Desideria Yáñez: pionier onder de vrouwen
Nadat een droom haar naar het herstelde evangelie had geleid, werd deze 19e-eeuwse heilige der laatste dagen uit Mexico een onverzettelijke pionier van de kerk.
Aan het begin van het jaar 1880 sliep Desideria Yáñez in een beschutte pueblo [nederzetting] in de met cactussen begroeide heuvels van Nopala in Mexico. In haar droom zag ze een brochure met de titel Voz de Amonestación (Een stem ter waarschuwing), die haar leven zou veranderen en haar geestelijk zou helpen. Toen ze wakker werd, wist ze dat de mannen die de brochure uitgaven in Mexico-Stad waren.1 Ze besefte ook dat het fysiek onmogelijk voor haar was om de 120 km naar de stad af te leggen, maar ze was vastbesloten om aan de indrukken van haar droom gehoor te geven en een oplossing te vinden.
Het geloof van een familie
Desideria vertelde haar zoon José over haar droom. Hij geloofde haar en reisde in haar plaats naar Mexico-Stad. Gedreven sprak hij mensen aan en uiteindelijk ontmoette hij kerklid Plotino Rhodakanaty, die hem naar Hotel San Carlos stuurde.2
In het hotel vond José ouderling James Z. Stewart, die de drukproeven aan het corrigeren was van de door Parley P. Pratt geschreven Voz de Amonestación, dezelfde brochure die Desideria in haar droom had gezien. Toen José ouderling Stewart over Desideria’s droom vertelde, gaf de zendeling José een paar andere brochures van de kerk mee, want Voz de Amonestación was nog niet klaar. In zijn dagboek maakte ouderling Stewart melding van het interessante gesprek.3
Veel stoffige kilometers later was José weer terug bij zijn moeder. Toen Desideria hoorde dat de brochure echt bestond, wist ze dat haar droom klopte. Alles wat in de brochures stond die José had meegenomen, dronk ze in zich op. De fundamentele leerstellingen van het evangelie die erin beschreven werden, raakten haar tot diep in haar ziel. Ze wilde zich laten dopen.
Gevonden door een zendeling
Omdat ouderling Stewart nog aan Voz de Amonestación werkte, werd ouderling Melitón Trejo, een zendeling uit Spanje, naar Nopala gestuurd om Desideria en José op te zoeken. Op 22 april 1880 doopte ouderling Trejo Desideria Quintanar de Yáñez, José Maria Yáñez en José’s dochter Carmen. Desideria was de 22e persoon die zich in het zendingsgebied Mexico liet dopen en de eerste vrouw in midden-Mexico.4
Later die maand ging José weer naar Mexico-Stad en kwam hij met 10 exemplaren van Voz de Amonestación terug. Eindelijk zag Desideria de brochure uit haar droom. Voor haar was de brochure een tastbare herinnering hoe de Heer haar persoonlijk had benaderd en haar naar het herstelde evangelie had geleid.
Het eerste Spaanse Boek van Mormon
Op haar 72e merkte Desideria dat haar gezondheid achteruitging. In 1886 kon ze haar huisje in San Lorenzo bij Nopala niet meer uit. Op een noodlottige avond braken dieven bij haar in, sloegen haar en gingen er met $3.000 vandoor.5 Desideria overleefde het. In plaats van te wanhopen, wachtte Desideria in geloof af tot de Heer haar zou helpen. Door de droom wist ze al dat de Heer Zich van haar situatie bewust was.
Toen, in oktober 1886, brachten een apostel en twee zendingspresidenten onverwacht een bezoek aan het gebied. José Yáñez vertelde hun over zijn moeders beproevingen. Snel gingen de broeders naar Desideria’s huis. Desideria was verrukt om ouderling Erastus Snow van het Quorum der Twaalf Apostelen te ontmoeten en hem zijn handen op haar hoofd te laten leggen voor een priesterschapszegen.
Tijdens het bezoek van deze broeders verraste de nieuwe zendingspresident, Horace Cummings, Desideria met belangrijk nieuws. Hij zei haar dat in Salt Lake City de eerste Spaanse vertaling van het hele Boek van Mormon bijna klaar was. Snel vroeg Desideria om een exemplaar van deze Schriftuur die binnenkort zou verschijnen.
Een maand later ging president Cummings weer bij Desideria langs om een exemplaar te brengen. Over deze ervaring schreef hij: ‘Oude zuster Yáñez bezocht, een invalide vrouw; heb haar een ongebonden exemplaar van het Boek van Mormon gegeven dat ik in Utah had opgevraagd. Het was het eerste Spaanse exemplaar dat iemand in Mexico heeft ontvangen. […] Ze leek er erg blij mee.’6 Dit zou de laatste keer van haar leven zijn dat Desideria door een zendeling werd bezocht.
Afgelegen maar niet vergeten
In 1889, niet meer dan 10 jaar nadat het herstelde evangelie in midden-Mexico was geïntroduceerd, kregen de kerkleiders het idee om de beperkte financiële middelen van de kerk anders te gaan gebruiken en kolonies in Noord-Mexico te vestigen. Toen de zendelingen naar het noorden vertrokken, voelden de leden rond Mexico-Stad, op ongeveer 1600 km van de kolonies, zich als schapen zonder herder. Hoewel ze nog wel haar familie om zich heen had, besefte Desideria dat ze nu alleen in het evangelie stonden. Dat betekende dat ze in dit leven nooit de gelegenheid zou hebben om lid te worden van de zustershulpvereniging of de zegeningen van de tempel te ontvangen.
Maar ze wist dat de Heer haar kende. Door middel van zijn dienstknechten had de Heer duidelijk gemaakt dat hij voor ieder afzonderlijk lid van zijn kudde wilde zorgen. Vanwege haar droom, de priesterschapszegen en het Boek van Mormon kon Desideria getuigen van haar absolute zekerheid dat God voor haar geestelijk en stoffelijk welzijn zorgde. Hoewel deze kennis haar niet vrijwaarde tegen beproevingen en problemen, gaf die haar het vertrouwen dat de Heer haar last altijd zou verlichten.
Een blijvend erfgoed
In 1903 keerden zendelingen voor het eerst sinds 1886 naar Zuid-Mexico terug. Daar ontmoetten ze José, die vertelde over Desideria’s volharding tot het eind en haar erfgoed van geloof. Hij zei dat zowel zijn vrouw als zijn moeder ‘met onwrikbaar geloof in het mormonisme was gestorven’ en dat ook hij de hoop had om ‘in het mormonisme te sterven’.7
Na haar droom had Desideria haar voet op het evangeliepad gezet en was ze een latina pionier van de kerk geworden. Het zaadje van geloof dat in 1880 door een droom was gezaaid, was niet verloren gegaan. Het was gaan groeien toen Desideria haar doopverbond sloot en haar beproevingen met geloof doorstond. Desideria had makkelijk geestelijk af kunnen sterven toen zij en haar familie los van de rest van de kerk kwamen te staan, maar ze hield zich aan het evangelie vast. Ze wist dat God haar kleine stukje van de wereld liefhad en verzorgde.
Hoewel ze haar huis niet uitkon, werd ze een voorbeeld van geloof, inzet, gehoorzaamheid en standvastigheid, niet alleen voor haar familie maar ook voor ieder van ons in onze pogingen om de pioniersgeest uit te dragen.