Les 27
Jezus Christus is het licht, het leven en de hoop van de wereld
Inleiding
Jezus Christus ‘is het licht, het leven en de hoop van de wereld’. (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 2.) Deze les geeft de cursisten het inzicht dat ze door tot Christus te komen meer hoop op het eeuwige leven zullen koesteren en de beproevingen van het leven vastberadener zullen doorstaan.
Achtergrondinformatie
-
Dieter F. Uchtdorf, ‘De hoop op Gods licht’, Liahona, mei 2013, 70, 75–77.
-
Dieter F. Uchtdorf, ‘De oneindige kracht van hoop’, Liahona, november 2008, 21–24.
Lessuggesties
Johannes 1:1–9; Leer en Verbonden 88:6–13
Jezus Christus is het Licht van de wereld
Lees het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium voor: Laat de klas luisteren naar omstandigheden die iemand het gevoel kunnen geven door duisternis omringd te zijn:
‘Ik heb een schilderij in mijn kantoor dat ik koester, het heet Toegang tot verlichting. Een vriend van me, de Deense kunstenaar Johan Benthin, de eerste ringpresident in de Deense hoofdstad, Kopenhagen, heeft het geschilderd.
‘In het schilderij is een donkere kamer te zien met een open deur naar een ruimte waar licht vandaan komt. Ik vind het interessant dat het licht in de deuropening niet de hele kamer verlicht, maar alleen de ruimte vlak voor de deur.
‘Voor mij zijn het donker en het licht in dit schilderij een zinnebeeld van het leven. De toestand waar we ons als stervelingen in bevinden brengt met zich mee dat we soms het gevoel hebben door duister omringd te zijn. Misschien hebben we een dierbare verloren; of is er een kind afgedwaald; misschien hebben we een verontrustende medische diagnose gekregen; of hebben we werkgelegenheidsproblemen en zijn we bang of bezorgd; of misschien voelen we ons eenzaam of ervaren we een gebrek aan liefde.
‘Maar hoe verloren we ons ook in onze huidige omstandigheden mogen voelen, God belooft ons de hoop op zijn licht. Hij belooft om de weg die voor ons ligt te verlichten en ons de weg uit het duister te tonen.’ (‘De hoop op Gods licht’, Liahona, mei 2013, 70.)
-
Wat zijn zoal omstandigheden die iemand het gevoel kunnen geven door duisternis omringd te zijn?
-
Wat kan God volgens president Uchtdorf doen als we ons zo voelen?
Leg na de reacties van de cursisten uit dat in deze les aan de orde komt hoe we licht en hoop van God kunnen ontvangen, wat onze omstandigheden ook zijn.
Laat een cursist Johannes 1:1–5 voorlezen. Laat de klas in hun eigen Schriften meelezen en letten op woorden en zinsneden waarmee Johannes de Heiland beschrijft. Vraag de cursisten naar hun bevindingen en zet de volgende leerstelling op het bord:Jezus Christus is het Licht van de wereld.
Wilt u de cursisten meer inzicht in deze leerstelling geven, laat hen dan Johannes 1:6–9 doorlezen. Vraag dan:
-
Wat staat er in deze verzen over Jezus Christus als het Licht van de wereld?
-
Hoe kunnen Johannes 12:46 en Leer en Verbonden 84:46 je doen inzien dat Jezus het Licht van de wereld voor iedereen kan zijn?
Vertel de cursisten dat in de Schriften het licht dat ‘ieder mens verlicht’ (Johannes 1:9), of het licht van Christus, ‘soms de Geest des Heren, de Geest van God, de Geest van Christus, of het licht des levens genoemd’ wordt. (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004],107–108). Het licht van Christus wordt beschreven in Leer en Verbonden 88.
Laat de klas zich opsplitsen in tweetallen. Vraag ze Leer en Verbonden 88:6–13 te bestuderen en vast te stellen hoe Jezus Christus de bron van licht en leven is. Stel na voldoende tijd de volgende vragen:
-
Hoe beïnvloedt het licht van Christus alle scheppingen van onze hemelse Vader?
-
Wat kan het licht van Christus volgens de opgetekende waarheden in deze verzen voor ons als individu betekenen?
-
Waarom is het goed om in te zien dat het licht dat het heelal bestuurt ‘hetzelfde licht is dat uw verstand verlevendigt’? (LV 88:11.)
Laat het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf zien en door een cursist voorlezen:
‘Gods licht bestaat. En het is er voor ons allemaal! Het geeft alle dingen leven [zie LV 88:11–13]. Het heeft de macht om zelfs de pijn van de diepste wond te verlichten. Het kan een genezende balsem zijn voor de eenzaamheid en ziekte van onze ziel. In de voren van de wanhoop kan het de zaadjes van het licht van de hoop zaaien. Het kan de diepste valleien van verdriet verlichten. Het kan het pad dat voor ons ligt verlichten en ons door de donkerste nacht leiden naar de belofte van een nieuwe dageraad.
‘Dit is “de Geest van Jezus Christus” die “licht geeft aan ieder die in de wereld komt” [LV 84:45–46]’ (‘De hoop op Gods licht’, Liahona, mei 2013, 75.)
Bespreek de volgende vragen met uw klas:
-
Welke zegeningen komen volgens president Uchtdorf uit het licht voort dat onze Vader in de hemel ons door Jezus Christus aanbiedt?
-
Wanneer heb je de zegeningen ondervonden die president Uchtdorf noemt?
Zet de volgende onvolledige zin op het bord:
Vraag de cursisten Leer en Verbonden 88:13 nogmaals door te lezen en te zoeken naar een zinsnede om de zin op het bord mee af te maken. Vraag:
-
Wat heeft de taak van de Heiland als het Licht van de wereld met zijn taak als het Leven van de wereld te maken?
-
In welke opzichten is licht met het leven verbonden? (U kunt erop wijzen dat Jezus het ‘leven van de wereld is omdat zijn opstanding en zijn verzoening ons redden van de lichamelijke én geestelijke dood’. [Dallin H. Oaks,‘The Light and Life of the World’, Ensign, november 1987, 65].)
-
Wat zou er gebeuren als het licht en de macht van de Heiland alle dingen niet meer zouden onderhouden? (Er zou geen leven meer zijn.)
Leg uit dat de Schriften voorbeelden bevatten van hoe Jezus letterlijk het Licht van de wereld is. Toen de Heiland stierf, was er drie dagen lang duisternis, wat symboliseert dat het Licht van de wereld de wereld verlaten had (zie 3 Nephi 8:20–23). Bij de geboorte van de Heiland, daarentegen, verschenen er een ster en grote lichten aan de hemel, en was het tevens drie dagen licht (zie Helaman 14:3–5; 3 Nephi 1:15, 21).
Psalmen 146:5; Romeinen 5:3–5; 15:13; Ether 12:4, 32; Moroni 7:3, 40–41
Jezus Christus is de hoop van de wereld
Leg aan de cursisten uit dat de term hoop meerdere betekenissen kan hebben. In de context van het evangelie van Jezus Christus is hoop ‘de zekere verwachting van en het verlangen naar de beloofde zegeningen van de rechtvaardigheid’ (Gids bij de Schriften, ‘Hoop’; scriptures.lds.org). De Heiland wordt soms ‘de hoop van de wereld’ genoemd vanwege de beloofde zegeningen van rechtvaardigheid die wij dankzij Hem ontvangen. (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 3.)
Laat de volgende vragen en tekstverwijzingen zien of schrijf ze op het bord:
Deel de klas op in groepjes. Laat de groepjes de genoemde Schriftteksten bestuderen en letten op belangrijke woorden en zinsneden over hoop. Laat ze vervolgens hun antwoorden op de vragen bespreken. Laat de groepjes na voldoende tijd één of twee leerstellingen of beginselen verwoorden die samenvatten wat ze over de leerstellige kant van hoop te weten zijn gekomen. Vraag ze hun bevindingen met de anderen te bespreken. Zie erop toe dat de cursisten begrijpen dat hoop de zekerheid is dat we dankzij de verzoening van Jezus Christus en door gehoorzaamheid aan de geboden de beloofde zegeningen van God, met inbegrip van het eeuwige leven, zullen ontvangen. Bij voldoende tijd kunt u desgewenst de volgende vragen bespreken:
-
Wat denk je dat de zinsnede met zekerheid hopen op een betere wereld’ (Ether 12:4) betekent? (Op het eeuwige leven vertrouwen. Laat de cursisten deze betekenis desgewenst in de kantlijn van hun Schriften naast Ether 12:4 noteren.)
-
Hoe kan hoop, zoals die in deze verzen beschreven wordt, ‘een anker vorm[en] voor de ziel der mensen’ en ons ‘zeker en standvastig [maken], te allen tijde overvloedig in goede werken’? (Ether 12:4.)
Laat het volgende citaat zien en door een cursist voorlezen:
‘Wanneer we hoop hebben, vertrouwen we op Gods beloften. We hebben de geruststellende zekerheid dat we ons “loon [zullen ontvangen], ja, vrede in deze wereld en het eeuwige leven in de toekomende wereld” als we “de werken van gerechtigheid” doen (LV 59:23). Mormon schreef dat een dergelijke hoop alleen door de verzoening van Jezus Christus komt [zie Moroni 7:41].’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], 83).
-
In welk opzicht is ons geloof in Jezus Christus en zijn verzoening essentieel om echte hoop te ontwikkelen? In hoeverre begrijp je daardoor beter waarom Jezus Christus de hoop van de wereld is? (Als we hoop in Jezus Christus hebben, kunnen we voorbij de aardse moeilijkheden en ellende zien en ons richten op de zegeningen die ons dankzij de verzoening te beurt zullen vallen, zoals de opstanding en het eeuwige leven.)
-
Wat kun je doen om meer hoop in dit leven aan de dag te leggen?
Als de Heilige Geest u daartoe aanspoort, kunt u de cursisten vragen wanneer hun hoop op de opstanding en het eeuwige leven dankzij Jezus Christus hen of anderen tot zegen was.
Leesstof voor de cursisten
-
Psalmen 146:5; Johannes 8:12; Romeinen 5:3–5; 15:13; 1 Petrus 1:3; Ether 12:4, 32; Moroni 7:3, 40–41; Leer en Verbonden 88:6–13; 138:14.
-
Dieter F. Uchtdorf, ‘De hoop op Gods licht’, Liahona, mei 2013, 70, 75–77.