Materiaal voor de leerkracht – Les 27

De openbaring over het priesterschap

Op 1 juni 1978 kreeg president Spencer W. Kimball een openbaring van de Heer waarin de restricties op de ordening tot het priesterschap en de tempelverordeningen voor kerkleden van Afrikaanse afkomst werden opgeheven. In deze les leren de cursisten hoe ze de omstandigheden en waarheden rond deze openbaring kunnen uitleggen. Ze leren in geloof met moeilijke vragen en situaties om te gaan, en ze krijgen meer inzicht in het feit dat God zijn kerk door openbaring aan levende profeten leidt.

Lessuggesties

We kunnen vragen over de priesterschaps- en tempelrestricties vanuit een gelovig oogpunt bekijken.

ONS ONDERWIJS EN ONZE STUDIE VERBETEREN

Verhalen kunnen geloof versterken. ‘Verhalen kunnen het geloof van de cursisten in het evangelie van Jezus Christus versterken. Ze wekken de belangstelling op en brengen de cursisten door plaatsvervangende ervaringen begrip van het evangelie bij. Verhalen kunnen vooral een doeltreffende manier zijn om cursisten evangeliebeginselen te laten begrijpen die in een tekstblok zijn aangetroffen. De illustratie van een evangeliebeginsel met een verhaal in een hedendaagse context, naast de context van de Schriften, laat de cursisten zien hoe dat beginsel hun leven raakt. Zo wordt ook het verlangen in ze opgewekt om het beginsel toe te passen.’ (Het evangelie leren en erin onderwijzen: handboek [2012], 5.5.)

Laat onderstaande afbeelding van broeder George Rickford zien:

Laat een cursist het volgende verhaal over George Rickford voorlezen:

George Rickford was een jongvolwassene in Leicester (Engeland). In 1969 kwam hij zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen tegen. Eerst wilde George niets van hun boodschap horen, maar na een tijdje begon hij de lessen van de zendelingen te volgen. Na drie maanden waarin George de kerk intensief had onderzocht, werd hij op een ochtend wakker in de vaste overtuiging dat de kerk waar was.

George kon haast niet wachten om de zendelingen over zijn getuigenis te vertellen, maar voordat hij iets kon zeggen, zeiden ze dat hij het priesterschap niet zou kunnen ontvangen als hij lid van de kerk werd, omdat hij een halfbloed was en zwarte Afrikaanse voorouders had.

George was er helemaal kapot van. Hij zei later: ‘Ik reageerde erg vijandig. Ik werd agressief en na een verhitte discussie gooide ik ze mijn huis uit. […] Ik schold ze de huid vol over discriminatie en racisme en nog veel meer.’

Zodra de zendelingen weg waren, begon George te huilen. (Zie Elizabeth Maki, ‘I Will Take It In Faith’, history.ChurchofJesusChrist.org.)

Herinner de cursisten aan deel 1 van het voorbereidend materiaal. Stel de volgende vraag, en geef de cursisten even de tijd om over een antwoord na te denken:

• Als iemand je vroeg waarom de priesterschaps- en tempelrestricties bestonden, welke punten zou je dan zeker aanhalen? (Zet de antwoorden van de cursisten eventueel op het bord.)

Laat de cursisten bedenken of ze vragen over de priesterschaps- en tempelrestricties hebben. Laat ze die vragen tijdens de les in gedachte houden, en kijken of ze er een antwoord op krijgen door actief mee te doen en door ingevingen van de heilige Geest.

Laat het volgende citaat zien en laat het door een cursist voorlezen:

Vandaag verwerpt de kerk de theorieën die men in het verleden aanhaalde: een zwarte huid is een teken van goddelijke ongunst of vervloeking; een zwarte huid wijst op onrechtschapen handelingen in het voorsterfelijk leven; huwelijken tussen verschillende rassen zijn zondig; zwarten of mensen van andere rassen of volkeren zijn ondergeschikt. De kerkleiders in deze tijd veroordelen elke vorm van racisme in het heden of verleden. (‘Ras en het priesterschap’, Evangelieverhandelingen, topics.ChurchofJesusChrist.org.)

• Waarom denk je dat het belangrijk is om niet te speculeren over redenen waarom de priesterschaps- en tempelrestricties bestonden?

Laat de cursisten vertellen wat ze weten over de omstandigheden die hebben geleid tot de openbaring van de Heer waarin de priesterschaps- en tempelrestricties werden opgeheven.

Leg uit dat Officiële Verklaring 2 in de Leer en Verbonden de officiële aankondiging is van een openbaring die president Spencer W. Kimball in juni 1978 ontving, en die zijn raadgevers in het Eerste Presidium en de leden van het Quorum der Twaalf Apostelen hebben aanvaard en onderschreven.

Laat de cursisten de eerste twee alinea’s van Officiële Verklaring 2 in stilte doornemen, na de aanspreking ‘Geachte broeders’. Laat ze opzoeken wat de kerkleiders hadden gadegeslagen, en laat ze vertellen wat ze hebben gevonden.

Laat de cursisten vervolgens vertellen over broeder Billy Johnson en zijn gemeente in Ghana. Het verhaal staat in deel 2 van het voorbereidend materiaal.

• In welk opzicht waren deze mensen een voorbeeld van ‘de getrouwheid van hen wie het priesterschap onthouden is’?

Laat een cursist het verhaal van George Rickford verder lezen. Laat de klas erop letten hoe George ervoor koos om in geloof te handelen nadat hij over de priesterschapsrestrictie had gehoord.

Op een dag zat George met een goede vriend over zijn ervaringen met de zendelingen te praten, en begon hij over de profeet Joseph Smith te vertellen. Hij zei later: ‘Terwijl ik aan het vertellen was, leefde ik helemaal op. Er kwam iets over mij en ik begon helemaal te stralen.’

Deze ervaring bevestigde het getuigenis van George, maar hij maakte zich nog steeds zorgen over de priesterschapsrestrictie. Hij bleef om meer begrip bidden, en hij kreeg dit antwoord: ‘Je hoeft mijn evangelie niet helemaal te begrijpen om je eraan toe te wijden. Waarom toon je je geloof niet door te aanvaarden wat je hebt gehoord en de rest in mijn handen te leggen?’

George vond troost in die boodschap, en antwoordde in gebed: ‘Ja, Heer, dat zal ik doen. Ik zal er in geloof mee omgaan. En dank u trouwens. Dank u.’ Twee maanden later liet George zich dopen, en hij werd een trouw lid van de kerk.

In 1975, drie jaar vóór de openbaring over het priesterschap, schreef George dat hij de beperking op het priesterschap ‘met geloof en zonder enige aarzeling’ had aanvaard. Hij drukte ook zijn geloof uit dat God rechtvaardig is, wat zijn eigen omstandigheden ook waren. ‘Ik ben gewoon dankbaar dat het priesterschap van de Heer opnieuw op aarde is, met alle bijbehorende zegeningen, gezag en verantwoordelijkheid. Het maakt mij niet zoveel uit wie het draagt en wie niet, maar wel hoe het wordt gebruikt.’ (In Maki, ‘I Will Take It in Faith’, history.ChurchofJesusChrist.org.)

• Wat kunnen we van George Rickford leren dat ons tot voorbeeld kan strekken als we onbeantwoorde vragen over het evangelie hebben? (Als de cursisten antwoord hebben gegeven, zet u het volgende op het bord: Als we onbeantwoorde vragen hebben, kunnen we in geloof voorwaarts gaan door te vertrouwen op het licht en de kennis die we van God hebben gekregen.)

• Hoe kan dat beginsel nuttig zijn voor mensen die omwille van onbeantwoorde vragen over het evangelie met hun geloof worstelen?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Geloof behoeft geen antwoord op elke vraag, maar zoekt de geruststelling en moed om voorwaarts te gaan, waarbij we soms moeten toegeven: ‘Ik weet niet alles, maar ik weet genoeg om het pad van discipelschap te blijven bewandelen.’ (Neil L. Andersen, ‘Geloof is geen toeval, maar een keuze’, Liahona, november 2015, 66.)

• Hoe hebben het licht en de kennis die je van God hebt gekregen jou geholpen om in geloof voorwaarts te gaan toen je te maken had met onbeantwoorde vragen of onzekerheden?

• Hoe kunnen we iemand die met onbeantwoorde vragen worstelt helpen om in geloof voorwaarts te gaan?

Laat de cursisten overdenken hoe ze het beginsel van handelen in geloof kunnen toepassen in hun eigen leven of er anderen mee kunnen helpen. Moedig ze aan om hun plan in hun dagboek te schrijven.

Priesterschap en tempelzegeningen liggen nu binnen het bereik van alle waardige leden.

Laat een cursist de derde en vierde alinea na ‘Geachte broeders’ in Officiële Verklaring 2 voorlezen, vanaf ‘Hij heeft onze gebeden verhoord’.

• Wat leren we uit deze alinea’s over de manier waarop de Heer zijn kerk leidt? (Nadat de cursisten geantwoord hebben, zet u het volgende op het bord: De Heer leidt zijn kerk door middel van openbaring aan zijn profeten.)

• Wanneer heb je weleens gezien dat de Heer zijn kerk nu door openbaring aan zijn profeten leidt?

Leg uit dat George Rickford op de dag nadat de openbaring over het priesterschap werd ontvangen, als priester in het Aäronisch priesterschap werd geordend. Kort daarna ontving hij het Melchizedeks priesterschap. In oktober 1978 werden George, zijn vrouw June en hun vier kinderen in de Londentempel (Engeland) als een eeuwig gezin aan elkaar verzegeld. (Zie Maki, ‘I Will Take It in Faith’, history.ChurchofJesusChrist.org.)

• Welke gevolgen had de openbaring voor de kerk, haar leden en mensen over de hele wereld?

Laat het volgende citaat zien en laat het door een cursist voorlezen:

Het evangelie van Jezus Christus is voor iedereen. In het Boek van Mormon staat: ‘zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw […] allen zijn voor God gelijk’ (2 Nephi 26:33). Dat is het officiële standpunt van de kerk. (‘Race and the Church: All Are Alike Unto God’, 29 februari 2012, newsroom.ChurchofJesusChrist.org.)

Laat de cursisten tot slot bedenken (of oefenen) wat ze na deze les zouden zeggen als hun gevraagd wordt waarom de kerk mannen van Afrikaanse afkomst een tijdlang niet tot het priesterschap ordende. Zeg dat we gerust aan anderen kunnen uitleggen dat we niet weten waarom de priesterschaps- en tempelrestricties werden ingesteld. We kunnen echter wel vertellen over de waarheden die we weten en ervan getuigen, met inbegrip van wat er vandaag aan bod is gekomen.

Voor de volgende keer

Leg de cursisten uit dat ze als voorbereiding op de volgende les gaan bestuderen wat profeten van vroeger en nu over de bestemming van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hebben gezegd. Moedig de cursisten aan om zich voor te bereiden op een bespreking van manieren waarop ze aan het heilswerk van de Heer in de laatste dagen kunnen bijdragen.