2003
Kiezen voor naastenliefde: het goede deel
November 2003


Kiezen voor naastenliefde: het goede deel

Ik vraag u niet alleen meer van elkaar te houden, maar beter van elkaar te houden.

Het is heerlijk om als ZHV-zusters, verbondsvrouwen in het herstelde evangelie van de Heer, samen te zijn. Ieder van u — ongeacht uw leeftijd, levensfase of situatie — is nodig en wordt gewaardeerd in de ZHV. Dank u voor wie u bent en voor alles wat u doet.

In mijn kantoor hangt een prachtig schilderij van Jezus met Maria en Marta.1 Elke dag als ik dat schilderij zie, denk ik aan de uitdagingen aan ons, vrouwen. Zuster Hughes, zuster Pingree en ik kregen de inspiratie om het verhaal over Maria en Marta vandaag als thema te gebruiken. De Heer heeft gezegd: slechts één ding is nodig: het goede deel.2 Daarover gaan we het vanavond hebben: over dat goede deel.

Marta woonde in het stadje Betanië, waar zij Jezus ‘ontving (…) in haar huis. En deze had een zuster, genaamd Maria, die, aan de voeten des Heren gezeten, naar zijn woord luisterde.’3 Beide vrouwen hadden de Heer lief. En ‘Jezus nu had Marta en [Maria] (…) lief.’4 In feite hadden zij een ongebruikelijke relatie, want in die tijd discussieerden vrouwen meestal niet met mannen over het evangelie.

Op een dag bereidde Marta de maaltijd en, zoals er staat: ‘werd in beslag genomen door het vele bedienen.’5 Met andere woorden: ze was gestrest!

‘Maria echter zat aan de voeten des Heren [en luisterde] naar zijn woord’6 terwijl Marta zich steeds meer stoorde aan het feit dat niemand haar hielp. Klinkt dat bekend? Denkt u niet dat zij dacht: ‘Waarom zit Maria daar maar terwijl ik me hier uitsloof?’ Dus Marta zei tegen Jezus: ‘Here, trekt Gij het U niet aan dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dan dat zij mij komt helpen.’7

Het vriendelijke antwoord van de Heer verraste Marta misschien. ‘Marta, Marta, gij maakt u bezorgd en druk over vele dingen, maar [slechts één ding is nodig]; en Maria heeft het goede deel uitgekozen dat van haar niet zal worden weggenomen.’8

De Heiland maakte daarmee overduidelijk wat het belangrijkste was. Op die avond in Marta’s huis was het goede deel niet in de keuken, maar aan de voeten van de Heer. Het eten kon wachten.

Net als Maria verlang ik ernaar aan de voeten van de Heiland te zitten terwijl ik, net als Marta, de was moet doen, mijn mail moet binnenhalen en mijn man iets anders moet voorzetten dan een koude pizza. Ik heb vijftien kleinkinderen die ik vaker wil zien en beter wil begrijpen, maar ik heb ook een veeleisende roeping in de kerk! Ik heb niet veel tijd. Net als u moet ik kiezen. We proberen allemaal het goede deel te kiezen dat niet kan worden weggenomen, om het geestelijke en het stoffelijke in balans te krijgen. Zou het niet makkelijk zijn als we de keuze hadden tussen huisbezoek en een bankoverval? Maar onze keuzen zijn vaak veel subtieler. We moeten kiezen tussen veel goede mogelijkheden.

Maria en Marta, dat zijn u en ik, zij zijn alle zusters in de ZHV. Zij hielden van de Heer en wilden dat ook tonen. Ik denk dat Maria bij die gelegenheid haar liefde toonde door naar Hem te luisteren, en dat Marta het deed door Hem te dienen.

Marta dacht dat ze er goed aan deed en dat haar zus haar behoorde te helpen.

Ik denk niet dat de Heer bedoelde dat er Marta’s en dat er Maria’s zijn. Jezus verwierp Marta’s bezorgdheid niet, maar vestigde haar aandacht op iets anders: op het goede deel. En wat is dat? De profeet Lehi zei dat we ‘naar de grote Middelaar’ moeten zien en ‘naar zijn grote geboden luisteren; en getrouw [moeten] zijn aan zijn woorden en het eeuwige leven kiezen, volgens de wil van zijn Heilige Geest.’9

Kiezen voor het eeuwige leven is het enige wat nodig is. We kiezen dagelijks. Als we naar de Heer willen luisteren en Hem volgen, worden we omsloten door de armen van zijn liefde — reine liefde.

Mormon leerde ons: ‘Naastenliefde is de reine liefde van Christus, en duurt voor eeuwig.’10 De reine liefde van Christus. Laten we dat eens bekijken. Wat wil dat zeggen? Een deel van het antwoord vinden we in Jozua: ‘Volbrengt (…) nauwgezet (…) dat gij de Here, uw God, zoudt liefhebben (…) en Hem dienen met geheel uw hart en (…) ziel’11 Reine liefde is onze liefde voor de Heer, getoond door ons dienen, geduld, mededogen en begrip voor elkaar.

Meer inzicht in de reine liefde van Christus vinden we in Ether: ‘[Jezus heeft] de wereld zo (…) liefgehad, dat [Hij zijn] leven [heeft] afgelegd, opdat [Hij] het wederom [zou] kunnen opnemen om een plaats voor de mensenkinderen te bereiden. En nu weet ik, dat deze liefde die [Hij] voor de mensenkinderen [heeft] gehad, reine liefde is.’12 Reine liefde is ook de liefde van de Heer voor ons, getoond door zijn dienen, geduld, mededogen en begrip.

De ‘reine liefde van Christus’13 slaat niet alleen op onze liefde voor de Heiland, maar ook op zijn liefde voor ieder van ons.

In het verhaal van Maria en Marta zien we tevens hoe de gave van reine liefde kan verzwakken. Marta’s vraag om hulp bevatte een onuitgesproken maar duidelijk oordeel: ‘Ik doe het goed, zij niet.’

Veroordelen we elkaar? Bekritiseren we elkaar om onze keuzen, denken we dat we het beter weten, terwijl we in feite zelden inzicht hebben in de unieke situatie of de individuele inspiratie van de ander? Hebben we wel eens gezegd: ‘Zij werkt buitenshuis.’ Of: ‘Haar zoon is niet op zending geweest.’ Of: ‘Zij is te oud voor een roeping’. Of: ‘Dat kan ze niet — zij is alleenstaand.’ Dergelijke oordelen en nog vele andere, ontnemen ons het goede deel, die reine liefde van Christus.

We verliezen dat goede deel ook uit het oog als we onszelf vergelijken met anderen. Haar haar zit leuker, ik heb dikkere benen, haar kinderen zijn begaafder, haar tuin brengt meer op… zusters, u kent dat wel. Dat moeten we gewoon niet doen. We moeten ervoor waken dat we ons incapabel voelen doordat we ons concentreren op wie we niet zijn in plaats van op wie we zijn! We zijn allemaal zusters in de ZHV. We kunnen niet bekritiseren, roddelen of veroordelen en de reine liefde van Christus behouden. Hoort u het zachtaardige gebod van de Heer: ‘Marta, Marta…?’

Ouderling Marvin J. Ashton heeft zo mooi gezegd: ‘De hoogste vorm van naastenliefde wordt bereikt als wij vriendelijk zijn voor elkaar, als we anderen niet veroordelen of categoriseren, als we elkaar gewoon het voordeel van de twijfel gunnen of onze mond houden. Naastenliefde is: andermans verschillen, zwakheden en tekortkomingen accepteren; geduld hebben met iemand die ons heeft teleurgesteld; ons niet beledigd voelen als iemand iets niet aanpakt zoals we hadden gehoopt. Naastenliefde is: weigeren misbruik te maken van iemands zwakheid en bereid zijn te vergeven wie ons heeft gekwetst. Naastenliefde is: het beste van elkaar verwachten.’14

Door reine liefde te beoefenen leren we wat er in een zuster omgaat. Als we weten wat er in een zuster omgaat, zijn we anders. We veroordelen haar niet. We houden gewoon van haar. Ik vraag u niet alleen meer van elkaar te houden, maar beter van elkaar te houden. Dan komen we met zekerheid te weten dat ‘naastenliefde nimmer vergaat.’15

Als ik me ergens druk en bezorgd over maak, is, net als bij Marta, mijn liefdevolle houding een van de eerste dingen die verdwijnen. Geldt dat ook voor u?

Ik heb geleerd dat het, om reine liefde terug te winnen, het beste is om me niet druk te maken en gewoon de Heer lief te hebben en te dienen. Hoe doen we dat? We beginnen elke dag met geknield te bidden tot onze Vader in de hemel. We horen zijn woorden door dagelijkse schriftstudie, en we volgen de leiding die we ontvangen. Als we eerst Christus liefhebben, houden we ook van anderen. hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.’16 Dat is de wisselwerking van reine liefde. Zusters, reine liefde vergaat nimmer.

Toen ik deze roeping kreeg, verlangde ik met mijn hele hart dat ik genoeg naastenliefde zou hebben om oprecht van elke zuster in de kerk te houden. Ik wenste dat u door mijn groeiende liefde, de liefde van de Heer kon voelen. Ik bad tot onze hemelse Vader ‘met alle kracht van [mijn] hart, dat [ik] met deze liefde [mocht] worden vervuld, die Hij op allen, die oprechte volgelingen zijn van zijn Zoon, Jezus Christus, heeft uitgestort.’17

Afgelopen december stelde onze zondagsschoolleerkracht voor dat we de Heer tijdens de tiendevereffeningsperiode vertrouwelijk verslag zouden doen van onze bestudering en toepassing van een evangeliebeginsel. Ik had een overduidelijk gevoel dat ik de reine liefde moest bestuderen. Die influistering werd tijdens de avondmaalsdienst bevestigd, en ik wist dat ik leiding van de Heer had ontvangen.

Tijdens mijn contact met velen van u, heb ik een overweldigende liefde gevoeld voor u en uw goedheid. Ik voel me nederig door uw steun. Ik heb een dieper verlangen om u te dienen. Dat zijn gevoelens van reine liefde; dat zijn antwoorden op mijn gebeden; dat zijn de mooiste momenten van mijn roeping. Ik moet een beetje vooruitgang hebben geboekt, omdat mijn kinderen me vragen hoe het komt dat ik de laatste tijd zo aardig ben. In december zal ik mijn hemelse Vader verslag uitbrengen van mijn inspanningen om reine liefde te begrijpen en te beoefenen.

De Heer zal ons, net als bij Maria en Marta, dat goede deel tonen dat niet van ons wordt weggenomen. Hij zal ons de reine liefde van Christus vergunnen, want reine liefde vergaat nimmer.

Lieve zusters, één ding is nodig: dat we Hem elke dag volgen. Kies daarom voor Christus de Heer. Kies ervoor u te verheugen in zijn woord. Kies ervoor om op Hem te vertrouwen. Kies ervoor om naar zijn liefde uit te kijken. Kies ervoor om Hem uw hele hart te geven. Kies daarom dat goede deel.

Dat bid ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Walter Rane, Mary Heard His Word, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis en kunst.

  2. Zie Lucas 10:42.

  3. LV 10:38–39; cursivering toegevoegd.

  4. Johannes 11:5.

  5. Lucas 10:40.

  6. Lucas 10:39.

  7. Lucas 10:40.

  8. Lucas 10:41–42.

  9. 2 Nephi 2:28.

  10. Moroni 7:47.

  11. Jozua 22:5; cursivering toegevoegd.

  12. Ether 12:33–34; cursivering toegevoegd.

  13. Moroni 7:47.

  14. ‘De tong kan een scherp zwaard zijn’, De Ster, juli 1992, p. 17.

  15. Moroni 7:46.

  16. 1 Johannes 4:19.

  17. Moroni 7:48; cursivering toegevoegd.

Afdrukken