Als partners van God onze zoon opvoeden
De auteur woont in Utah (VS).
Toen ik besefte hoe ik een beroep kon doen op geestelijke hulpmiddelen, vond ik vanzelf meer manieren om mijn zoon te helpen en mijn eigen moeilijkheden het hoofd te bieden.
Als ik over het ouderschap nadacht, beeldde ik me altijd voorbeeldige kinderen met mooie, onberispelijke kleding in. Ik begreep al gauw dat de realiteit anders was. Ik legde me neer bij de rommel en de loopneuzen omdat die onverbrekelijk verbonden zijn met de grootste zegeningen die ik me ooit kon inbeelden. Maar ik had nooit gedacht dat de opvoeding van mijn kinderen, met name die van mijn zoon, Brad, zo moeilijk zou zijn.
Brad was een onschuldige, normale baby, maar al gauw merkten we dat hij anders was. Hij was zo agressief dat hij niet zonder mijn man of mij naar de kinderkamer kon. Toen hij ouder werd en met andere kinderen ging spelen, moesten we hem voortdurend in de gaten houden. We vroegen advies, maar kregen steeds te horen dat we hem strenger moesten aanpakken. We hebben alles geprobeerd: we zochten informatie op het internet, lazen boeken over opvoeding, en vroegen dokters en familieleden om advies. Toen Brad naar school ging, kreeg hij tenslotte de diagnose van attention deficit hyperactivity disorder, of ADHD. Daarnaast bleek hij nog een heleboel andere problemen te hebben.
We kregen voor het eerst een sprankje hoop. Nu de diagnose was gesteld, kon de behandeling beginnen. We hoopten dat de medicatie bij Brad even goed zou aanslaan als bij andere kinderen. Helaas werd het gedrag van Brad er alleen maar erger op en zijn medicatie werd stopgezet. Ik voelde alle hoop verdwijnen.
Toen Brad zes jaar was, kreeg hij op een dag weer een van zijn talrijke driftbuien. Ik kon het niet meer aan. Ik ging naar mijn kamer om tot mijzelf te komen terwijl de tranen over mijn wangen rolden. Ik bad dat ik zo meteen kracht mocht krijgen voor het bedritueel. Hoe kon ik dit ooit volhouden? Ik had het gevoel dat dit meer was dan ik kon verdragen. Wist mijn hemelse Vader wel hoe moeilijk dit was? Ik redeneerde dat Hij deze last van mij zou wegnemen en mijn zoon een normaal leven zou schenken als Hij werkelijk van mij hield. Die gedachten en gevoelens bleven door mijn hoofd spoken naarmate mijn beproeving erger en niet beter werd.
De ware aard van beproevingen
Ik dacht dat ik beproevingen begreep. We moeten ze doorstaan net als metaal dat in een hoogoven wordt gezuiverd. We gaan het vuur in en er weer uit, waarna ons leven in de plooi valt tot er weer een periode van verhitten en afkoelen aanbreekt. Maar deze beproeving sleepte al jaren aan en er kwam maar geen verbetering. Er lag een enorme last op mijn schouders en ik voelde me zo hulpeloos dat ik neerknielde.
Ik besefte dat ik naar de tempel moest gaan voor troost en inzicht. Door inspiratie kwam ik te weten dat wij onze beproevingen en hun tijdsduur niet te kiezen hebben. We kunnen echter wel bepalen wat we in tijden van beproeving denken en doen.
Ik begreep dat ik mezelf zo beklaagde omdat ik mij had overgegeven aan zelfmedelijden. Eerst besloot ik alle negatieve gedachten uit te bannen, zoals ‘Dit is niet eerlijk’, ‘Ik kan dit niet’, ‘Waarom kan Brad niet normaal doen?’, en de ergste: ‘Wat ben ik toch een slechte moeder’. Ik spande mij in om het negatieve stemmetje in mijn hoofd het zwijgen op te leggen en daardoor kon ik met meer geduld en liefde met al mijn kinderen praten.
Ik leerde ook positieve gedachten ontwikkelen. Ik zei tegen mezelf: ‘Je bent goed bezig’ en ik gaf mezelf complimentjes, zoals ‘Je bent rustig gebleven en je hebt niet geschreeuwd. Goed gedaan!’
Vertrouw op God
Na een bijzonder zware dag vroeg ik mijn man om een zegen. Terwijl hij mij die zegen gaf, herinnerde ik mij dat ik een dochter van God ben, dat Hij mijn behoeften kent en dat mijn zoon een zoon van God is. Brad was eerst Gods zoon, en mijn man en ik zijn de partners van God waar het Brad betreft. Ik besefte dat ik niet alle hulpmiddelen van dit partnerverband had benut. Mijn man en ik hadden veel hulpmiddelen onderzocht en gevonden, maar het belangrijkste waren we vergeten: het gebed.
Ik begon dagelijks in gebed te vragen hoe ik Brad kon helpen. Als hij een emotionele uitbarsting had, bad ik kort om inspiratie voordat ik naar hem toeging. Naarmate ik meer op God vertrouwde voor steun en inspiratie voor mijn zoon, zag ik wat ik voor hem kon betekenen en kon doen. Ik trachtte de woorden van Alma na te leven: ‘Dit is mijn roem: dat ik wellicht een werktuig in de handen Gods mag zijn’ (Alma 29:9).
Er trad meteen een verandering in. Er kwamen ideeën en manieren in mij op om Brad te helpen. Ik maakte gebruik van de gezinsavond en bad om te weten wat ik moest onderwijzen. Ik las aandachtiger in de Schriften en ik merkte dat ze uitstekend advies voor ouders bevatten. Ik kreeg meer hoop en gemoedsrust.
Naarmate ik het idee dat mijn man en ik partners van God zijn waar het de opvoeding van onze kinderen betreft, meer toepaste, en de hulpmiddelen gebruikte die Hij ons heeft gegeven, begon ik steeds meer op God te vertrouwen. Ik zag in dat mijn kennis als ouder beperkt was, maar dat mijn liefhebbende hemelse Vader, die alles weet en meer van mijn zoon houdt dan ik, mij een betere, sterkere moeder kon helpen worden. En hoewel ik af en toe nog struikel, weet ik waar ik hulp kan vinden. Ik begrijp nu dat aan sommige beproevingen geen termijn verbonden is. Maar als ik mijn blik op de eeuwigheid gericht houd, zal God mij helpen.
Vreugde vinden in de kleine dingen
In moeilijke tijden heb ik geleerd om vreugde te vinden in de kleine dingen, de geschenken die we krijgen. Als mijn zoon me spontaan een kus geeft, ben ik dankbaar. Toen ik zag dat er niemand naast mijn zoon in de bus zat, voelde ik mij gezegend door deze Schrifttekst: ‘Ik zal voor uw aangezicht uit gaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen’ (LV 84:88). Ik wist dat Brad niet alleen was en dat ook nooit zal zijn.
Wij zijn een eeuwig gezin, en met de hulp van mensen die van ons houden en dankzij onze liefhebbende hemelse Vader die over ons waakt, kan ik de kleine dingen van het dagelijks leven waarderen, en de vreugde en het geluk voelen die voor ons zijn weggelegd. Dankzij deze kleine zegeningen en de hulp van de Heer kan ik mijn volledige potentieel bereiken, hoelang ik er ook over doe.