Materiaal voor de leerkracht – Les 1

Wat aan de herstelling voorafging

De Heer Jezus Christus maakte een einde aan de grote afval toen Hij zijn evangelie herstelde en zijn kerk opnieuw op aarde vestigde. Na deze les zouden de cursisten in staat moeten zijn om de hand van de Heer te herkennen in de gebeurtenissen die aan de herstelling voorafgingen. Ze zouden ook moeten inzien waarom Gods kinderen nu opnieuw behoefte aan waarheid hebben.

Opmerking: Neem zo mogelijk vooraf contact op met de cursisten, en vraag ze om het voorbereidend materiaal van les 1 te lezen voordat ze naar de les komen. Als u les 1 en 2 samen behandelt, vraag de cursisten dan om ook het materiaal van les 2 te bestuderen.

Lessuggesties

Zorg dat de cursisten weten waar ze het voorbereidend materiaal online kunnen vinden. U kunt het materiaal ook afdrukken voor cursisten die geen toegang tot het internet hebben.

ONS ONDERWIJS EN ONZE STUDIE VERBETEREN

Bereid u voor met de cursisten in gedachten. Houd bij uw voorbereiding voor ogen hoe u hoopt dat het gevoel en het leven van de cursisten als gevolg van de les en deze cursus zal veranderen. Overweeg met een gebed in uw hart de behoeften van uw cursisten en volg de leiding van de Geest bij uw voorbereiding. Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat ‘een cursist geen vat is dat u moet vullen; een cursist is een vuur dat u moet aansteken’. (‘Angels and Astonishment’, Trainingsuitzending kerkelijke onderwijsinstellingen, 12 juni 2019.)

Door de grote afval was de herstelling van het evangelie noodzakelijk.

Laat een cursist de inleiding van het voorbereidend materiaal van les 1 lezen.

Laat een levende en een dode of stervende plant zien (of een dode tak in wat aarde). Als u geen planten hebt, kunt u ook de onderstaande afbeeldingen laten zien.

Levende plant

Dode plant

• Waarom zien deze planten er verschillend uit? In welk opzicht kunnen we die planten met onze geestelijke toestand vergelijken?

Leg uit dat Amos, een profeet uit het Oude Testament, het goddeloze volk van Israël waarschuwde dat er een hongersnood zou komen. Laat de cursisten Amos 8:11–12 lezen en opzoeken wat voor hongersnood Amos bedoelde.

Laat de cursisten in deel 1 van het voorbereidend materiaal opzoeken wat er tijdens de grote afval verloren was gegaan. Laat de cursisten vertellen wat ze hebben gevonden.

Bekijk het filmpje ‘Bedelingen: het patroon van afval en herstelling’ (6:52). Vraag de cursisten wat het patroon van afval en herstelling in het filmpje ons over onze hemelse Vader leert.

• Wat kunnen we uit dat patroon van afval en herstelling over onze hemelse Vader leren?

• Waarom verschilt de bedeling van de volheid der tijden van de andere bedelingen? Wat betekent het voor jullie om in deze tijd te leven?

De Heer heeft de weg voor de herstelling van het evangelie bereid.

Laat de volgende uitspraak zien: De Heer heeft de weg voor de herstelling van het evangelie bereid.

Verdeel de klas in kleine groepjes. Laat de cursisten om de beurt een paar zinnen van deel 2 van het voorbereidend materiaal lezen, en opzoeken welke gebeurtenissen aan de herstelling van het evangelie voorafgingen. (Als de meeste cursisten het voorbereidend materiaal thuis hebben gelezen, kunt u ze vragen om deel 2 samen te vatten.) Laat de volgende vragen zien, en geef de cursisten de tijd om ze in hun groepje te bespreken.

• Hoe bereidde de Heer de weg voor de herstelling van het evangelie voor?

• Wat kunnen we uit de manier waarop de Heer de weg voor Joseph Smith en de herstelling bereidde over Hem leren?

De cursisten kunnen actief aan hun evangeliestudie deelnemen.

Bekijk samen de titels van de lessen die in de cursus worden behandeld (zie de inhoudsopgave). Leg uit dat de cursus niet alleen over de fundamentele gebeurtenissen, de leer en de Schriftuur van de herstelling gaat, maar ook over gevoelige kwesties uit de geschiedenis van de kerk. U kunt de cursisten vragen de lijst van de komende lessen door te nemen, en te zeggen welke onderwerpen hen het meeste interesseren. Schrijf hun antwoorden op, zodat u in de loop van de cursus wat meer nadruk op die lessen kunt leggen.

Leg uit dat het voorbereidend materiaal deel van de cursus uitmaakt. Het zal de persoonlijke evangeliestudie van de cursisten verrijken en hen helpen om een zinvolle bijdrage te leveren.

Laat het volgende citaat van ouderling Kim B. Clark van de Zeventig zien om de cursisten duidelijk te maken welke zegeningen uit de voorbereiding van hun lessen voortvloeien:

Ouderling Kim B. Clark

Als je echt diepgaand wilt leren, als je hart en verstand ervoor openstaan, en als je naar dat verlangen handelt, zal de Heer je zegenen. Als jij jouw deel doet – als je in geloof bidt, je voorbereidt, studeert, actief deelneemt en je uiterste best doet – zal de Heilige Geest je onderwijzen. Hij zal je bovendien in staat stellen om te handelen naar wat je leert en te worden wat de Heer wil dat je wordt. (Kim B. Clark, ‘Leren met je hele ziel’, Liahona, augustus 2017, 33.)

Laat de cursisten overwegen hoe ze de volgende vragen zouden beantwoorden:

• Hoe kan ik geestelijk groeien door oprecht aan deze cursus deel te nemen?

• Ben ik bereid om de prijs te betalen en vooraf het materiaal te bestuderen, zodat ik voorbereid ben om in de klas meer te leren? Wanneer maak ik tijd vrij om van mijn persoonlijke studie en voorbereiding een prioriteit te maken?

Moedig de cursisten aan om de doelen op te schrijven die ze zich als antwoord op deze vragen hebben gesteld. U kunt ook met de klas bespreken hoe de cursisten elkaar bij hun voorbereiding kunnen helpen. (Mogelijke ideeën: een chatgroep aanmaken, een studiegroep vormen, manieren bedenken om elkaars doelen te steunen, of een discussieforum starten waarin alle cursisten hun inzichten met elkaar kunnen delen.)

Voor de volgende keer

Leg uit dat het voorbereidend materiaal voor de volgende les over de verslagen van het eerste visioen gaat die Joseph Smith zelf heeft opgeschreven. Laat de cursisten overwegen wat we van de verschillende verslagen kunnen leren, en waarom we zelf een getuigenis van het eerste visioen moeten hebben.