zijn naam op ons te nemen en zijn geboden te onderhouden. Zorgvuldige voorbereiding, waaronder ons eigen offer van een berouwvol hart en een bedroefde geest, is een eerste vereiste voor de reguliere geestelijke vernieuwing die door eerzame deelname wordt geboden. Wij moeten gewillig en in staat zijn om de wereld even naast ons neer te leggen en aan heilige zaken te denken. Zonder deze geestelijke hernieuwing wordt ons geloof al snel door wereldse invloeden verdrongen.
Vele jaren geleden, toen onze zoons nog erg jong waren, maakte ik aan tafel een keer een opmerking over de uitstekende avondmaalsdienst en hoeveel ik er geleerd had. Uit hun reactie bleek dat zij zich afvroegen of we wel dezelfde dienst hadden bijgewoond. Het verschil tussen hun ervaring en de mijne was er een van volwassenheid en persoonlijke voorbereiding. De geestelijke hernieuwing tijdens onze avondmaalsdiensten zal niet groter zijn dan onze voorbereiding, onze gewilligheid en ons verlangen om iets te leren.
De tempels, waar ‘De Here gewijd’ op staat, zijn enkele van de heiligste plaatsen op aarde. Ze zijn een bewijs van Gods liefde voor al zijn kinderen, in het heden en het verleden. De zegeningen van de tempel zijn met elkaar verstrengeld en innig verbonden met belangrijke offers. Door de verordeningen die er verricht worden, kunnen we alle zegeningen van het zoenoffer van de Heiland ontvangen. Alleen al daarom kunnen we de tempel heilig noemen. Maar we moeten ook zelf offers brengen. We offeren tijd op om gegevens over onze voorouders op te zoeken en tempelwerk te verrichten. We doen ook ons best om de gedragsnormen na te leven, waardoor we in staat worden gesteld om dit uiterst gewijde en heilige gebouw in te gaan.
In heilige en gewijde plaatsen vinden we geestelijke bescherming, hernieuwing, hoop en vrede. Zijn ze niet alle noodzakelijke offers waard? Broeders en zusters, mogen wij alles wat heilig is eren en respecteren. Mogen wij dat ook onze kinderen bijbrengen. Laten wij allemaal op gewijde en heilige plaatsen van geestelijke vrede staan.
Ik geef mijn getuigenis van de Heer en Heiland Jezus Christus, de Vorst van vrede en hoop. In de naam van Jezus Christus. Amen.