Jongeren
Toen mijn vriendin overleed
De auteur woont in Utah (VS).
Toen we in het middelbaar zaten, kreeg mijn vriendin een hersenbloeding waaraan ze de volgende dag overleed. Daar had ik veel moeite mee, hoewel ik lid van de kerk was. Ik had mijn hele leven geleerd dat ik me altijd tot mijn hemelse Vader en de Heiland kon wenden, maar zoiets had ik nog nooit meegemaakt.
Ik huilde urenlang en probeerde iets te vinden om me gerust te stellen. De avond na haar overlijden pakte ik mijn zangboek. Toen ik erdoorheen bladerde, viel mijn oog op ‘Verblijf bij mij, nu d’avond valt’ (Lofzangen, nr. 111). Het derde couplet sprak me bijzonder aan:
Verblijf bij mij, nu d’avond valt,
ja, eenzaam wordt de nacht
als ik met U niet om kan gaan,
noch vind in U mijn kracht.
Ik vrees dat ’s werelds duisternis
mijn huis dan zou betreên.
O Heiland, houd de wacht bij mij,
nu ’t schemert om mij heen.
Door die woorden kreeg ik zo’n rustig gevoel. Ik wist toen dat de Heiland die avond niet alleen bij mij was, maar ook precies wist hoe ik me voelde. Ik weet dat de liefde die ik door die lofzang voelde, niet alleen die avond bij mij was, maar ook tijdens veel andere beproevingen die ik heb doorstaan.