Gevangen in een Cumbuca
Kom niet klem te zitten als een aap. Jij kunt loslaten.
De inheemse bevolking van Brazilië gebruikt een apenval cumbuca genaamd. Ze maken een gat in een pompoen dat net groot genoeg is voor een aap om zijn hand naar binnen te wringen. Daarna prikken ze de pompoen vast aan de grond en doen ze iets in de pompoen waar een aap op afkomt, bijvoorbeeld een banaan. De dwaze aap grijpt de banaan vast, maar met een banaan in zijn hand kan hij niet terugtrekken. En hij zal de banaan niet loslaten, dus zit hij gevangen.
Satan plaatst soortgelijke valstrikken voor ons. Maar wij hoeven niet zo dwaas als een aap te zijn. Wij kunnen loslaten. Hij zal zijn valstrikken interessant maken, zelfs mooi. Maar aan het eind zijn ze dat niet; ze zijn lelijk, en het eindresultaat is afschuwelijk. Ons eeuwige leven loopt risico, dus moeten we slimmer zijn dan de aap. We moeten de valstrikken uit de weg gaan en loslaten als we iets hebben vastgepakt dat ons schade zal berokkenen.
Verander niet van dans
Toen ik zestien was kwam ik ’s avonds met drie vrienden terug van een kerkelijke activiteit. We zaten samen in het priestersquorum en trokken graag samen op. We parkeerden de auto voor mijn huis en praatten wat over de fijne activiteit die we hadden bezocht toen een van mijn vrienden een voorstel deed.
In de buurt was een club die populair was bij de tieners. Op vrijdag en zaterdag werd er gedanst. Hij zei: ‘Laten we daar eens gaan kijken.’ Hij stelde zelfs voor om als de kans zich voordeed met de aanwezige jongeren over het evangelie te beginnen. De andere drie, onder wie ik, probeerden hem duidelijk te maken dat het niet zo’n goed idee was. De normen zouden daar niet hetzelfde zijn als bij een activiteit van de kerk. Ze zouden daar roken en drinken. De mensen zouden onfatsoenlijk gekleed gaan. De meeste muziek zou ongeschikt zijn, te hard gedraaid worden en te veel beat hebben, en de teksten veelal suggestief.
Het ging hier om een goede vriend, een heel actieve jongeman. Maar hij bleef volhouden dat we moesten gaan. ‘Het kan geen kwaad,’ zei hij, ‘zolang we maar niet die slechte dingen doen.’ Met z’n drieën probeerden we het hem uit zijn hoofd te praten, maar dat lukte ons niet. Ten slotte zei hij: ‘Dan ga ik toch alleen. Ik zal jullie laten zien dat er echt niets mis mee is. En jullie zullen een heleboel plezier mislopen.’ Hij was vastbesloten om zijn hand in de cumbuca te steken.
Op vrijdag ging hij daar dansen. De volgende dag kwam hij naar een activiteit van de kerk waar hij liep op te scheppen hoeveel plezier hij had gehad. Hij vroeg of we de volgende week meegingen. Daar zagen we van af, maar hij bleef op geregelde basis gaan, tot hij daar ten slotte ook op zaterdagavond ging dansen. Dan kwam hij de volgende dag te laat voor de kerk, omdat hij moe was van de avond ervoor. Uiteindelijk kwam hij niet meer elke zondag.
Mijn vriend wilde niet loslaten
Na verloop van tijd zagen we hem nog maar zelden in de kerk. Hij ging niet op zending. Enkele jaren geleden heb ik contact met hem gezocht. Hij woonde in een andere stad een eind uit de buurt. Toen ik het gesprek op de kerk bracht, liet hem dat volkomen koud, hij was niet dezelfde persoon die ik ooit had gekend.
Terugkijkend, denk ik aan ons vieren in die auto. De andere drie bleven actief in de kerk, trouwden in de tempel en hebben leidinggevende functies in de kerk vervuld. Maar die ene uitmuntende vriend dwaalde af, trouwde buiten de kerk en is nu volledig inactief. Zijn kinderen kennen niet de zegeningen van het evangelie. Hoewel hij zich nog steeds kan bekeren, en ik hoop dat hij dat zal doen, ontglippen hem waardevolle tijd en mogelijkheden.
Die avond in de auto waren wij vieren op een kruispunt in ons leven. Ik wist toen niet dat die beslissing zó belangrijk was. We wisten alleen dat het niet juist was om naar de plek te gaan waar hij naartoe wilde. Ik moest aan zijn woorden denken: ‘We gaan ernaar toe en bekeren daar door ons voorbeeld een paar van die jongeren.’ Maar hij liet zich misleiden, want hij was het die zich liet bekeren tot een ander pad. Nu ik erop terugkijk, zie ik dat iets zo kleins zo een grote invloed kan hebben op het latere leven. Ik ben blij dat ik toen het goede heb gekozen.
Waar we moeten staan
In Leer en Verbonden 87:8 krijgen we de raad: ‘Staat op heilige plaatsen’. We moeten daar staan waar de Heer ons verwacht. We moeten vandaag besluiten dat we onze normen voor niets verlaten. We laten ons niet misleiden door Satan. We laten ons niet vangen.
In de Bijbel lezen we over David, van wie de Heer zei dat hij een man was naar zijn hart (zie 1 Samuël 13:14; 16:7). Hij was de jongste van acht zoons en werd door Samuël gezalfd om koning van Israël te zijn, en ‘van die dag af greep de Geest des Heren David aan’ (1 Samuël 16:13). Hij bevocht en versloeg Goliat in de naam van de Heer (zie 1 Samuël 17:45–51). Zelfs toen hij op de vlucht was, werd hij gezegend, geleid en erkend als de gezalfde des Heren, en uiteindelijk werd hij een machtige koning van Israël (zie 1 Samuël 19–26; 2 Samuël 5:3, 8, 10).
Maar toen kwam het moment waarop David niet op een heilige plaats stond. In plaats daarvan stond hij op een dak en zag een mooie vrouw zich baden. Hoewel zij de vrouw van een ander was, viel hij voor haar en volhardde in zijn kwade gedachten. Ze pleegden overspel, en toen zij zwanger raakte, arrangeerde hij de dood van haar man. (Zie 2 Samuël 11:2–17.) In plaats van afstand te nemen van de verleiding gaf David toe. Hij zou de rest van zijn leven spijt hebben van wat hij had gedaan.
Kleine keuzes, grote gevolgen
Hoe weet je dan waar je moet staan en wat je moet doen? Onze bron is Voor de kracht van de jeugd. Weet wat er in dit boekje staat. Er wordt helder in uitgelegd wat gepast is als kleding en muziek, taalgebruik, het kiezen van vrienden en nog veel meer. Raak bekend met deze normen en neem je vandaag nog voor dat je je daaraan zult houden en geen compromissen zult sluiten. Wacht daar niet mee tot het moment van verleiding, want dan ben je te laat.
President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft gezegd: ‘Over de positieve dingen die je wilt bereiken hoef je maar een keer een besluit te nemen — zoals op zending gaan en waardig leven om in de tempel te kunnen trouwen — en dan kunnen alle andere beslissingen die verband houden met die doelen makkelijk genomen worden. Andersom is elke overweging riskant en kan elke dubbelzinnigheid tot fouten leiden. Er zijn dingen die heiligen der laatste dagen doen, en andere dingen die we gewoon niet doen. Hoe eerder je ervoor kiest het goede te doen, des te beter dat voor jou is!’1
Dierbare jonge vrienden, wees slimmer dan een aap! Steek nergens je hand in waar je je hand niet meer uit krijgt, hoe aanlokkelijk ook. Sta waar de Heer wil dat je staat, doe wat Hij wil dat je doet, en kom nooit klem te zitten in een cumbuca.