2003
Zoekt en gij zult vinden
Mei 2003


Zoekt en gij zult vinden

Als wij ons geloof oefenen en onze kracht gebruiken om dichter bij Christus te komen, gaan we vollediger begrijpen wie Hij werkelijk is.

Geliefde broeders en zusters, ik bid dat ik door de Geest van de Heer geleid zal worden nu ik over mijn gevoelens spreek en mijn getuigenis geef.

Een van de meest onweerstaanbare uitnodigingen en beloften van de Heiland is in deze eenvoudige zinsnede te vinden: ‘Zoekt en gij zult vinden.’1

Hoewel de zoekprocedure gebeden en smeekbeden omvat, is die veel uitgebreider. Ze is meer een zoektocht dan een eenmalige gebeurtenis. Ik vergelijk het met een lange trektocht. Hoewel wij weten wat onze uiteindelijke bestemming is, leren we het meest van de ervaringen die we onderweg opdoen.

Als wij naar goddelijke zaken zoeken, moeten we ons voor Hem vernederen en onthouden dat we ze door zijn genade ontvangen. Wij moeten er met onze gedachten en gebeden, ons geloof en onze verlangens, zelfs met de kracht van ons hart naar streven om rechtstreeks van onze hemelse Vader licht en begrip te ontvangen.

De manier om antwoord van God te ontvangen is eenvoudig uit te leggen, maar veel persoonlijker als die wordt toegepast. We worden aangemoedigd om eerst met een oprecht hart over onze verlangens na te denken.2 Dit proces van overdenking is verhelderend en inspirerend. Dan worden we aangemoedigd om onze gedachten en verlangens in nederig gebed aan onze hemelse Vader kenbaar te maken. Wij krijgen de belofte dat als we Hem in de naam van Christus aanroepen, naar waarheid zoeken en met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus vragen, Hij ons door middel van de macht van de Heilige Geest de waarheid zal openbaren, want het is ‘door de kracht des Heiligen Geestes’ dat we ‘de waarheid van alle dingen weten.’3

En waar moeten we naar streven?

In de Schriften staat dat we ‘ernstig naar de beste gaven’ moeten streven4, dat we naar wijsheid en wetenschap moeten streven en elk noodzakelijk voorwerp moeten vervaardigen.5 We worden aangemoedigd om onszelf in de dienst van onze naasten te verliezen6, en te streven naar wat deugdelijk, liefelijk, eervol of prijzenswaardig is.7

Tegelijkertijd worden we gewaarschuwd om niet naar de onreine zaken van de wereld te streven.8 President Gordon B. Hinckley heeft gezegd: ‘Er is zoveel kwaad, zoveel verleidelijk kwaad in de wereld. Ga het uit de weg, broeders en zusters. Vermijd het. Het is een gevaarlijke ziekte. Het is een vergif dat u zal vernietigen. Ga het uit de weg.’9 In het boek Amos staat: ‘Zoekt het goede en niet het kwade, opdat gij leeft en aldus de Here, de God der heerscharen, met u zij.’10

Allereerst en bovenal zoeken we het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.11 We zoeken naar de enige ware God en Jezus Christus die Hij gezonden heeft.12

In iedere persoonlijke uitnodiging om te zoeken en te vinden, zegt de Heiland: ‘Nadert tot Mij, en Ik zal tot u naderen; zoekt Mij naarstig, en gij zult Mij vinden.’13

En wat wil het zeggen Hem te vinden?

Als wij ons geloof oefenen en onze kracht gebruiken om dichter bij Christus te komen, gaan we vollediger begrijpen wie Hij werkelijk is. Als wij ijverig naar Hem zoeken, krijgen we een krachtig getuigenis van zijn onvergelijkelijke liefde, zijn volmaakte leven en voorbeeld, en de zegeningen van zijn grote zoenoffer. Als wij dichter bij Hem komen, zullen we Hem werkelijk vinden en Hem herkennen als de Schepper van de aarde, de Verlosser van de mensheid, de Eniggeborene van de Vader, de Koning der koningen en de Vredevorst.

Hoe verder we zoeken, hoe meer we zijn rol gaan waarderen als de grote Jehova van het Oude Testament en de heilige Messias van het Nieuwe Testament. Dan gaan we zijn boodschap van eeuwig heil en verhoging beter begrijpen. Dan gaan we merken dat Hij ons blijft aanmoedigen om bij Hem te komen en Hem te volgen, dat zijn leringen betrouwbaar zijn en tegenwoordig even toepasbaar als in alle voorgaande bedelingen. Dan gaan we met meer waardering begrijpen wat er in Getsemane en op Golgota gebeurde. Hoewel Hij ten onrechte werd veroordeeld, gaf Hij vrijwillig zijn leven, en in vervulling van zijn eigen profetische woorden herrees Hij op de derde dag. Deze waardevolle gave houdt onsterfelijkheid voor iedereen en eeuwig leven voor de gehoorzamen en getrouwen in.

Naarmate wij gaan beseffen dat zijn boodschap voor iedereen en overal geldt, aanvaarden we enthousiast het schriftuurlijke verslag van zijn bezoek aan de vroegere bewoners van Amerika. We verheugen ons in het Boek van Mormon als een getuige — een testament — van zijn Messiaanse zending als Heiland en Verlosser van de wereld. Wij erkennen dat iemand dichter bij Hem kan komen door het Boek van Mormon te onderzoeken en erover te bidden dan door het bestuderen van enig ander boek.14

Als wij Hem proberen te vinden, ontvangen we een getuigenis van het bezoek dat Hij met zijn Vader aan de jonge profeet Joseph Smith bracht, waarmee de langverwachte bedeling ‘van de volheid der tijden’15 werd ingeluid.

Als wij Hem zoeken, erkennen we dat Hij zijn kerk op aarde heeft hersteld, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, dat Hij zijn kerk de macht en het gezag heeft gegeven om de noodzakelijke verordeningen te verrichten waarmee wij in staat worden gesteld bij Hem terug te keren.

Als wij Hem zoeken, merken we dat Hij zijn kerk door middel van zijn huidige profeet, president Gordon B. Hinckley, blijft leiden, dat de organisatie van zijn kerk is gebaseerd op het fundament van apostelen en profeten, en dat Christus zelf de hoeksteen is.16

Als wij Hem ijverig zoeken, voelen we zijn liefde en begrijpen we de antwoorden op onze gebeden beter. Wij erkennen dat wij door zijn Geest ‘wijsheid en grote schatten aan kennis vinden, ja, verborgen schatten’17, en dat wij een groter verlangen krijgen om volgens zijn geboden en instructies te leven.

Als wij Hem zoeken, merken we dat Hij het Licht en het Leven der wereld is.18 Als wij Hem zoeken, broeders en zusters, zullen we Hem vinden en de innerlijke vrede ontvangen die Hij ons heeft beloofd. Daarvan getuig ik, in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Matteüs 7:7–8; 3 Nephi 14:7.

  2. Zie LV 9:7–8; Moroni 10:3.

  3. Moroni 10:4–5.

  4. LV 46:8.

  5. LV 109:7–8.

  6. Zie Lucas 17:33.

  7. Geloofsartikelen 1:13.

  8. Zie 3 Nephi 20:41; Bijbelvertaling van Joseph Smith, Matteüs 6:38.

  9. Teachings of Gordon B. Hinckley (1997), p. 709.

  10. Amos 5:14.

  11. Matteüs 6:33.

  12. Johannes 17:3.

  13. LV 88:63.

  14. Zie Joseph Smith, Teachings of the Prophet Joseph Smith, samengesteld door Joseph Fielding Smith (1976), p. 194.

  15. Efeziërs 1:10.

  16. Efeziërs 2:20.

  17. LV 89:19.

  18. Mosiah 16:9.

Afdrukken