Evangelieparels
De wet van vasten
De wet van vasten is een volmaakte wet. Pas als we die deel van ons leven maken, kunnen we aan onze volmaking werken.
Een wet die velen in deze verontruste generatie veronachtzamen maar die zij heel hard nodig hebben in deze moderne, jachtige wereld van vermaak is de wet van vasten. Vasten en bidden zijn vanaf de eerste dagen aangemerkt als een haast enkelvoudige handeling. Adams generatie vastte en bad, alsook Mozes op Sinaï ([zie] Deuteronomium 9:9–11). (…)
Na het bezoek van de Meester (…) aan het westelijk halfrond werd het volk gezegd te volharden in ‘vasten en gebed en [zij] bleven dikwijls samenkomen om zowel te bidden als het woord des Heren te horen’ (4 Nephi 1:12). Het volk was zo volkomen en oprecht in het gehoorzamen van zijn geboden ‘dat er onder het gehele volk in het gehele land geen twist was; integendeel, er werden onder de discipelen van Jezus machtige wonderen verricht’ (4 Nephi 1:13). Zou het niet geweldig zijn als we die omstandigheden nu hadden!
Vasten en bidden in deze tijd
Zijn wet is door een hedendaagse profeet in onze tijd opnieuw bevestigd(…). Hij heeft gezegd: ‘Ook geef Ik u een gebod dat gij van nu af aan zult doorgaan met bidden en vasten’ (LV 88:76). Daarna noemt Hij in het volgende vers een evangelielering die bijna geheel het gevolg is van bidden en vasten. De Heer zegt daar:
‘En Ik geef u een gebod dat u elkaar in de leer van het koninkrijk zult onderwijzen.
‘Onderwijst ijverig en mijn genade zal met u zijn, opdat u volmaakter kunt worden onderricht in de theorie, in de beginselen, in de leer, in de wet van het evangelie, in alle dingen die met het koninkrijk van God te maken hebben, die nuttig voor u zijn om te begrijpen’ (LV 88:77–78).
Geen man of vrouw zal in geestelijke zaken kunnen onderwijzen tenzij hij of zij zich door de Geest laat leiden, want ‘de Geest zal u gegeven worden door het gelovige gebed; en indien gij de Geest niet ontvangt, zult gij niet onderwijzen.
‘En dit alles zult gij nauwgezet doen zoals Ik heb geboden in verband met uw onderwijs, totdat de volheid van mijn Schriften gegeven is.
‘En wanneer gij uw stem door de Trooster verheft, zult gij spreken en profeteren zoals het Mij goeddunkt;
‘Want zie, de Trooster weet alle dingen en geeft getuigenis van de Vader en van de Zoon’ (LV 42:14–17).
Belofte voor iedere leerkracht
O, dat iedere leerkracht de kracht van deze belofte aanvoelt en dit deelgenootschap aanvaardt, dat beschikbaar is voor ieder die betrokken is bij het onderwijs in de waarheid.
Er zijn geen betere voorbeelden van lesgeven met de Geest dan de zoons van Mosiah. In het Boek van Mormon lezen wij hoe zij ‘sterk [waren] geworden in de kennis der waarheid, want het waren mannen met een zuiver begrip en zij hadden de Schriften zorgvuldig onderzocht om het woord Gods te leren kennen.
‘Maar dat was niet alles; zij hadden zich overgegeven aan veel gebed en aan vasten; daarom hadden zij de geest van profetie en de geest van openbaring, en wanneer zij leerden, leerden zij met kracht en met gezag van God’ (Alma 17:2–3).
Is er een leidinggevende in de priesterschap of een hulporganisatie van deze kerk die niet alles zou willen geven om dergelijke kracht en zekerheid te bezitten? Bedenk wel dat ze zich volgens Alma, meer dan al het andere, hadden overgegeven aan bidden en vasten. Weet u, er zijn zegeningen die alleen verkregen kunnen worden als we ons aan bepaalde wetten houden. De Heer heeft dit heel duidelijk gemaakt bij monde van de profeet Joseph Smith, toen Hij verklaarde: ‘Want allen die uit mijn hand een zegen willen verkrijgen, moeten zich houden aan de wet die voor die zegen werd gesteld, en aan de voorwaarden ervan, zoals die vóór de grondlegging der wereld werden vastgesteld’ (LV 132:5).
De Heer had het niet duidelijker kunnen zeggen, en naar mijn mening zijn er te veel ouders in de kerk die zichzelf en hun kinderen een van de aangenaamste geestelijke ervaringen ontzeggen die de Vader aan hen beschikbaar heeft gesteld.
De maandelijkse vastendag
In aanvulling op vasten voor een bijzondere reden, wordt er van ieder lid van de kerk verwacht dat het op de vasten-en-getuigeniszondag twee [opeenvolgende] maaltijden overslaat. (…)
Deskundige medische autoriteiten zeggen dat ons lichaam baat heeft bij een incidentele vastenperiode. Dat is zegening nummer één en wellicht de minst belangrijke. Ten tweede dragen we het geld dat we uitsparen door niet te eten als vastengave af aan de bisschop; dat geld komt ten goede aan de armen en behoeftigen. En ten derde ontvangen we een geestelijke zegening die we op geen enkele andere manier kunnen krijgen. Dat is de heiliging van de ziel, die wij nu net zozeer kunnen ondergaan als het uitverkoren volk dat tweeduizend jaar geleden leefde. Ik citeer een enkel vers uit het Boek van Mormon: ‘Niettemin vastten en baden zij dikwijls, en werden steeds sterker in hun ootmoed, en steeds onwrikbaarder in het geloof in Christus, waardoor hun ziel met vreugde en vertroosting werd vervuld, ja, zodat hun hart gereinigd en geheiligd werd, welke heiliging tot stand kwam door de overgave van hun hart aan God’ (Helaman 3:35). Zou u niet willen dat het u overkwam? Dat kan, weet u!
Is het u opgevallen dat wie dit doen hun ziel vervuld krijgen met ‘vreugde en vertroosting’? Weet u, de wereld denkt over het algemeen dat vasten een tijd is van in ‘zak en as’ zitten, een tijd om er somber bij te lopen, als iemand met wie je medelijden moet hebben. Integendeel, de Heer spoort ons juist als volgt aan:
‘Wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars, een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
‘Maar gij, zalf uw hoofd, als gij vast, en was uw gelaat,
om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden’ (Matteüs 6:16–18).
Zegeningen van vasten
Nu komen we bij het belangrijkste deel van deze geweldige wet. Tot zover hebben we alleen die aspecten besproken die ons tot zegen zijn. De ware vreugde komt doordat wij de armen en behoeftigen tot zegen zijn. Want het is door de vervulling van deze geweldige christelijke daad dat we de ‘zuivere en onbevlekte godsdienst’ oefenen waar Jakobus over heeft gesproken (zie Jakobus 1:27). Kunt u een betere of volmaaktere christelijke daad bedenken dan ‘zuivere en onbevlekte godsdienst’? Ik niet.
De Heer heeft bij monde van Mozes gezegd:
‘Wanneer er onder u een arme mocht zijn, een van uw broeders, in een van uw woonplaatsen, in het land, dat de Here, uw God, u geven zal, dan zult gij uw hart niet verstokken noch uw hand gesloten houden voor uw arme broeder,
‘Maar gij zult uw hand wijd voor hem openen’ (Deuteronomium 15:7–8).
Dan doet Hij een belofte aan wie geeft: ‘Ter wille daarvan zal de Here, uw God, u zegenen in al uw werk en in alles wat gij onderneemt’ (Deuteronomium 15:10). Hij besluit als volgt: ‘Daarom gebied ik u aldus: Gij zult uw hand wijd openen voor uw broeder, voor de ellendige en de arme in uw land’ (Deuteronomium 15:11). (…)
Een vervolmakende wet
Ja, de wet van vasten is een volmaakte wet, en pas als we die deel van ons leven maken, kunnen we aan onze volmaking werken. Wanneer u begint en eindigt met vasten is aan u, maar zou het niet mooi zijn als u in de vasten-en-getuigenisdienst geestelijk op uw best bent?
Hoeveel u als vastengave aan de bisschop afdraagt is ook aan u, maar zou het geen voldoening schenken om te weten dat u bereidwillig en nauwkeurig gegeven hebt?
Gehoorzaamheid leidt tot voldoening
(…) Is het u opgevallen hoe veel gemoedsrust u voelt elke keer dat u gehoorzaam bent aan de verlangens van uw hemelse Vader? Er is geen vervanging voor de gemoedsrust die u voelt als beloning voor gehoorzaamheid aan waarheid.
De wereld heeft zelfdiscipline nodig. Die krijgt u door te vasten en te bidden. Onze generatie ontbreekt het aan zelfbeheersing. Vasten en bidden kan deze deugd helpen teweegbrengen.
De toekomst van de wereld hangt af van een dringende terugkeer naar eenheid in het gezin. Vasten en bidden zullen dat helpen garanderen. Iedereen heeft behoefte aan meer goddelijke leiding. Er is geen betere manier. We krijgen allemaal te kampen met de invloeden van de boze. Zijn invloed is onverenigbaar met vasten en bidden. (…)
(…) Ik sluit mij aan bij het getuigenis van Alma, die heeft verklaard:
‘Zie, ik getuig tot u te weten dat deze dingen waarover ik heb gesproken, waar zijn. En hoe denkt gij dat ik dit zo zeker weet?
‘Zie, ik zeg u: ze worden mij bekendgemaakt door de Heilige Geest Gods. Zie, ik heb vele dagen gevast en gebeden om deze dingen voor mijzelf te kunnen weten. En nu weet ik inderdaad voor mijzelf dat ze waar zijn, want de Here God heeft ze mij door zijn Heilige Geest geopenbaard’ (Alma 5:45–46).