Seminarie en instituut
Les 14: Jezus Christus is de Messias


Les 14

Jezus Christus is de Messias

Inleiding

Profeten uit het Oude Testament hebben van de komst van de Messias getuigd — een afstammeling van koning David die zijn volk zou verlossen. Jezus Christus ‘was de grote Jehova van het Oude Testament, de Messias van het Nieuwe Testament.’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 2.) In deze les maken de cursisten kennis met enkele profetieën uit het Oude Testament aangaande Jezus Christus en de wijze waarop sommigen Hem als de Messias aanvaardden of verwierpen.

Achtergrondinformatie

  • G. Homer Durham, ‘Jesus the Christ: The Words and Their Meaning’, Ensign, mei 1984, 14–16.

  • ‘De goddelijke zending van Jezus Christus: Messias’, Liahona, augustus 2014, 7.

Lessuggesties

Jesaja 61:1–2; Lukas 4:16–24

Jezus maakt bekend dat Hij de Messias is

Vraag de cursisten of ze ooit een bericht ontvangen hebben of de aankomst van een dierbare meegemaakt hebben waar ze lang naar uitgekeken hadden. Vertel de cursisten dat de les van vandaag een vergelijkbare gebeurtenis onder de Joden van weleer onder de loep neemt. Laat een cursist Jesaja 61:12 voorlezen. Vraag dan:

  • Over wie gaat deze profetie?

video iconVertoon de video ‘Jezus maakt bekend dat Hij de Messias is’ (3:24) uit Bijbelvideo’s: Het leven van Jezus Christus. (Download en bekijk de video vóór de les.) Laat de cursisten meelezen in Lukas 4:16–21 terwijl ze kijken.

Na de video vraagt u:

  • Hoe zou je de boodschap van de Heiland op die dag in Nazareth samenvatten? (Zie erop toe dat de bespreking zich toespitst op vers 18 en vers 21.)

  • Wat is de betekenis en het belang van de zinsneden ‘omdat Hij Mij gezalfd heeft’ en ‘heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan’? (Leg de cursisten uit dat Messiasen Christus allebei ‘de Gezalfde’ betekenen, wat ze kunnen lezen onder het lemma voor ‘Messias’ in de Gids bij de Schriften (zie scriptures.lds.org).

  • Hoe vervulde Jezus de profetie van Jesaja waaruit Hij citeerde (zie de verzen 18—19)?

Mattheüs 21:1–11

Jezus Christus kwam als de Messias

Toon of zet de volgende tekstverwijzingen op het bord en laat de cursisten er één of twee uitkiezen en bestuderen. Laat ze zich bij het vergelijken van de gekozen teksten afvragen waarom de verzen bij elkaar gegroepeerd zijn en wat ze over Jezus Christus duidelijk maken.

Jesaja 7:14; Mattheüs 1:21–23

Micha 5:2; Lukas 2:4–7

Zacharia 9:9; Mattheüs 21:6–11; Johannes 12:12–15

Psalmen 22:16, 18; Mattheüs 27:35

Jesaja 53:9; Mattheüs 27:59–60; Johannes 19:18, 38–42

Laat de cursisten vertellen wat ze hebben geleerd. (De strekking van de woorden van de cursisten dient het volgende te omvatten: Jezus Christus kwam, leefde en stierf ter vervulling van Messiaanse profetieën.) Beklemtoon dat de Heiland die waarheid in Nazareth verkondigde. Lees Lukas 4:28–29 voor. Vraag dan:

  • Hoe reageerden de mensen in de synagoge in Nazareth op de aankondiging van Jezus?

Vertel de cursisten dat Jezus een paar jaar later een heel andere reactie van sommige mensen in Jeruzalem te beurt viel. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers voor te lezen uit Mattheüs 21:1–11. Moedig de cursisten voordat ze gaan lezen aan zich voor te stellen dat ze bij de beschreven gebeurtenis aanwezig zijn. Leg uit dat leren visualiseren wat er in de Schriften plaatsvindt de Heilige Geest nog meer de gelegenheid biedt om hen te onderwijzen.

  • Waarom reageerden de mensen in Jeruzalem op die manier? (Ze herkenden Jezus als de langverwachte Messias.)

  • Hoe zou jij gereageerd hebben?

Wijs op het woord Hosanna in vers 9; lees dan de volgende definitie voor:

‘[Hosanna is een] Hebreeuws woord dat “red toch” betekent en gebruikt wordt bij lof en smeekbeden.

‘[…] Bij de zegevierende intocht van de Heer in Jeruzalem riepen de mensen ‘Hosanna’ en spreidden palmtakken op de weg zodat Hij eroverheen zou rijden. Hiermee gaven zij blijk dat zij begrepen hadden dat Jezus dezelfde Heer was die Israël in vroegere tijden had bevrijd (Psalmen 118:25–26; Mattheüs 21:9, 15; Markus 11:9–10; Johannes 12:13). Zij herkenden Christus als de langverwachte Messias. Het woord Hosanna is door de eeuwen heen verbonden aan de toejuiching van de Messias (1 Nephi 11:6; 3 Nephi 11:14–17). De hosannakreet maakte destijds deel uit van de inwijding van de Kirtlandtempel (LV 109:79) en is nu een onderdeel van de inwijding van nieuwe tempels.’ (Gids bij de Schriften, ‘Hosanna’; scriptures.lds.org).

Laat desgewenst de volgende doeleinden van Messiaanse profetieën zien (aangepast overgenomen uit Bruce R. McConkie, The Promised Messiah: The First Coming of Christ [1978], 28–32):

  1. Messiaanse profetieën maakten het voor wie vóór de geboorte van Jezus Christus leefden mogelijk om geloof in Hem te hebben, zodat ze eeuwig heil konden verkrijgen (zie 1 Nephi 10:46; 2 Nephi 25:18–20, 26; Mosiah 3:13).

  2. Messiaanse profetieën maakten het voor wie in de tijd van Christus leefden mogelijk Hem als de vervulling van die profetieën te herkennen, zodat ze eeuwig heil konden verkrijgen (zie Johannes 4:25, 29).

  3. Messiaanse profetieën maken het voor wie na de aardse bediening van Jezus Christus leven mogelijk Hem als de vervulling van die profetieën te erkennen, zodat ze eeuwig heil kunnen verkrijgen (zie Handelingen 3:12–18; 26:22–23).

  • Als je even bij die drie doeleinden stilstaat, hoe kun je er dan baat bij hebben dat je de Messiaanse profetieën in de Schriften leert herkennen en Christus als de vervulling van die profetieën ziet?

Johannes 6:5–69

Jezus Christus volgen als de Messias

Herhaal dat de Joden in de tijd van het Nieuwe Testament geloofden dat de Messias eens uit het geslacht van David zou komen om zijn volk te redden. Velen geloofden dat Hij ze van de Romeinse onderdrukking zou verlossen, net zoals Jehova de Israëlieten uit Egypte bevrijd had.

Laat de cursisten het verhaal in de volgende verzen snel doornemen: Johannes 6:5–15. Vraag:

  • Welk wonder verrichtte Jezus in dit verhaal?

  • Hoe zou je de reactie van de mensen in de verzen 14–15 omschrijven?

  • Waarom denk je dat zij zo reageerden?

Lees het volgende citaat voor van ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen:

Ouderling Bruce R. McConkie

‘Er was een traditie, onderwezen door de rabbi’s en vast verankerd onder het volk, dat de Messias hen bij zijn komst met brood uit de hemel voeden zou.’ (The Mortal Messiah, 4 delen [1979–1981], 2:367.)

Leg uit dat net zoals Jehova de Israëlieten destijds met manna voedde (zie Exodus 16), Jezus later de menigte met vijf gerstebroden en twee vissen voedde, en velen dat wonder als teken zagen dat Hij de Messias was.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Johannes 6:31–32, 49–53, 60, 66 voor te lezen. Laat de klas meelezen en letten op hoe men de volgende dag op Jezus reageerde en wat Hij voor antwoord gaf.

  • Waarom zouden velen Jezus die dag verworpen hebben?

  • Wat hadden ze niet begrepen? (Jezus was de bron van geestelijk leven; Hij was het Brood des levens.)

Laat een cursist Johannes 6:67–69 voorlezen. Vraag de klas vervolgens:

  • Wat gaf Petrus’ getuigenis in vers 69 ter bevestiging aan?

  • Welke invloed had Petrus’ getuigenis van de Heiland op hem?

Zet de volgende onvolledige zin op het bord en vraag de cursisten hoe ze die zouden aanvullen:Als we Jezus Christus als de Messias aannemen, dan _________________________.

Laat na enkele antwoorden een cursist het volgende citaat van president David O. McKay (1873–1970) voorlezen:

President David O. McKay

‘Wat u in uw hart van Christus vindt, bepaalt wie u bent, en bepaalt grotendeels hoe u zult handelen. Niemand kan deze goddelijke persoonlijkheid bestuderen, zijn leringen aanvaarden, zonder zich bewust te worden van een verheffende, louterende invloed in zijn innerlijk.’ (Leringen van kerkpresidenten: David O. McKay [2003], 7).

Geef de cursisten de tijd om op te schrijven wat zij van Christus vinden. Laat een aantal cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Laat de cursisten bedenken hoe zij deze week blijk van hun geloof in Jezus Christus kunnen geven.

Leesstof voor de cursisten