Les 16
De Heiland bracht verzoening voor de zonden van alle mensen
Inleiding
‘[Jezus Christus] heeft zijn leven gegeven ter verzoening van de zonden van het hele mensdom. Zijn plaatsbekledende lijden was zijn gift aan allen die ooit op aarde zouden leven.’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, 2.) Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De verzoening is het onmisbare element in het plan van geluk van onze hemelse Vader waarzonder dat plan niet van kracht had kunnen worden.’ (Hij leeft! Zijn naam zij steeds geloofd!’ Liahona, mei 2010, 76.) Deze les is gericht op het intense lijden van de Heiland, dat in Gethsémané begon en aan het kruis tot een climax kwam. Ook wordt erin beschreven hoe Jezus Christus ons kan helpen onze zonden te overwinnen en ons dagelijks kan sterken door zijn verzoening.
Achtergrondinformatie
-
David A. Bednar, ‘De verzoening en de reis door het sterfelijk leven’, Liahona, april 2012, 40–47.
-
Jeffrey R. Holland, ‘De verzoening van Jezus Christus’, Liahona, maart 2008, 32–38.
Lessuggesties
Markus 14:33–36; Lukas 22:39–44; 2 Nephi 9:21
Jezus Christus was bereidwillig om de kwelling van de verzoening te ondergaan
Laat de cursisten aan het begin van de les eventueel ‘’k Sta spraak’loos’ (Lofzangen, nr. 129) of een andere lofzang over de Heiland zingen. Vraag vervolgens:
-
Hoe bereidt het zingen van ‘’k Sta spraak’loos’ (of een andere lofzang over de Heiland) je voor op het bestuderen van de verzoening van Jezus Christus?
Vraag de cursisten Markus 14:33–36 door te lezen en te letten op zinsneden die het lijden van de Heiland in Gethsémané beschrijven. Noteer de zinsneden die de cursisten noemen op het bord.
-
Wat betekenen die zinsneden voor jou?
Vraag de cursisten om Lukas 22:39–44; 2 Nephi 9:21; en Mosiah 3:7 te bestuderen voor nog meer inzicht in het lijden van de Heiland gedurende zijn zoenoffer. U kunt de cursisten in overweging geven om een kruisverwijzing naar die passages in hun Schriften te noteren.
-
Welke belangrijke waarheden spreken uit deze teksten over het lijden dat Jezus voor ons verdragen heeft? (Uit de antwoorden moet de volgende waarheid blijken: Het lijden van Christus in Gethsémané deed Hem uit iedere porie bloeden.)
Wijs de cursisten erop dat de verzoening van Jezus Christus bestond uit zijn lijden voor onze zonden in Gethsémané en aan het kruis, het vergieten van zijn bloed, zijn dood aan het kruis en zijn opstanding uit het graf. Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘Wij weten niet, beseffen niet, nee, geen menselijk verstand kan zich de volledige betekenis voorstellen van hetgeen Christus in Gethsémané heeft gedaan.
‘Wij weten wel dat Hij uit iedere porie grote bloeddruppels zweette onder het ledigen van de droesem van de bittere beker die zijn Vader Hem voorgehouden had.
‘Wij weten dat Hij naar lichaam en geest méér heeft geleden dan enig mens kan verdragen, zonder te sterven. […]
‘Wij weten dat Hij machteloos op de grond lag terwijl de foltering van een oneindige last Hem deed sidderen en de wens deed uiten dat die bittere beker aan Hem voorbij mocht gaan.’ (‘The Purifying Power of Gethsemane’, Ensign, april 2011, 57).
-
Wat zijn je gevoelens over het lijden dat Jezus Christus’ in Gethsémané en aan het kruis ondergaan heeft?
Johannes 15:13; 1 Petrus 3:18; Leer en Verbonden 19:15–19
Jezus heeft geleden zodat wij niet hoeven te lijden zoals Hij
Stel de volgende vraag:
-
Waarom denk je dat Jezus bereid was in die mate voor ons te lijden?
Vraag de cursisten om Johannes 15:13; 1 Petrus 3:18; en Leer en Verbonden 19:15–19 te bestuderen en te letten op redenen waarom Jezus Christus bereid was de kwelling van de verzoening te ondergaan. Vraag de cursisten na verloop van tijd naar hun bevindingen. Vat de antwoorden van de cursisten desgewenst als volgt op het bord samen:
Geef de cursisten na het stellen van de volgende vragen de tijd om over hun antwoorden na te denken. (Vertel de cursisten dat als ze leren overdenken wat ze in de Schriften ontdekken, de Geest vaak nog meer waarheden aan hen bekendmaakt.)
-
Wat zeggen deze redenen voor het lijden van Jezus Christus over Hem?
-
In welke opzichten raken die redenen jou persoonlijk?
Vertel de cursisten met klem dat Jezus Christus door de verzoening onze Plaatsvervanger werd — Hij nam onze plaats in, Hij nam onze last op Zich, Hij leed voor onze zonden. De apostel Paulus zegt het als volgt: ‘Want Hem [Christus de Zoon] Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij [God de Vader] voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem’ (2 Korinthe 5:21). Het is alsof onze Heer en Heiland ieder van ons het volgende aanbood: ‘Kom tot Mij. Ik neem jouw zonden op Mij en Ik geef jou mijn rechtschapenheid.’
Getuig dat we dankzij de verzoening van Jezus Christus vergeving van onze zonden kunnen krijgen. Vanwege zijn offer ten behoeve van ons is de weg voor ons bereid om in eeuwig gezinsverband bij onze hemelse Vader terug te keren. Jezus Christus onderwierp Zich aan de verzoening vanwege zijn grote liefde voor onze hemelse Vader en voor ons. Laat de cursisten bedenken hoe ze effectiever naar de zegeningen van de verzoening kunnen streven.
Alma 7:11–13
De verzoening van Jezus Christus schenkt ons zijn genade of instaatstellende kracht
Laat het volgende citaat van ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:
‘Toen de werkelijke zielenpijn in volle omvang tot hem kwam, was die zoveel erger dan zelfs Hij met zijn unieke intellect Zich ooit had kunnen voorstellen! […]
‘Het gecombineerde gewicht van alle sterfelijke zonden uit het verleden, het heden en de toekomst woog zwaar op die volmaakte, zondeloze en gevoelige Ziel! Ook al onze zwakheden, zonden en ziekten maakten op de een of andere wijze deel uit van die afschuwelijke rekening van de verzoening. (Zie Alma 7:11–12; Jesaja 53:3–5; Mattheüs 8:17.) […]
‘Zijn lijden was enorm, en dát vermenigvuldigd met de oneindigheid ervan, zette Hem ertoe om later aan het kruis uit te roepen waarom God Hem had verlaten. (Zie Mattheüs 27:46.)’ (‘Willing to Submit’, Ensign, mei 1985, 72–73).
-
Wat zou ouderling Maxwell bedoeld hebben met de ‘afschuwelijke rekening van de verzoening’?
-
Wat maakte het lijden van de Heiland volgens ouderling Maxwell nog zwaarder?
Laat een cursist Alma 7:11–13 voorlezen. Laat de anderen in de klas meelezen en andere omstandigheden van de sterfelijkheid aanduiden waarvoor de Heiland leed. Laat de cursisten vertellen wat ze gevonden hebben en zet hun antwoorden op het bord. (Gewenste antwoorden: pijnen, benauwingen, verzoekingen, ziekten, zwakheden en de dood.) Bespreek de betekenis van deze omstandigheden en hoe Jezus Christus ons door de Heilige Geest kan zegenen wanneer we ermee te maken krijgen.
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:
‘De Heiland heeft niet slechts voor onze zonden geleden, maar ook voor de ongelijkheid, de onbillijkheid, de angsten, het verdriet en de emotionele pijnen die ons zo vaak overvallen. Er is geen lichamelijke pijn, geen zielenleed, geen psychische pijn, geen ziekte of zwakte die u en ik ooit hebben ondergaan op onze levensreis die niet eerst door de Heiland is ervaren. U en ik roepen misschien in een moment van zwakte uit: “Niemand begrijpt me. Niemand weet wat ik doormaak.” Misschien weet geen mens wat u doormaakt. Maar de Zoon van God begrijpt het volkomen, want Hij heeft, voordat wij dat doen, onze lasten gedragen en gevoeld. En omdat Hij de hoogste prijs heeft voldaan en die lasten heeft gedragen, heeft Hij een volmaakt invoelingsvermogen en kan hij zijn arm van barmhartigheid in zoveel fases van ons leven uitstrekken. Hij kan zijn hand uitstrekken, ons aanraken, te hulp komen […] en sterken zodat we meer kunnen zijn dan we ooit zelf kunnen bewerkstelligen. Hij kan ons helpen om datgene te doen wat we nooit op eigen kracht kunnen doen.’ (‘De verzoening en de reis door het sterfelijk leven’, Liahona, april 2012, 12–19.)
Vraag de cursisten hoe ze ouderling Bednars leringen zouden samenvatten. Vraag dan:
-
Hoe bieden de zegeningen van de verzoening ons een manier om in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader terug te keren? (Beklemtoon bij de antwoorden van de cursisten dat we dankzij de verzoening van Jezus Christus troost en kracht van de Heilige Geest kunnen ontvangen om ‘pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen’ te doorstaan [Alma 7:11].)
Breng de cursisten begrip van de instaatstellende kracht, of genade, van de Heiland bij door ze een van de volgende Schriftteksten te laten bestuderen en over hun bevindingen te laten vertellen. (Zet die tekstverwijzingen eventueel op het bord.)
Vraag na enige tijd:
-
Bedenk hoe de mensen in deze Schriftteksten door de verzoening van Jezus Christus gesterkt werden. Wanneer heb jij of heeft iemand die je kent die kracht ook ontvangen?
-
Waarom is het belangrijk dat we begrijpen dat we uit de instaatstellende kracht van Jezus Christus kunnen putten?
Laat het volgende citaat van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:
‘Het is dringend noodzakelijk dat ieder van ons meer begrip opdoet over de draagwijdte van de verzoening van Jezus Christus, zodat zij een onwankelbaar fundament wordt waarop wij ons leven kunnen bouwen. […]
‘Ik spoor u vurig aan om aan de hand van een studieschema een beter begrip te verkrijgen van — en een grotere waardering voor — de weergaloze, eeuwige en oneindige gevolgen van Jezus’ volmaakte uitvoering van zijn goddelijke roeping als onze Heiland en Verlosser.’ (‘Hij leeft! zijn naam zij steeds geloofd!’ Liahona, mei 2010, 77.)
Moedig de cursisten ten slotte aan een persoonlijk studieplan van Jezus Christus en zijn verzoening op te stellen.
Leesstof voor de cursisten
-
Markus 14:33–36; Lukas 22:39–46; Johannes 15:13; 1 Petrus 3:18; 2 Nephi 9:21; Mosiah 3:7; Alma 7:11–13; Leer en Verbonden 19:15–20.
-
David A. Bednar, ‘De verzoening en de reis door het sterfelijk leven’, Liahona, april 2012, 40–47.