Les 28
Een persoonlijk getuigenis van Jezus Christus
Inleiding
Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hebben verklaard: ‘Wij getuigen, als zijn naar behoren geordende apostelen, dat Jezus de levende Christus is, de onsterfelijke Zoon van God.’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 3.) In deze cursus hebben we de eeuwige bediening van Jezus Christus en de getuigenissen van profeten aangaande Hem bestudeerd. Als we zelf een getuigenis krijgen door de Heilige Geest dat Jezus de levende Christus is, zijn we bereid ons eigen getuigenis van de Heiland aan anderen uit te dragen.
Achtergrondinformatie
-
D. Todd Christofferson, ‘Een getuige van Christus worden’, Liahona, maart 2008, 58–63.
Lessuggesties
2 Nephi 25:26; Mosiah 18:8–11
Als getuige van Christus optreden
Vraag de cursisten of ze ooit ergens het enige lid van de kerk waren of de enige persoon die de normen van de kerk wilde hooghouden. Laat ze de volgende vragen beantwoorden:
-
Wat voelde je toen je je in die situatie als volgeling van Jezus Christus gedroeg?
-
Wat vond je er zinvol of moeilijk aan?
Herinner de cursisten aan het verhaal van Alma in het Boek van Mormon, die door de leringen van de profeet Abinadi tot bekering kwam. Alma begon het evangelie na zijn bekering ook te verkondigen. In Mosiah 18 lezen we over zijn leringen aangaande het doopverbond. Laat een cursist Mosiah 18:8–11 voorlezen. Laat de andere cursisten meelezen en letten op welke houding en daden aangeven dat iemand klaar is om het doopverbond te sluiten en na te komen. Wijs de cursisten na hun antwoorden op de zinsnede ‘te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen […] als getuige van God op te treden’ in vers 9. Vraag dan:
-
Wat betekent het om ‘te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen’ als getuige van God de Vader en Jezus Christus op te treden? (Mosiah 18:9).
Laat het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:
‘Apostelen zijn geroepen en geordend om bijzondere getuigen van de naam van Christus in de gehele wereld te zijn (zie LV 107:23), maar de taak om te allen tijde en op alle plaatsen van Christus te getuigen, is van toepassing op ieder lid van de kerk dat het getuigenis van de Heilige Geest ontvangen heeft.’ (‘Witnesses of Christ’, Ensign, november 1990, 30.)
-
Wie hebben volgens ouderling Oaks de taak om van Jezus Christus te getuigen? (Zie erop toe dat de cursisten de volgende waarheid begrijpen: Alle leden van de kerk hebben zich verbonden om als getuige van onze hemelse Vader en Jezus Christus op te treden.
-
Hoe kunnen we naast het uitkomen voor ons geloof en getuigenis nog meer als getuige van Christus optreden? (Laat de cursisten eventueel de volgende verzen lezen om deze vraag te beantwoorden: Mattheüs 5:14–16 en 3 Nephi 18:24.)
Laat het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:
‘Tijdens zijn bediening op het westelijk halfrond gaf de Heiland dit gebod: “Houdt uw licht omhoog, opdat het voor de wereld zal schijnen. Zie, Ik ben het licht dat gij omhoog zult houden — dat wat gij Mij hebt zien doen’ (3 Nephi 18:24). De mensen moeten de gestalte van Jezus Christus in ons kunnen ontwaren. Onze manier van handelen, spreken, kleden en zelfs denken, dient Hem en zijn leringen te weerspiegelen.’ (‘Een getuige van Christus worden’, Liahona, maart 2008, 58–63.)
-
Hoe heb je anderen zien handelen, spreken of kleden op een manier die hun geloof in Jezus Christus weerspiegelt?
-
Wat zou je iemand aanbevelen om zijn of haar schroom of angst te overwinnen om van Jezus Christus te getuigen?
Zet de volgende zinsneden op het bord:
Vraag de cursisten 2 Nephi 25:26 door te lezen en uit te leggen hoe iemand van Jezus Christus kan getuigen op de manieren die op het bord samengevat zijn. Gebruik indien nodig het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson om de klassikale bespreking op gang te brengen:
‘Nephi’s woorden “wij spreken over Christus” [2 Nephi 25:26] duiden erop dat we altijd bereid zijn om met anderen over onze gevoelens aangaande de Heiland van gedachten te wisselen. Vaak zijn er situaties waarin wij in een ongedwongen en ontspannen sfeer kunnen bespreken wie Hij is en wat Hij heeft gedaan en gepredikt, en anderen aanmoedigen Hem ook lief te hebben en te volgen.
‘“Wij verheugen ons in Christus” impliceert dat we over het algemeen een positieve, opgewekte instelling hebben, die ons geloof in Christus weerspiegelt. We weten dat “zijn genade [ons] genoeg” is om ons van dood en zonde te verlossen en in Hem vervolmaakt te worden (zie Moroni 10:32–33). Hoewel teleurstellingen en zelfs tragische gebeurtenissen ons niet bespaard blijven, weten we dat ons eeuwige geluk dankzij Hem vaststaat. Met het geloof in Jezus Christus dat van ons afstraalt, tonen we anderen ‘die vermoeid en belast [zijn]’ hoe Hij hun rust kan geven (zie Mattheüs 11:28–30).
‘“Wij prediken Christus” houdt zeker verband met zendingswerk, zowel van de voltijdzendeling als het lid, maar sluit ook ons onderwijs in, in de eredienst, de zondagsschool en soortgelijke gelegenheden, waar Hij het onderwerp van onze studie en instructie is. Onze deelname, hetzij als leerkracht, hetzij als leerling, is onderdeel van onze rol als getuige van Hem. […]
‘“Wij profeteren over Christus” betekent dat we ons getuigenis van Hem verwoorden door de kracht van de Geest (zie 1 Korinte 12:3). ‘Het getuigenis van Jezus is […] de geest van de profetie’ (Openbaring 19:10). Gelijk hen die in tijden van weleer zijn geboorte profeteerden, bevestigen ook wij in woord en daad de profetieën van zijn wederkomst. […]
‘“En wij schrijven volgens onze profetieën” geeft aan dat het wijs is om ons getuigenis van Christus vast te leggen. Het is ons bekend dat het getuigenis dat we geven “in de hemel [wordt] opgetekend om door de engelen te worden aanschouwd; en zij verheugen zich over [ons]” (LV 62:3). Onze eigen nakomelingen en anderen verheugen zich wellicht op een dag over ons getuigenis van Christus, dat wij voor hun nut […] hebben opgeschreven.’ (‘Een getuige van Christus worden’, Liahona, maart 2008, 58–63.
Moedig de cursisten tot besluit van dit onderdeel van de les aan om een van de genoemde aspecten op het bord te overdenken en zich ten doel te stellen een betere getuige van Jezus Christus te worden.
Van Jezus Christus getuigen
Laat de cursisten terugdenken aan dit semester en enkele taken van Jezus Christus en onderwerpen aangaande Hem noemen die in de lessen aan de orde zijn gekomen. Vat de reacties van de cursisten op het bord samen. (Mogelijke taken: Voorspraak, Heiland, Verzoener, Eerstgeborene, Eniggeborene, Jehova, Messias, Schepper. Mogelijke onderwerpen: Jezus Christus staat centraal in Gods plan; zijn voorsterfelijke bediening; de realiteit dat Hij leeft; zijn nasterfelijke bediening; de wederkomst; zijn millenniaanse regering; de herstelling van zijn evangelie; zijn leiderschap van de kerk; en de manieren waarop Hij het Licht en het Leven van de wereld is.)
Download en vertoon een video-opname van het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley (1910–2008), waarin hij van Jezus Christus getuigt. Als de video niet in uw taal beschikbaar is, laat u het citaat door een cursist voorlezen.
‘Jezus is mijn Vriend. Niemand anders heeft mij zoveel gegeven. ‘Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Johannes 15:13). Hij heeft zijn leven voor mij gegeven. Hij heeft de weg naar het eeuwige leven geopend. Alleen een God kon dat. Ik hoop dat ik het waardig ben een vriend voor Hem te zijn.
‘Hij is mijn voorbeeld. Zijn manier van leven, zijn absoluut onzelfzuchtige gedrag, zijn hulp aan behoeftigen, zijn ultieme offer, dat alles is een voorbeeld voor mij. […]
‘Hij is mijn leraar. Geen andere stem heeft ooit zulke wonderbaarlijke woorden gesproken. […]
‘Hij is mijn Genezer. Ik heb ontzag voor zijn verbazingwekkende wonderen. […]
‘Hij is mijn Leider. Ik voel me vereerd dat ik deel uitmaak van de lange stoet mensen die Hem liefhebben en die Hem gevolgd hebben gedurende de tweeduizend jaar die sinds zijn geboorte verstreken zijn. […]
‘Hij is mijn Heiland en mijn Verlosser. Door zijn leven te geven, in pijn en onzegbaar lijden, heeft Hij zich neergebogen om mij, ieder van ons en alle zoons en dochters van God, te tillen uit de afgrond van de eeuwige duisternis die volgt op de dood. […] Mijn dankbaarheid kent geen grenzen. Mijn dank aan de Heer heeft geen einde.
‘Hij is mijn God en mijn Koning. Hij zal van eeuwigheid tot eeuwigheid als Koning der koningen en Heer der Heren heersen en regeren. Aan zijn rijk komt geen einde. Zijn heerlijkheid zal geen nacht kennen.’ (‘Mijn getuigenis’, Liahona, juli 2000, 85.)
Leg het volgende scenario aan de cursisten voor: Als iemand je vroeg wat je geloof in Jezus Christus inhoudt, welke drie of vier punten zou je dan vooral willen beklemtonen? Geef de cursisten de tijd om hun ideeën op te schrijven. Laat de cursisten hun antwoorden vervolgens in tweetallen met elkaar uitwisselen. Moedig ze aan hun keuzes toe te lichten en over ervaringen te vertellen waardoor hun begrip van en liefde voor de Heiland toegenomen zijn. Vraag de cursisten na verloop van tijd wie hun getuigenis van Jezus Christus aan de klas wil geven.
Geef tot slot uw eigen getuigenis van de eeuwige bediening van de levende Christus. Uit desgewenst uw dankbaarheid voor de vele essentiële taken die de Heer Jezus Christus door de eeuwen heen vervuld heeft. Geef de cursisten dan de volgende opdracht mee: Denk aan het einde van deze cursus na over iemand die je kent die kracht zou putten uit jouw getuigenis van de Heiland. Besluit de komende week en daarna wie je met je getuigenis wilt beïnvloeden en hoe je dat gaat doen.
Leesstof voor de cursisten
-
Mattheüs 5:14–16; 2 Nephi 25:26; Mosiah 18:8–11; 3 Nephi 18:24.
-
D. Todd Christofferson, ‘Een getuige van Christus worden’, Liahona, maart 2008, 58–63.