Algemene conferentie
Onze Vader vertrouwen
Algemene oktoberconferentie 2024


10:20

Onze Vader vertrouwen

God vertrouwt erop dat wij veel belangrijke beslissingen kunnen nemen en vraagt ons Hem in alles te vertrouwen.

Op 1 juni 1843 verliet Addison Pratt Nauvoo, in Illinois, om het evangelie in Hawaï te prediken. Hij liet zijn vrouw, Louisa Barnes Pratt, achter om voor hun jonge gezin te zorgen.

Zowel in Nauvoo, waar de vervolging heviger werd en de heiligen uiteindelijk moesten vertrekken, als later in Winter Quarters, in Nebraska, vóór de tocht naar de Salt Lake Valley, moest Louisa beslissen of ze mee zou gaan. Het zou makkelijker zijn geweest om te blijven en op Addison te wachten dan om alleen te reizen.

Beide keren raadpleegde ze de profeet, Brigham Young, die haar aanspoorde te gaan. Het waren zware tochten, en ze zag ertegenop, maar ze bracht beide reizen tot een goed einde.

Louisa vond er eerst weinig vreugde in. Maar al gauw begon ze van het groene prairiegras, de kleurrijke wilde bloemen en de lapjes grond langs de rivieroevers te genieten. ‘Mijn bedruktheid ebde weg,’ schreef ze, ‘en ik was de opgewektste vrouw in het hele konvooi.’

Louisa’s verhaal inspireert me enorm. Ik bewonder haar bereidheid om haar eigen wil opzij te zetten, haar vermogen om God te vertrouwen, en haar geloof waardoor ze de situatie anders kon bekijken.

Ze herinnert me eraan dat we een liefdevolle Vader in de hemel hebben die voor ons zorgt, waar we ook zijn, en dat we Hem meer kunnen vertrouwen dan wie of wat dan ook.

De bron van waarheid

God vertrouwt erop dat wij veel belangrijke beslissingen kunnen nemen en vraagt ons Hem in alles te vertrouwen. Dat is vooral moeilijk als ons oordeel, of de publieke opinie, van zijn wil voor zijn kinderen afwijkt.

Sommigen vinden dat we de grenzen tussen goed en kwaad opnieuw moeten trekken. Ze beweren dat waarheid relatief is, dat we onze eigen werkelijkheid bepalen, of dat God zo mild is dat onze keuzes Hem verder niets uitmaken.

Wanneer we Gods wil proberen te begrijpen en aanvaarden, doen we er goed aan te bedenken dat het niet aan ons is om de grenzen tussen goed en kwaad te bepalen. God heeft die grenzen zelf voor ons welzijn op basis van eeuwige waarheden vastgelegd.

De wens om Gods eeuwige waarheid te veranderen, bestaat al erg lang. Die begon al vóór de schepping, toen Satan tegen Gods plan in opstand kwam en zelfzuchtig de keuzevrijheid van de mens wilde vernietigen. In navolging van dit patroon hebben mensen als Sherem, Nehor en Korihor betoogd dat geloof dwaas is, openbaring niet relevant is, en dat wat we ook willen doen, goed is. Helaas hebben die afwijkingen van Gods waarheid erg vaak tot groot verdriet geleid.

Hoewel sommige dingen van de context afhangen, is dat niet altijd zo. President Russell M. Nelson verkondigt consequent dat Gods heilbrengende waarheden absoluut, onafhankelijk en door God zelf bepaald zijn.

Onze keuze

Wie we vertrouwen, is een van de belangrijkste beslissingen. Koning Benjamin leerde zijn volk: ‘Geloof in God; geloof dat Hij bestaat […]; geloof dat Hij alle wijsheid [bezit]; geloof dat de mens niet alle dingen doorgrondt die de Heer kan doorgronden.’

Gelukkig helpen de Schriften en de raad van levende profeten ons Gods waarheid te begrijpen. Als we meer duidelijkheid nodig hebben, verschaft God die door middel van zijn profeten. En Hij beantwoordt onze oprechte gebeden door de Heilige Geest als we ernaar streven om bepaalde waarheden beter te begrijpen.

Ouderling Neil L. Andersen heeft gezegd dat we niet verbaasd moeten zijn ‘als [we] het soms niet direct eens [zijn] met de leringen van de profeet van de Heer. Als we nederig in gebed op onze knieën gaan, worden dat leermomenten voor ons. We gaan voorwaarts in geloof en vertrouwen op God, in de wetenschap dat we eens meer geestelijke duidelijkheid van onze hemelse Vader zullen krijgen.’

We doen er goed aan om Alma’s lering in gedachten te houden: God geeft van zijn woord naargelang we er aandacht aan besteden en ermee aan de slag gaan. Als we aan Gods woord gehoor geven, ontvangen we meer; als we zijn raad in de wind slaan, ontvangen we steeds minder tot we niets meer hebben. Dat verlies van kennis betekent niet dat de waarheid verkeerd is, maar dat we die niet meer kunnen begrijpen.

Op de Heiland vertrouwen

In Kapernaüm sprak de Heiland over zijn identiteit en zending. Velen vonden het moeilijk om zijn woorden te aanhoren. Ze trokken zich terug en ‘gingen niet meer met Hem mee’.

Waarom gingen ze weg?

Omdat zijn leringen hun niet bevielen. Ze vertrouwden op hun eigen oordeel, gingen weg en ontzegden zichzelf de zegeningen die ze zouden hebben ontvangen als ze gebleven waren.

Onze hoogmoed kan makkelijk tussen ons en eeuwige waarheid komen. Als we iets niet begrijpen, kunnen we tot tien tellen, onze gevoelens laten bezinken en dan kiezen hoe we reageren. De Heiland spoort ons aan: ‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet.’ Als we ons op de Heiland concentreren, kan ons geloof onze zorgen in perspectief plaatsen.

Toenmalig president Dieter F. Uchtdorf heeft ons aangespoord: ‘Plaats alstublieft eerst vraagtekens bij uw twijfels, voordat u vraagtekens plaatst bij uw geloof. We moeten nooit toestaan dat we een gevangene van onze eigen twijfel worden, die ons afhoudt van de goddelijke liefde, gemoedsrust en gaven die we krijgen door geloof in de Heer Jezus Christus.’

Zegeningen voor mensen die blijven

Toen de discipelen die dag bij de Heiland weggingen, vroeg Hij de twaalf: ‘Wilt u ook niet weggaan?’

Petrus antwoordde:

‘Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven.

‘En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.’

De apostelen leefden in dezelfde wereld en stonden onder dezelfde sociale druk als de discipelen die weggingen. Maar op dat moment kozen ze voor hun geloof en vertrouwden ze God, waardoor ze zegeningen ontvingen die God geeft aan mensen die blijven.

Misschien maakt u, net als ik, niet altijd de goede keuze. Als we het moeilijk vinden om Gods wil te begrijpen of te aanvaarden, biedt het troost te bedenken dat Hij van ons houdt zoals we zijn, waar we ook zijn. En Hij heeft iets beters voor ons in petto. Als we ons tot Hem wenden, zal Hij ons helpen.

Het kan moeilijk zijn om ons tot Hem te wenden, maar net zoals de vader die de Heiland vroeg zijn zoon te genezen en te horen kreeg: ‘Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft’, kunnen ook wij in onze moeilijkheden uitroepen: ‘Kom [ons] ongeloof te hulp.’

Onze wil aan de zijne onderwerpen

Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘De onderwerping van onze wil is in feite het enige écht persoonlijke wat we op Gods altaar kunnen leggen.’ Geen wonder dat koning Benjamin zo graag wilde dat zijn volk werd ‘als een kind: onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde, gewillig zich te onderwerpen aan alles wat de Heer goeddunkt [hun] op te leggen, ja, zoals een kind zich aan zijn vader onderwerpt’.

Zoals altijd heeft de Heiland ons het volmaakte voorbeeld gegeven. Met een bezwaard hart, wetend welk pijnlijk werk Hij moest doen, onderwierp Hij Zich aan de wil van zijn Vader, vervulde zijn Messiaanse zending en maakte het eeuwig leven voor ons allen mogelijk.

De keuze om onze wil aan die van God te onderwerpen, is een geloofsdaad die de kern van ons discipelschap vormt. Maken we die keuze, dan ontdekken we dat we niet minder keuzevrijheid hebben, maar juist meer. We genieten dan het gezelschap van de Heilige Geest, die zingeving, vreugde, gemoedsrust en hoop biedt die we nergens anders kunnen vinden.

Enkele maanden geleden bezochten een ringpresident en ik in zijn ring een zuster en haar jongvolwassen zoon. Na jaren van inactiviteit, waarin ze hobbelige, onaangename paden had bewandeld, was ze teruggekeerd. We vroegen waarom ze was teruggekomen.

‘Ik had een puinhoop van mijn leven gemaakt,’ zei ze, ‘en ik wist waar ik moest zijn.’

Ik vroeg haar wat ze de afgelopen periode had geleerd.

Geëmotioneerd zei ze dat ze had geleerd dat ze lang genoeg naar de kerk moest gaan om de gewoonte van niet naar de kerk gaan te overwinnen, en dat ze moest blijven tot ze er wilde zijn. Haar terugkeer was niet makkelijk, maar doordat ze geloof in het plan van de Vader oefende, voelde ze de Geest terugkeren.

Daar voegde ze aan toe: ‘Ik ben er zelf achter gekomen dat God goed is en dat zijn wegen beter zijn dan de mijne.’

Ik getuig van God, onze eeuwige Vader, die van ons houdt; van zijn Zoon, Jezus Christus, die ons heeft verlost. Zij kennen onze pijn en moeilijkheden. Zij laten ons nooit in de steek en weten perfect hoe Ze ons te hulp moeten komen. Wij kunnen goede moed hebben als we Hen meer vertrouwen dan wie of wat dan ook. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.