‘Voorbereidend lesmateriaal – Les 1: Wat aan de herstelling voorafging’, Fundamenten van de herstelling – materiaal voor de leerkracht (2019)
‘Voorbereidend lesmateriaal – Les 1’, Fundamenten van de herstelling – materiaal voor de leerkracht
Voorbereidend lesmateriaal – Les 1
Wat aan de herstelling voorafging
Welkom bij Fundamenten van de herstelling. In deze cursus worden de fundamentele openbaringen, de leer, de mensen en de historische gebeurtenissen behandeld die met de herstelling van de Kerk van Jezus Christus in de laatste dagen te maken hebben. Als je ze met een gebed in je hart bestudeert, kun je de beginselen op je eigen omstandigheden toepassen en meer begrip voor deze mensen krijgen. Je bent dan ook beter in staat om geestelijke kennis te verkrijgen en waarheid van dwaling te onderscheiden.
Dit voorbereidend materiaal vormt de basis voor je leerervaring in de klas. Als je vooraf het voorbereidend materiaal bestudeert, zal je leservaring dieper en rijker zijn.
Als je deze cursus met een gebed in je hart volgt, zul je de hand van de Heer in de geschiedenis van de herstelling zien, en zul je zijn stem in de openbaringen van de herstelling horen (zie Leer en Verbonden 18:34–36). Aan het eind van de eerste les moet je in staat zijn om uit te leggen waarom de kerk hersteld moest worden. Je zou ook moeten onderkennen hoe de Heer de weg heeft bereid voor een nieuwe bedeling van waarheid in onze tijd.
Deel 1
Wat heeft tot de grote afval geleid?
Na de dood en opstanding van Jezus Christus bleven zijn apostelen aan het hoofd van de groeiende kerk staan. President M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd hoe de kerk van Jezus Christus uiteindelijk tot afvalligheid verviel:
In het Nieuwe Testament kunnen we lezen dat de eerste apostelen hard werkten om de kerk die Jezus aan hun zorg had toevertrouwd in stand te houden. Maar zij wisten dat hun inspanningen uiteindelijk vergeefs zouden zijn. Paulus schreef aan de heiligen in Thessaloniki, die reikhalzend naar de wederkomst van Christus uitkeken: ‘Die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is’ (2 Thessalonicenzen 2:3). […]
Met de ons bekende uitzondering van de apostel Johannes, stierven Petrus en zijn medeapostelen uiteindelijk een gewelddadige dood. Het was voor de apostel Johannes en de kerkleden een heftige overlevingsstrijd te midden van afschuwelijke onderdrukking. Het is aan hen te danken dat het christendom het overleefde en tegen het einde van de tweede eeuw na Christus een machtsfactor van formaat was geworden. Veel moedige heiligen hebben ervoor gezorgd dat het christendom bleef bestaan.
Ondanks het belang van de bediening van die heiligen, hadden ze niet hetzelfde apostolische gezag dat Petrus en de andere apostelen van de Heer Jezus Christus zelf hadden ontvangen. Toen dat gezag verloren was gegaan, wendden de mensen zich tot andere bronnen voor leerstellige uitleg. Als gevolg daarvan gingen vele duidelijke en kostbare waarheden verloren. (Zie M. Russell Ballard, ‘De herstelde waarheid’, De Ster, januari 1995, 59)
De profeet Nephi zag de grote afval in een visioen. Hij zag dat goddeloze mensen tijdens deze afval ‘uit het evangelie van het Lam vele delen [zouden wegnemen] die duidelijk en uitermate waardevol zijn; en ook vele verbonden van de Heer hebben zij weggenomen’ (1 Nephi 13:26). Hij zag ook dat ‘vele duidelijke en waardevolle dingen [tijdens de grote afval uit de Bijbel zouden worden] weggenomen’ (1 Nephi 13:28). Een engel zei tegen Nephi: ‘Wegens die dingen die uit het evangelie van het Lam zijn weggenomen, [struikelen] buitengewoon velen, ja, zodat Satan grote macht over hen heeft’ (1 Nephi 13:29).
Deel 2
Hoe heeft de Heer de weg voor de herstelling bereid?
Na een eeuwenlange afval, waarin zeer weinig mensen over de Schriften beschikten, deden geïnspireerde mannen en vrouwen alles wat ze konden om anderen naar de waarheid te leiden, vaak met gevaar voor eigen leven. Tegen het einde van de 14e eeuw begon John Wycliffe aan een Engelse Bijbelvertaling. Hij werd daarvoor als ketter veroordeeld door de kerkelijke leiders van zijn tijd. Met de uitvinding van de drukpers rond 1450 konden meer mensen zich een exemplaar van de Bijbel veroorloven. In de 16e eeuw werkte de Geest van de Heer in op Maarten Luther, Huldrych Zwingli, Johannes Calvijn, John Knox, Anne Askew en veel anderen, die opkwamen tegen de dwalingen van de belangrijkste religies van hun tijd. Ook William Tyndale en anderen vertaalden de Bijbel. Veel van deze hervormers moesten hun daden met hun leven bekopen. Hun inspanningen leidden tot de organisatie van nieuwe protestantse kerken. Omdat er in Europa geen godsdienstvrijheid heerste, ging de oprichting van deze nieuwe kerken met intense conflicten gepaard.
Om te ontsnappen aan godsdienstvervolging gingen hun aanhangers en andere mensen op zoek naar een nieuwe thuis waar ze hun geloof vrij konden beleven. De Pilgrims waren zo’n groep mensen, die in het begin van de 17e eeuw van Engeland naar Amerika voeren. De profeet Nephi zag in een visioen dat veel van die religieuze hervormers zich uiteindelijk in Amerika zouden vestigen.
De nakomelingen van de Pilgrims en andere immigranten wilden nog meer vrijheid en scheidden zich van Groot-Brittannië af, wat tot de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog leidde. Aan de kant van Amerika streed een soldaat die Asael Smith heette. Asael was de grootvader van de profeet Joseph Smith. Hij zei ooit: ‘Het is tot mijn ziel doorgedrongen dat een van mijn nakomelingen een werk zal verkondigen dat een omwenteling in de godsdienstige wereld tot stand zal brengen.’ (Joseph Fielding Smith, Church History and Modern Revelation, 2 delen [1953], deel 1, 4.) Asael was getuige van het ontstaan van een nieuwe natie, met godsdienstvrijheid als basis.
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de stichting van de Verenigde Staten van Amerika een stap was in de voorbereiding van de wereld op de herstelling van het evangelie:
De stichters van een nieuwe natie op het Amerikaanse vasteland lieten zich leiden door godsdienstige gevoelens. Onder Gods hand garandeerden zij met een geïnspireerde grondwettelijke verklaring van rechten iedere burger godsdienstvrijheid. Veertien jaar later, op 23 december 1805, werd de profeet Joseph Smith geboren. De voorbereiding naderde zijn voltooiing in afwachting van de herstelling. […]
Ik getuig dat [de] hand [van Jezus Christus] al van vóór de grondlegging van deze wereld is uitgestrekt over dit werk van de herstelling. (Robert D. Hales, ‘Voorbereidingen op de herstelling en de wederkomst: “Mijn hand zal over u zijn”’, Liahona, november 2005, 90, 92.)
President M. Russell Ballard heeft gezegd:
Joseph Smith sr., de vader van de profeet, had financiële moeilijkheden. […] [Hij] ging met een zakenpartner in zee. De partner ging er met het geld vandoor en raakte het kwijt. Joseph Smith sr. kocht een boerderij, maar ging failliet. Hij kocht een andere boerderij, maar die ging ook failliet; hij kocht er nog een, en die ging ook failliet. Ten slotte verhuisde hij naar Palmyra. De hand des Heren bewoog het gezin Smith voort, totdat het was waar Hij het wilde hebben. (M. Russell Ballard, ‘The Tapestry of God’s Hand’ [herdenkingshaardvuuravond voor Joseph Smith, 13 februari 2011, Logan Institute of Religion, Utah State University])
Volgens goddelijk plan werd Joseph Smith op het juiste moment, op de juiste plek, en in de juiste omstandigheden geboren zodat hij de gebeurtenissen die aan de herstelling ten grondslag lagen, in gang kon zetten. President Brigham Young heeft getuigd:
[Joseph Smith] is in de eeuwigheid geordend om deze laatste bedeling te presideren. (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 96.)