Seminarie en instituut
Les 10: Kom dan en volg Mij


Les 10

Kom dan en volg Mij

Inleiding

Jezus Christus heeft verklaard: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Johannes 14:6). ‘[Jezus’] weg is het pad dat leidt tot geluk in dit leven en tot het eeuwige leven in de wereld hierna.’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 3.) In deze les staat de uitnodiging van Jezus Christus tot allen centraal om Hem te volgen en zijn discipel te zijn. In deze les leren we ook wat het betekent om het pad van het discipelschap te bewandelen.

Achtergrondinformatie

Lessuggesties

Johannes 1:35–47; 2 Nephi 26:33; Alma 5:33–34

Jezus Christus nodigt allen uit om zijn discipel te zijn

Vraag een cursist in het kort te vertellen over een keer dat hij of zij onderweg naar een bestemming de verkeerde afslag nam of de verkeerde weg volgde. Laat de cursisten vervolgens Johannes 14:6 lezen en de leerstelling die Jezus in dit vers uiteenzet in hun eigen woorden weergeven. (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: de enige weg om bij onze hemelse Vader terug te keren is door Jezus Christus te volgen.)

Vertel de cursisten dat Jezus Christus na zijn doop en verzoeking in de woestijn anderen uitnodigde om Hem te volgen. Zij die ervoor kozen de Heiland toen en nu te volgen, worden discipelen genoemd. Laat de cursisten in Johannes 1:35–47 aanduiden hoe enkele van de eerste discipelen van de Heiland heetten en wat hen ertoe bewoog Hem te volgen.

Laat de volgende uitspraak van president James E. Faust (1920–2007) van het Eerste Presidium zien, en laat een cursist die voorlezen:

President James E. Faust

‘De woorden discipel en discipline komen beide van hetzelfde Latijnse woord: discipulus, wat leerling betekent. Dat duidt op oefening of training. Zelfdiscipline en zelfbeheersing zijn onveranderlijke, blijvende eigenschappen van de volgelingen van Jezus. […]

‘Wat houdt discipelschap in? Het houdt vooral gehoorzaamheid aan de Heiland in.’ (‘Discipelschap’, Liahona, november 2006, 20.)

  • Wat impliceert deze definitie van discipelschap over hoe het leven van de eerste discipelen van Jezus Christus er mogelijk heeft uitgezien?

Laat de cursisten 2 Nephi 26:33 en Alma 5:33–34 lezen en vergelijken om te zien wie Jezus nog meer uitnodigde om tot Hem te komen. Bespreek dan de volgende vragen:

  • Wat staat er in deze teksten over de uitnodiging van de Heiland om tot Hem te komen? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: Jezus Christus nodigt alle mensen uit om tot Hem te komen en zijn discipel te zijn.)

  • Wat beloofde de Heiland volgens Alma aan wie de uitnodiging aanvaarden om tot Hem te komen?

  • Wat betekenen die beloften voor jou?

Mattheüs 4:18–22; Lukas 5:11; 9:57–62; 14:25–33

Een discipel van Jezus Christus zijn

Verdeel de cursisten in tweetallen. Vraag ze Mattheüs 4:18–22 en Lukas 5:11 te bestuderen en de offers te benoemen die sommige eerste discipelen van Jezus Christus brachten door gehoor te geven aan zijn oproep om Hem te volgen. Bespreek de volgende vragen:

  • Hoe zou je de reactie van die eerste discipelen op de opdracht van de Heiland om Hem te volgen beschrijven? (Bespreek de betekenis van woorden en zinsneden zoals ‘lieten meteen de netten achter’ en ‘lieten alles achter’.)

  • Welke belangrijke waarheden haal je uit deze teksten over wat het betekent om een discipel van Jezus Christus te zijn? (Zet na de antwoorden van de cursisten de volgende waarheid op het bord: Discipelschap van Jezus Christus vereist gehoorzaamheid en opoffering.)

Geef de cursisten een kopie van het volgende citaat van ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat het door een cursist voorlezen:

Ouderling Joseph B. Wirthlin

‘Een net is in het algemeen een middel om iets mee te vangen. In […] belangrijkere zin kunnen we een net definiëren als alles wat ons verleidt, of ons verhindert de oproep van Jezus Christus, de Zoon van de levende God, te volgen.

‘In die zin kan ons werk een net zijn, of onze hobby’s, onze pleziertjes en vooral onze verleidingen en zonden. Kortom, een net kan alles zijn dat ons wegtrekt van onze relatie met onze hemelse Vader of van zijn herstelde kerk. […]

‘Het is onmogelijk de vele netten op te noemen die ons kunnen verstrikken en ons ervan weerhouden de Heiland te volgen. Maar als we oprecht zijn in ons verlangen Hem te volgen, moeten we de verstrikkende netten van de wereld terstond verlaten en Hem volgen.

‘[…] Onze tijd wordt zo gemakkelijk gevuld met afspraken, bijeenkomsten en taken. We kunnen heel gemakkelijk in een zo groot aantal netten gevangen raken dat zelfs de gedachte om eruit los te breken al bedreigend en beangstigend kan zijn.

Soms hebben we het gevoel dat we belangrijker worden naarmate we het drukker hebben — alsof de mate van onze drukte onze waarde bepaalt. Broeders en zusters, we kunnen een heel leven vullen door in een koortsachtig tempo rond te rennen en hele lijsten af te strepen met zaken die uiteindelijk niet echt van belang zijn.

‘Dat we veel doen, is misschien niet zo belangrijk. Dat we de energie van ons verstand, ons hart en onze ziel op zaken van eeuwig belang richten — dat is essentieel.’ (‘Volg Mij’, Liahona, mei 2002, 15–16.)

  • Als de vissen, netten en schepen die de vissers achterlieten hun aardse zorgen voorstellen, welke dingen kan de Heer dan aan jou vragen om aan de kant te zetten zodat je Hem kunt volgen?

  • Waarom zijn aardse zorgen soms moeilijk achter te laten?

  • Hoe kan iemand herkennen of hij of zij in de soort netten verstrikt is waar ouderling Wirthlin over sprak?

Vraag de cursisten wanneer ze aan een oproep van de Heiland om Hem te volgen gehoor hebben gegeven (misschien door oude gewoonten achter zich te laten of door een roeping in de kerk te aanvaarden). Vraag dan:

  • Hoe is je reactie op die oproep je tot zegen geweest?

Laat de volgende tekstverwijzingen en vragen zien of schrijf ze op het bord:

Lukas 9:57–62: Wat kan ons belemmeren om de Heiland te volgen?

Lukas 14:25–27, 33: Wat vraagt de Heiland van zijn discipelen?

Lukas 14:28–32: Wat heeft het woord voltooien met de vereisten van het discipelschap te maken?

Deel de klas op in drie groepen en laat iedere groep een van de teksten en de bijbehorende vraag bestuderen. Vraag de cursisten na verloop van tijd hoe de gelezen tekst antwoord op hun vraag geeft. Stel na het bespreken van de drie teksten de vraag:

  • Welke vereiste van het discipelschap wordt door de gelijkenissen van de Heiland geïllustreerd? (Maak de cursisten bij hun bespreking van deze vraag de volgende waarheid duidelijk:Het discipelschap vereist onze voortdurende bereidheid om alles achter te laten en Jezus Christus te volgen.

Leg uit dat het discipelschap weliswaar impliceert dat we onze toewijding en onze vastberadenheid om de Heiland te volgen gestaag verdiepen, maar dat Hij niet verlangt dat we harder lopen dan onze krachten toelaten (zie Mosiah 4:27).

Geef elke cursist het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium en laat een van de cursisten het voorlezen:

President Dieter F. Uchtdorf

‘De eerste schrede op het pad van het discipelschap begint, gelukkig maar, precies op de plek waar we ons bevinden! Er zijn geen vereisten vooraf om die eerste stap te zetten. Het maakt niet uit of we arm of rijk zijn. Wij hoeven niet geleerd, welbespraakt of intellectueel te zijn. Wij hoeven niet volmaakt of welsprekend of zelfs welgemanierd te zijn.

‘U en ik kunnen het pad van het discipelschap vandaag nog inslaan. Laten wij nederig zijn; laten wij met heel ons hart tot onze Vader in de hemel bidden en ons verlangen uiten om dichter bij Hem te komen en van Hem te leren.

‘Heb geloof. Zoek en u zult vinden. Klop en de deur zal worden opengedaan [zie Mattheüs 7:7]. Dien de Heer door anderen te dienen. Neem actief deel in uw wijk of gemeente. Maak uw gezin sterker door u voor te nemen volgens de beginselen van het evangelie te leven. Wees één van hart en één van zin in uw huwelijk en in uw gezin.

‘Nu is de tijd om uw leven op orde te brengen zodat u een tempelaanbeveling kunt krijgen en gebruiken. Nu is de tijd om zinvolle gezinsavonden te houden, om het woord van God te lezen en ons in oprecht gebed tot onze hemelse Vader te richten. Nu is de tijd om ons hart te vullen met dankbaarheid voor de herstelling van zijn kerk, voor levende profeten, het Boek van Mormon en de macht van het priesterschap die ons tot zegen zijn. Nu is de tijd om het evangelie van Jezus Christus te omarmen, zijn discipel te worden en in zijn wegen te wandelen.’ (‘Het pad van het discipelschap, Liahona, mei 2009, 77.)

  • Waar begint het pad van het discipelschap volgens president Uchtdorf?

  • Wanneer is het volgens president Uchtdorf de tijd om het pad van het discipelschap in te slaan?

Zet het volgende op het bord:

Nu is de tijd dat ik …

Laat de cursisten bedenken hoe ze die zin af kunnen maken met een manier waarop ze in woord en daad een discipel van Jezus Christus gaan zijn. Moedig ze aan meteen te handelen naar wat hun ook te binnen schiet, want die gedachte is waarschijnlijk een ingeving van de Heilige Geest. Getuig dat de Heer hen zal helpen zijn discipelen te zijn als zij de eerste stap zetten.

Leesstof voor de cursisten