Les 8

Jezus Christus vervulde alle gerechtigheid

Inleiding

Jezus Christus leidde een volmaakt leven door Zich in alles aan de wil van onze hemelse Vader te onderwerpen. Hedendaagse profeten hebben getuigd: ‘Hoewel zondeloos, liet [Jezus Christus] Zich niettemin dopen om alle gerechtigheid te vervullen.’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 2.) Net zoals de Heiland vervullen we gerechtigheid als we ons aan de verordeningen en verbonden van het eeuwige evangelie onderwerpen. In deze les zien we hoe de Heiland Zich aan het eeuwige evangelie onderwierp en hoe we zijn voorbeeld kunnen volgen.

Achtergrondinformatie

Robert D. Hales, ‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2001, 6–9.

Lessuggesties

Mattheüs 3:13–17; 2 Nephi 31:4–9

De doop van Jezus Christus

Laat de cursisten over de volgende situatie nadenken:

In een gesprek met iemand uit je vriendenkring komt het onderwerp van de doop ter sprake. Nadat je uitlegt waarom we ons laten dopen, vraagt je vriend of vriendin: ‘Ik snap dat we ons laten dopen om van zonde gereinigd te worden. Maar Jezus was volmaakt; Hij had geen zonden. Waarom liet Hij Zich dan dopen?’

Laat de cursisten even over die vraag nadenken en er daarna op reageren.

Laat een cursist na een korte bespreking Mattheüs 3:13–17 voorlezen, of vertoon ‘De doop van Jezus’ (2:55) uit Bijbelvideo’s: Het leven van Jezus Christus. (Download en bekijk de video vóór de les.) Vraag de cursisten in hun Schriften mee te lezen als u de video vertoont.

Na de video vraagt u:

Welke reden gaf Jezus voor zijn doop? (Zet desgewenst de volgende leerstelling op het bord: Jezus Christus liet Zich dopen om alle gerechtigheid te vervullen.)
Wat zou het betekenen dat Jezus Zich liet dopen om ‘alle gerechtigheid te vervullen’? (Mattheüs 3:15.)

Geef de cursisten de tijd om in hun Schriften antwoord op deze vraag te vinden. Vraag ze desgewenst 2 Nephi 31:4–9 in de kantlijn te noteren naast Mattheüs 3:15. Vraag de cursisten om 2 Nephi 31:5–6 door te lezen en te letten op de vraag die Nephi stelde. Leg na voldoende tijd uit dat Nephi die vraag beantwoordde in 2 Nephi 31:7–9. Vraag een cursist die verzen voor te lezen en laat de klas meelezen en aangeven in welke opzichten de Heiland alle gerechtigheid vervulde door Zich te laten dopen. Laat ze hun bevindingen desgewenst markeren. Laat de cursisten vertellen wat ze gevonden hebben en zet de volgende uitspraken op het bord:

Hij verootmoedigde Zich voor de Vader.

Hij getuigde tot de Vader dat Hij zijn geboden wilde gehoorzamen.

Hij toonde de mensenkinderen de poort waardoor zij het celestiale koninkrijk kunnen binnengaan.

Hij hield ons het voorbeeld voor.

(Noot: deze activiteit laat de cursisten oefenen om opsommingen te maken, waardoor ze belangrijke punten die de schrijver wil beklemtonen eerder herkennen.)

Herinner de cursisten aan de vraag die Nephi stelde (zie vers 6). Vraag dan:

In welke opzichten is de doop van Jezus Christus op basis van de punten op het bord voor ons een voorbeeld van wat gerechtigheid of rechtschapenheid inhoudt?

Zie erop toe dat de cursisten de volgende ideeën benoemen en bespreken (vervang eventueel de punten op het bord):

Rechtschapenheid betekent ons ootmoedig aan de wil van de Vader onderwerpen.

Rechtschapenheid betekent een verbond met de Vader sluiten om zijn geboden te onderhouden.

Rechtschapenheid betekent de verlossende verordeningen ontvangen.

Rechtschapenheid betekent het voorbeeld van Jezus Christus volgen.

Vraag de klas:

Hoe kunnen wij zelf Jezus’ voorbeeld van rechtschapenheid volgen?

Getuig tot de klas dat Jezus, net als wij, aan alle voorwaarden van het plan van onze hemelse Vader onderhevig was. Zijn volmaakte leven is ons tot voorbeeld om na te volgen.

2 Nephi 31:10–21

Het voorbeeld van de Heiland volgen

Vraag een cursist 2 Nephi 31:10–12 voor te lezen. Vraag de klas:

In vers 10 staat een uitnodiging die de Heiland aan ons allemaal verstrekt heeft. Welke?
Wat moeten we volgens de woorden van Jezus in die verzen doen om Hem te volgen?

Vraag de cursisten om 2 Nephi 31:16–17 door te lezen. Vraag dan:

Wat moeten we nog meer doen om het voorbeeld van de Heiland te volgen?
Wat betekent het om tot het einde te volharden en ‘het voorbeeld van de Zoon van de levende God’ te volgen? (Vs. 16.) (Wijs eventueel naar het woord doen in vers 17. Beklemtoon ook het volgende beginsel: Als we het voorbeeld van Jezus Christus volgen, kunnen we alle gerechtigheid vervullen, zoals Hij dat deed.

Leg de cursisten uit dat de Schriftteksten die ze in 2 Nephi 31 gelezen hebben de essentie van het eeuwig evangelie bevatten, dat onze hemelse Vader vóór de schepping van de wereld beraamd heeft.

Vraag de cursisten om Romeinen 6:3–6 te analyseren en te zoeken naar kernwoorden of zinsneden die bevestigen dat het voorbeeld van Jezus Christus volgen meer vereist dan de doop alleen. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren.

Geef de cursisten een kopie van het volgende citaat van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat ze het doorlezen: Vraag ze na te denken welke invloed hun eigen doop op hen gehad heeft.

‘Als we ons doopverbond en de gave van de Heilige Geest begrijpen, zal dat ons leven veranderen en wijden we onze volledige getrouwheid aan het koninkrijk van God toe. Wanneer er verleidingen op ons pad komen, zal de Heilige Geest ons, als we luisteren, eraan herinneren dat we beloofd hebben de Heiland indachtig te zijn en de geboden van God te onderhouden. […]

‘Als wij het voorbeeld van Jezus volgen, laten wij ook zien dat we ons zullen bekeren en de geboden van onze Vader in de hemel gehoorzaam zullen onderhouden. We vernederen ons met een gebroken hart en een verslagen geest door onze zonden te erkennen en vergeving voor onze overtredingen te vragen (zie 3 Nephi 9:20). We sluiten een verbond dat we gewillig zijn de naam van Jezus Christus op ons te nemen en Hem altijd indachtig te zijn. […]

‘[…] Ik bid dat wij, als lid van zijn koninkrijk, allemaal zullen begrijpen dat onze doop en bevestiging de poort is naar zijn koninkrijk. Als we er binnen gaan, sluiten we een verbond dat we van zijn koninkrijk zullen zijn — voor altijd!’ (‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2001, 7–8, 9.)

Vraag de cursisten:

Hoe ben je door je doop Jezus Christus’ voorbeeld in het vervullen van alle gerechtigheid gaan volgen?

Laat de cursisten bedenken in welke mate ze aan de normen van rechtschapenheid voldoen die de Heiland bij zijn doop aan de dag legde. Vraag de cursisten te bedenken wat ze nog meer kunnen doen om hun gehoorzaamheid aan hun hemelse Vader te tonen.

Leesstof voor de cursisten

Mattheüs 3:13–17; 2 Nephi 31:4–21.
Robert D. Hales, ‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2001, 6–9.