Het evangelie in mijn leven
Als alles tegenzit
Ik probeerde het evangelie na te leven. Waarom zat het mij dan zo tegen?
Het begon met het kwijtraken van het Boek van Mormon dat ik ruim vijf jaar geleden van ‘mijn’ zendelingzuster, zuster High, had gekregen. Ik kon natuurlijk een ander exemplaar aanschaffen, maar die van mij stond vol met markeringen en kruisverwijzingen. Tussen de bladzijden bevonden zich citaten waar ik veel troost uitputte, een hartverwarmend briefje van een vriendin, en een kopie van mijn patriarchale zegen. Waar ik ook zocht, het boek was nergens te vinden. Het zat me dwars dat ik er zo achteloos mee om was gesprongen.
Kort hierna raakte ik een van mijn baantjes kwijt. Mijn inkomen werd daarmee gehalveerd. Ik had mijn ouders beloofd dat ik zelf mijn studie zou betalen. Hoe zou ik mijn studie ooit kunnen afmaken?
Ik had mij zo goed mogelijk aan de geboden gehouden; waarom zat het mij dan allemaal tegen? Mijn vrienden op school zagen hun kans schoon om het mij in te peperen. Eentje zei: ‘Als ik jou was zou ik mijn kerkbezoek maar eens halveren. Zo kun je besparen op het busgeld.’ Een ander zei: ‘Waarom ga je gewoon een maand of twee niet naar de kerk? Dan zul je wellicht zien dat het allemaal niet zoveel uitmaakt.’
Een kort ogenblik kwamen hun opmerkingen mij zinnig voor. Ik begon mij af te vragen of ik beter af zou zijn zonder de kerk.
Ik ging terug naar mijn studentenflat, waar ik een foto zag van mijn familie die tijdens het Chinese Nieuwjaar genomen was. Ik bedacht hoeveel ik van hen hield en hoeveel geluk zij mij schenken. En ik moest aan mijn hemelse Vader denken, van wie ik houd en die van mij houdt. Ik besefte dat ik mij beter kon richten op wat ik had in plaats van op wat ik niet had. Toch vroeg ik mij af hoe ik met deze beproevingen om moest gaan.
Een korte tijd later sprak ik erover met mijn instituutsdocent, zuster Ou, die mij zei: ‘Voor veel leden breekt een fase aan, als de ‘alles wel’-periode van een bekeerling voorbij is, waarin zij te maken krijgen met problemen die hun geloof op de proef stellen. In de Schrift staat: ‘Niettemin acht de Heer het goed zijn volk te kastijden; ja, Hij beproeft hun geduld en hun geloof’ (Mosiah 23:21).
‘Wat kan ik doen?’, vroeg ik.
‘Onderzoek de Schriften zelfs nog ijveriger en bid zelfs nog vuriger’, zei ze. ‘Waar geloof komt voort uit beproevingen en pijn. Je geloof zal groeien, je zal vooruitgang maken en je getuigenis zal versterkt worden.’
Ik besloot haar advies op te volgen en mijn geloof in God te stellen. Ik probeerde te doen wat Alma 38:5 ons leert: ‘Naarmate gij uw vertrouwen in God stelt, in diezelfde mate zult [gij] worden bevrijd uit uw bezoekingen en uw zorgen en uw benauwingen, en ten laatsten dage zult [gij] worden verhoogd.’
En wat bleek? Ik vond een andere baan — een betere dan de vorige. En nog mooier was dat ik mijn boek-van-mormon terugvond.
Ik leerde dat onze teleurstellingen, smarten en donkere uren ons helpen groeien. Die kunnen ons tot meer vreugde leiden als wij ons geloof en vertrouwen, zoals zuster Ou zei, in onze liefhebbende hemelse Vader stellen. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik een groter getuigenis heb gekregen dat de kerk en het evangelie waar zijn.