Materiaal voor de leerkracht – Les 3

Geestelijke kennis verkrijgen

De Heer heeft beginselen geopenbaard waar we in onze zoektocht naar waarheid iets aan hebben. (Zie ‘Geestelijke kennis verkrijgen’, Basisdocument kerkleerbeheersing [2018].) In deze les leren de cursisten hoe ze beginselen kunnen toepassen om geestelijke kennis te verkrijgen, en hoe ze de betrouwbaarheid van bronnen kunnen toetsen.

ONS ONDERWIJS EN ONZE STUDIE VERBETEREN

Vertel de cursisten wat de leerdoelstellingen zijn. Leerdoelstellingen geven aan welke kennis en vaardigheden de cursisten van een leerervaring moeten krijgen. De doelstellingen staan in de inleiding van elke les. Vertel de cursisten gerust wat de leerdoelstellingen zijn. Gebruik de leerdoelstellingen als leidraad om lesmateriaal aan te passen en in te schatten of de cursisten iets aan de les hebben.

Lessuggesties

De Heer heeft een patroon verschaft om geestelijke kennis te verkrijgen.

Laat de volgende vragen zien: Mag je vragen hebben over de kerk? Waarom wel of waarom niet? Vraag een aantal cursisten naar hun gedachten.

Lees met de klas Geschiedenis van Joseph Smith 1:8–10 en let op woorden of zinsneden waarmee Joseph Smith zijn godsdienstige vragen en zorgen beschreef. Laat de cursisten vertellen wat ze hebben gevonden en wat ze uit de beschrijving van Joseph over het stellen van vragen leren.

Zet de volgende uitspraak op het bord: Ik kan geestelijke kennis verkrijgen door …

Laat de cursisten deze uitspraak aanvullen met de drie beginselen uit het voorbereidend materiaal. (Zorg ervoor dat de volgende beginselen worden genoemd en laat ze zien:

1. In geloof handelen.

2. Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken.

3. Streven naar meer inzicht met behulp van door God aangewezen bronnen.

Vraag de cursisten wat ze over deze beginselen hebben geleerd. Geef ze zo nodig even de tijd om het voorbereidend materiaal door te nemen.

Laat de cursisten Geschiedenis van Joseph Smith 1:11–14 lezen en opzoeken hoe Joseph Smith handelde naar deze beginselen om geestelijke kennis te verkrijgen toen hij naar antwoorden op zijn vragen en zorgen zocht. Laat de cursisten vertellen wat ze hebben geleerd.

Toon een of meer vragen die de cursisten u hebben gestuurd, en waarop ze de beginselen om geestelijke kennis te verkrijgen kunnen toepassen. (Zie ‘Schrijf je gedachten op’ in deel 1 van het voorbereidend materiaal.) Leg uit dat u tijdens deze les slechts een paar van hun vragen behandelt, maar dat u later in de cursus op een gepast moment op de andere vragen terug zult komen.

Opmerking: Het is de bedoeling van deze activiteit om cursisten te laten bespreken hoe ze de beginselen om geestelijke kennis te verkrijgen op verschillende vragen zouden toepassen. Het is niet de bedoeling dat de vragen worden beantwoord. Let op dat u niet te veel tijd besteedt aan de details van een vraag of probleem.

Bespreek hoe de cursisten de beginselen op het bord kunnen toepassen om antwoord op de gekozen vraag of vragen te vinden. De onderstaande vervolgvragen kunnen bij de bespreking van pas komen:

• Hoe kunnen we in geloof handelen als we een antwoord op deze vraag zoeken?

• Hoe kan een eeuwig perspectief ons helpen bij het beantwoorden van deze vraag? Wat weten we over onze hemelse Vader en zijn heilsplan waardoor we deze vraag met een eeuwig perspectief kunnen beantwoorden?

• Welke door God aangewezen bronnen kunnen we raadplegen om dit onderwerp beter te begrijpen? Welke andere betrouwbare bronnen kunnen we raadplegen? (Opmerking: Misschien is het nuttig om de cursisten naar de pagina Evangelieverhandelingen op KerkVanJezusChristus.org te verwijzen. Het is een betrouwbare bron die ook naar de Schriften en toespraken van profeten verwijst.)

Laat een paar cursisten vertellen wat ze in hun zoektocht naar geestelijke kennis aan de drie beginselen om geestelijke kennis te verkrijgen hebben gehad.

We kunnen nagaan of bronnen betrouwbaar zijn.

Bekijk samen een deel van het filmpje ‘Door God aangewezen bronnen’ (van 0:00 tot 4:19).

Laat de cursisten alert zijn voor informatiebronnen die het betrouwbaarst zijn en bronnen die ons begrip van de waarheid kunnen aantasten.

Zet het filmpje stil en stel vragen als de volgende om de cursisten te laten nadenken over de verschillen tussen goddelijke bronnen, betrouwbare bronnen, en onbetrouwbare of zelfs destructieve bronnen:

• Wat zijn de zuiverste bronnen waarin we antwoorden kunnen vinden?

• Hoe kun je bepalen of een informatiebron al dan niet betrouwbaar is?

• Wat doe je als je informatiebronnen vindt die erop uit zijn om geloof te vernietigen?

Laat de cursisten zich de volgende situatie voorstellen om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om betrouwbare bronnen te gebruiken als ze de kerkgeschiedenis bestuderen: Je wilt meer te weten komen over de drie getuigen van het Boek van Mormon. In je zoektocht kom je de volgende uitspraak van Stephen Burnett tegen, een tijdgenoot van Martin Harris. Je weet niet zeker of die uitspraak waar is:

Ik heb lang en diep over de geschiedenis van deze kerk nagedacht en de argumenten voor en tegen afgewogen. […] Maar toen ik Martin Harris in het openbaar hoorde zeggen dat hij de platen nooit echt had gezien, alleen in visioenen of in zijn verbeelding, en Oliver en David ook niet […] stortte het hele kaartenhuis in elkaar. (Stephen Burnett, in Richard Lloyd Anderson, Investigating the Book of Mormon Witnesses [1981], 155)

• Welke stappen moeten we nemen voordat we besluiten of we aanvaarden wat Stephen Burnett over Martin Harris zei?

Vraag de cursisten wat ze hebben opgestoken uit ‘Vragen voor de evaluatie van bronnen’ in het voorbereidend materiaal.

Laat de cursisten deze richtlijnen voor de evaluatie van bronnen in gedachte houden, en geef ze het uitreikblad ‘Historische achtergrond van de uitspraak van Stephen Burnett’. Laat ze samen of in kleine groepjes zoeken naar informatie die een licht werpt op de geloofwaardigheid van Stephen Burnetts bewering dat Martin Harris de gouden platen nooit heeft gezien.

Historische achtergrond van de uitspraak van Stephen Burnett

Stephen Burnett werd in 1830 lid van de kerk, en werd in 1831 tot ouderling geordend. Hij ging tussen 1832 en 1834 meerdere keren op zending naar het oosten van de Verenigde Staten (zie ‘Burnett, Stephen’, The Joseph Smith Papers, tijdelijke pagina). Tegen 1838 had hij de kerk verlaten, en vond hij het een ‘heel circus van leugens en bedriegerij’.

Burnett kende Martin Harris persoonlijk, maar hij hoorde niet bij de drie of acht getuigen.

In 1838 schreef Burnett een brief waarin hij beweerde dat Martin Harris had gezegd dat ‘hij de platen nooit echt had gezien, alleen in visioenen of in zijn verbeelding’. Burnett schreef dat drie andere mensen het ‘met hem eens’ waren. Die drie mensen hadden de kerk ook verlaten.

Martin Harris protesteerde hevig tegen de manier waarop Burnett zijn getuigenis had beschreven, en bleef heel zijn leven van de waarheid van het Boek van Mormon getuigen.

In tegenstelling tot wat Burnett beweerde, vormden ‘de overeenkomsten tussen veel gesprekken met Martin Harris het bewijs dat hij [Harris] onwrikbaar bleef vanaf zijn visioen van de engel en de platen in 1829 tot aan zijn dood in 1875’. In 1871 schreef Harris in een persoonlijke brief: ‘Niemand kan zeggen dat ik ooit de waarheid van het Boek van Mormon, de bediening van de engel die mij de platen toonde, of de oprichting van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen heb ontkend.’ (Richard Lloyd Anderson, Investigating the Book of Mormon Witnesses [1981], 107–120, 155–157.)

Historische achtergrond van de uitspraak van Stephen Burnett

Uitreikblad voor de leerkracht

Nadat de cursisten de tijd hebben gehad om het uitreikblad te lezen en te bespreken, stelt u de volgende vragen:

• Welke informatie op dit uitreikblad roept vraagtekens op over de betrouwbaarheid van Stephen Burnetts uitspraak?

• Hoe kun je, naast de evaluatie van de bronnen, nog meer te weten komen of het getuigenis van de drie getuigen waar is?

Laat de cursisten vertellen wat ze van deze activiteit hebben geleerd. U kunt tot slot de rest van het filmpje ‘Door God aangewezen bronnen’ (van 4:20 tot 9:16) laten zien en getuigen dat het belangrijk is om de beginselen van geestelijke kennis verkrijgen toe te passen.

Voor de volgende keer

Vraag de cursisten of ze ooit moeite hebben gehad om te weten wanneer de Heer tot hen sprak, en of ze willen weten hoe ze beter persoonlijke openbaring en leiding kunnen ontvangen. Vraag ze om het voorbereidend materiaal over de leer van openbaring zorgvuldig te bestuderen, en zich voor te bereiden om te vertellen wat ze hebben geleerd.