Vasten voor een profeet
De auteur woont in Hawaï (VS).
Silioti was dol op president Kimball. Ze wilde dat hij beter werd.
‘Voed de ziel, ja, vul het hart en wijd ons vasten, Heer’ (Lofzangen, nr. 95).
Silioti liep langs bomen met gele papaja’s en blozend rijpe mango’s van school naar huis. Toen ze naar het fruit keek, bedacht ze dat ze honger had. Ze wist ook dat het een bijzondere dag was. Vandaag vastte iedereen in haar ring in Tonga voor de profeet, president Spencer W. Kimball. De profeet was ziek en moest een operatie ondergaan. Die avond zouden alle leden van de ring bij elkaar komen om te bidden en hun vasten samen af te sluiten.
Toen Sillioti thuiskwam, rook ze dat er eten werd gekookt in de ‘umu, de putoven. Haar maag knorde. Silioti was blij dat ze nu groot genoeg was om te vasten maar vasten op een schooldag was veel moeilijker dan vasten op zondag.
Silioti probeerde niet aan de honger te denken. Ze zocht brandhout bij elkaar en ruimde de bladeren op van de hoge broodbomen die hun tuin schaduw gaven.
‘Mijn hemelse Vader begrijpt het wel als ik een klein slokje water neem’, dacht Silioti toen ze klaar was en haar handen waste. Toen bedacht ze hoeveel ze van president Kimball hield. Ze wilde dat hij weer gezond werd. Ze besloot te wachten.
Silioti zat op de veranda en legde haar hoofd in de schoot van haar moeder. Ze was zo moe.
‘Je mag je vasten beëindigen als dat nodig is’, zei haar moeder.
‘Maar ik wil vasten’, zei Silioti. ‘Ik kan het.’
Toen vader thuiskwam van zijn werk hielp iedereen bij het openmaken van de ‘umu. Ze haalden het in bladeren gewikkelde varkensvlees, de vis en het in kokosmelk gebakken vruchtenbrood er uit. Toen wikkelden ze het eten in doeken en liepen ermee naar de straat om op de bus te wachten.
Daar kwamen ze nog andere gezinnen tegen, allemaal met voedsel. Ze glimlachten en praatten met elkaar terwijl ze samen in de bus stapten. Silioti vond een plekje naast haar moeder. Ze rook het heerlijke eten terwijl de bus voortdenderde.
Het was al donker toen ze bij het kerkgebouw aankwamen. Daar knielde Silioti met haar ouders, broers en zussen, en honderden leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
Tijdens dat gebed bad Silioti in haar hart: ‘Laat president Kimball alstubieft weer beter worden.’ Ze wist dat iedereen in die zaal daar ook voor bad. Een rustig gevoel vertelde haar dat het goed zou komen met president Kimball.
Toen ze haar ogen opendeed, zag ze tranen op de wangen van de mensen om haar heen. Al die mensen hadden gevast en zij had samen met hen gevast. Het was moeilijk maar ze had het volgehouden!