Les 1
Jezus is de levende Christus
Inleiding
Hedendaagse getuigen hebben verklaard: ‘Wij getuigen, als zijn naar behoren geordende apostelen, dat Jezus de levende Christus is, de onsterfelijke Zoon van God.’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 3.) De wereld lijkt de ware aard van Jezus Christus en zijn relatie tot God de Vader niet te kennen. Het is dan ook belangrijk dat we trouwe getuigen van Gods geliefde Zoon hebben. In deze les krijgen de cursisten daar meer inzicht in en leren ze beter van Jezus Christus aan familie, vrienden en buren te getuigen.
Achtergrondinformatie
-
‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 2–3.
-
Dieter F. Uchtdorf, ‘De kracht van een eigen getuigenis’, Liahona, november 2006, 37–39.
Lessuggesties
De Levende Christus
Zet de volgende vraag op het bord:
Zeg dat veel mensen deze vraag beantwoorden met een getuigenis. Een dergelijk getuigenis is onder meer opgetekend in de lofzang ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’ (Lofzangen, nr. 136). Zorg dat de cursisten over de woorden van deze lofzang beschikken en maak vier groepen. Wijs aan elke groep een couplet van de lofzang toe en laat ze de woorden doorlezen. Stel na voldoende tijd de volgende vragen:
-
Met welke woorden of zinsneden wordt in deze lofzang beschreven wie Jezus Christus is en wat Hij voor ons doet? (Mogelijke antwoorden: ‘mijn immer levend Hoofd’, ‘mijn dierb’re, wijze Vrind’, ‘mijn Koning, Priester, Heer’, ‘mijn Verlosser’. Van liefde straalt zijn oog, Hij is onze Voorspraak, Hij weidt ons, troost ons en geeft ons het leven.)
-
Met welke woorden wordt in de lofzang beschreven hoe een getuigenis van Jezus Christus ons kan raken? (Mogelijke antwoorden: ‘troost’ en ‘blijdschap’.)
Vertel de klas dat het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hun gezamenlijke getuigenis van Jezus Christus hebben gepubliceerd in ‘De levende Christus: Het getuigenis van de Apostelen’ (Liahona, april 2000, 2–3). Geef elke cursist een exemplaar van dit getuigenis en leg uit dat veel lesonderwerpen in deze cursus op de leerstellingen en beginselen in dit geïnspireerde document gebaseerd zijn. Vraag een cursist de eerste alinea voor te lezen:
‘Nu wij gedenken dat Jezus Christus twee millennia geleden geboren is, getuigen wij dat Hij werkelijk bestaan heeft, dat zijn leven onvergelijkbaar was en dat zijn grote zoenoffer oneindige kracht bezit. Geen ander heeft zo’n diepgaande invloed gehad op allen die op aarde geleefd hebben en nog zullen leven’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 2).
-
Welke verandering zou je dit semester door je studie van Jezus Christus en zijn eeuwige evangelie willen ondergaan? (U kunt bij de antwoorden van de cursisten beklemtonen dat we door een oprechte studie van het leven van Jezus Christus de ingrijpende invloed die Hij op ons heeft gehad en kan hebben meer gaan waarderen.)
-
In welke opzichten heeft de Heiland alle mensen op aarde beïnvloed? (Zorg dat u bij de antwoorden de universele verzoening van de Heiland beklemtoont.)
Vertel dat deze cursus zich richt op de eeuwige bediening van de Heiland gedurende zijn voorsterfelijke, sterfelijke en nasterfelijke leven. Als de cursisten zich in de vele goddelijke taken van de Heiland verdiepen, zullen hun liefde voor en getuigenis van Hem toenemen.
Johannes 20:30–31; 1 Nephi 6:4; 2 Nephi 25:23, 26
De Schriften zijn opgetekend zodat mensen in Jezus Christus kunnen geloven
Vraag de cursisten hoeveel boeken er volgens hen over Jezus Christus geschreven zijn. Leg uit dat je het leven van Jezus Christus voornamelijk aan de hand van de Schriften moet bestuderen. Laat drie cursisten beurtelings de volgende passages uit de Schriften voorlezen:Johannes 20:30–31; 1 Nephi 6:4; en 2 Nephi 25:23, 26 Vraag de rest van de klas mee te lezen en te letten op redenen waarom de Schriften een waardevolle bron zijn om de eeuwige bediening van de Heiland te bestuderen.
-
Welke beginselen staan er in deze teksten over het doel van de Schriften? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten:Als we Schriftteksten over de Heiland bestuderen, wordt ons getuigenis van Hem sterker en komen we dichter bij Hem.)
Laat het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:
‘Het hoofddoel van alle Schriftuur is om onze ziel met geloof in God de Vader en in zijn Zoon Jezus Christus te vullen. […]
‘Geloof krijgt men doordat de Heilige Geest tot onze ziel getuigt, van Geest tot geest, wanneer we het woord van God horen of lezen. En geloof zal rijpen als we ons blijven vergasten aan het woord.’ (‘De zegen van Schriftuur’, Liahona, mei 2010, 34, 35).
-
Op welke manieren kunnen de Schriften ons geloof in Jezus Christus versterken of ons dichter tot Hem doen naderen?
-
Hoe is je geloof in en getuigenis van Jezus Christus versterkt door de Schriften te bestuderen?
Geef elke cursist een kopie van het genoemde materiaal in het segmentLeesopdrachten in deze cursus. (Dat kan een kopie op papier zijn of u kunt uitleggen waar de cursisten een digitaal exemplaar kunnen vinden.) Geef de cursisten de uitdaging om de leesopdrachten voor deze cursus dit semester in hun dagelijkse Schriftstudie op te nemen. Verzeker de cursisten ervan dat de Heilige Geest hen in dat geval zal onderrichten en dat ze dichter tot de Heiland zullen komen.
Een getuige van Jezus Christus worden
Leg de cursisten uit dat het niet volstaat om alleen over de Heiland in de Schriften te lezen. We moeten ook door de macht van de Heilige Geest een eigen geestelijk getuigenis ontvangen dat Jezus de Christus is, de Gezalfde, onze Heiland en Verlosser. Lees het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voor:
‘We kunnen niet afhankelijk zijn van het getuigenis van andere mensen. Wij moeten het zélf weten. President Gordon B. Hinckley heeft gezegd: ‘Elke heilige der laatste dagen heeft tot taak om zelf zonder enige twijfel te weten dat Jezus de herrezen, levende Zoon van de levende God is’ (‘Fear Not to Do Good’, Ensign, mei 1983, 80).
‘De bron van deze zekere kennis en vaste overtuiging is goddelijke openbaring: “Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie” (Openbaring 19:10).
‘Dat getuigenis ontvangen wij als de Heilige Geest spreekt tot de geest die in ons is. […]
‘De kern van zo’n getuigenis is altijd geloof in en kennis van Jezus Christus en zijn goddelijke zending’ (‘De kracht van een eigen getuigenis’, Liahona, november 2006, 38).
-
Waarom denk je dat Jezus Christus de kern van ons getuigenis moet zijn?
-
Wat zou Jezus Christus willen dat je met je getuigenis van Hem doet?
Laat het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:
‘De mensen moeten de gestalte van Jezus Christus in ons kunnen ontwaren. Onze manier van handelen, spreken, kleden en zelfs denken, dient Hem en zijn leringen te weerspiegelen. […] Hoewel wij niet bij Hem waren toen Hij op aarde was, zien wij Hem en wat Hij heeft gezegd en gedaan wanneer wij de Schriften onderzoeken. En als wij zijn levenspatroon overnemen, getuigen wij van Hem’ (‘Becoming a Witness of Christ’, Ensign, maart 2008, 60).
Vraag de cursisten vervolgens:
-
Hoe heb je anderen door hun daden van Jezus Christus zien getuigen?
-
Als je denkt aan de wereld waarin je leeft, wat kunnen we dan doen zodat ons getuigenis van de Heiland anderen kan raken?
Getuig dat we, als we een getuigenis van Jezus Christus verkrijgen door de macht van de Heilige Geest, de verantwoordelijkheid hebben het uit te dragen.
Nodig de cursisten uit om elke dag voorbereid te zijn om door hun woorden en daden van Jezus Christus te getuigen. Moedig ze aan om voor elke les de relevante leesopdrachten door te nemen en tijdens de les inzichten aan te dragen, vragen te stellen en aan klassikale besprekingen deel te nemen.
Leesstof voor de cursisten
-
‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 2–3.
-
Dieter F. Uchtdorf, ‘De kracht van een eigen getuigenis’, Liahona, november 2006, 37–39.