Armen der geborgenheid
Door nederig en berouwvol de avondmaalsdienst bij te wonen en waardig deel te nemen aan het avondmaal, kunnen we die armen [der geborgenheid] steeds opnieuw ervaren.
Ik spreek vandaag over de verzoening van Jezus Christus en het belang daarvan voor de bediening van het avondmaal door de dragers van het Aäronisch priesterschap, vanmorgen door ouderling Oaks zo krachtig en prachtig uiteengezet. De volgende drie woorden uit de Schriften helpen mij de barmhartigheid van de Heiland beter weer te geven: ‘armen der geborgenheid’ (zie Alma 34:16).
Veilig in zijn armen
Een gezin was bezig foto’s te maken vanaf een uitkijkpunt aan de noordkant van de Grand Canyon. Toen ze luid gegil hoorden, renden ze erop af. Een meisje van twee jaar was tussen een reling door gevallen en tien meter lager op een richel terechtgekomen. De kleine peuter probeerde omhoog te klauteren, maar daardoor gleed ze nog verder weg, tot ze zich op anderhalve meter van een ravijn bevond dat ruim zestig meter diep was.
Een jonge man van 19 jaar, Ian genaamd, zag waar ze was en had geleerd hoe hij in noodsituaties moest handelen. In zijn eigen woorden: ‘Ik zag meteen wat er aan de hand was en wist gewoon wat ik moest doen. Ik zette mijn camera neer en liep iets verder het pad af waar het minder steil was, klom over de reling, hobbelde over de nodige stenen en door het struikgewas heen naar beneden en trof haar daar aan.’ Hij hield haar een uur lang in zijn armen, tot reddingswerkers met touwen te hulp kwamen om Ian en het meisje te bevrijden (‘Save Her!’ New Era, september 2007, p. 6). De woorden ‘hij hield haar in zijn armen’ vielen mij op, omdat we in de Schriften ook over armen lezen — armen van liefde, armen der barmhartigheid en armen der geborgenheid (zie 2 Nephi 1:15; Mosiah 16:12; Alma 5:33; Leer en Verbonden 6:20 en 29:1).
De schriftuurlijke woorden ‘met de armen der geborgenheid omsloten’ komen van Amulek, die tot de Zoramieten spreekt over de oneindige en eeuwige verzoening. Hij leerde hen dat het offer van de Zoon van God het voor de mens mogelijk maakt geloof in Christus tot bekering te hebben. ‘En aldus kan de barmhartigheid de eisen der gerechtigheid bevredigen en hen met de armen der geborgenheid omsluiten’ (Alma 34:16; zie ook vss. 9–15).
Abstracte zaken verduidelijken met tastbare zaken
Voor een beter begrip van ‘armen der geborgenheid’ moeten we bedenken dat de Heiland aan de hand van tastbare dingen, zoals geldstukken, zaadkorrels, schapen, broden, vissen en lichaamsdelen, evangeliebeginselen predikte.
Armen zijn tastbaar en we uiten er onze tedere gevoelens en liefde mee. Als ik thuiskom van kantoor, word ik met de tastbare armen van mijn vrouw omsloten. Ik heb voortdurend armen van liefde en geborgenheid ervaren tijdens mijn werkzaamheden in Latijns-Amerika door de gebruikelijke begroeting met een ‘abrazo’, een omhelzing.
Ik heb nagedacht hoe ik de verzoening doeltreffend aan anderen kan uitleggen, en de woorden ‘armen der geborgenheid’ zijn daarbij erg nuttig. Toen we ons lieten dopen en de Heilige Geest ontvingen door handoplegging, ondergingen we twee verordeningen die ons in de armen der geborgenheid hebben gevoerd. Door nederig en berouwvol de avondmaalsdienst bij te wonen en waardig deel te nemen aan het avondmaal, kunnen we die armen steeds opnieuw ervaren.
Een avondmaalsdienst vergelijken met onze tijd
Het opschrift bij Leer en Verbonden 110 vermeldt de context voor een van de meest relevante verzen over armen der geborgenheid. Op een sabbatdag tijdens de inwijding van de Kirtlandtempel verklaarde de profeet Joseph Smith dat hij en andere priesterschapsdragers het avondmaal hadden bediend aan de kerk.
Na deze heilige verordening trokken Joseph Smith en Oliver Cowdery zich terug om in stilte te bidden. Na het gebed verscheen de Heiland aan deze twee mannen en zei: ‘Zie, uw zonden zijn u vergeven; u bent rein voor mijn aangezicht; daarom, heft uw hoofd op en verheugt u’ (LV 110:5).
De reeks gebeurtenissen in de Kirtlandtempel in 1836 zijn vergelijkbaar met ons in deze tijd. Elke zondag bedienen jullie jonge priesterschapsdragers het avondmaal aan de heiligen, die de avondmaalsdienst gebedvol bijwonen, hongeren naar geestelijke genezing en hopen de volgende woorden in hun verstand en in hun hart te horen: ‘Zie, uw zonden zijn u vergeven; u bent rein voor mijn aangezicht; daarom, heft uw hoofd op en verheugt u’ (LV 110:5).
Ouderling Dallin H. Oaks heeft getuigd van de geestelijke reiniging of genezing door deel te nemen aan het avondmaal: ‘Het avondmaal van de Heer is een hernieuwing van de verbonden en zegeningen van de doop. Ons is geboden ons van onze zonden te bekeren, met een gebroken hart en verslagen geest tot de Heer te komen en aan het avondmaal deel te nemen. Als we van het brood nemen, betuigen we dat we gewillig zijn de naam van Jezus Christus op ons te nemen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden. Als we dit verbond naleven, hernieuwt de Heer het reinigende effect van onze doop. We worden rein en kunnen zijn Geest altijd bij ons hebben’ (‘Bijzondere getuigen van Christus’, Liahona, april 2001, p. 14).
Gevolgen voor Aäronisch-priesterschapsdragers
Leden van de kerk kunnen die reiniging of de armen der geborgenheid nog beter ervaren als degenen met de sleutels voor deelname aan het avondmaal en zij die het avondmaal bedienen, de algemene richtlijnen volgen in de handboeken van de kerk inzake het voorbereiden en ronddienen van het avondmaal. Elke priesterschapsdrager dient te beseffen dat hij namens de Heer optreedt en eerbiedig en waardig moet zijn. In de regel gedraagt onze jeugd zich voorbeeldig. Bij de bediening van het avondmaal zien we echter wel eens een bedenkelijke tendens tot te veel achteloosheid wat betreft kleding en uiterlijk.
Jongemannen, willen jullie voordat je naar de kerk gaat nog even goed in de spiegel kijken en jezelf afvragen of je er in alle opzichten verzorgd uitziet. Of nog beter: vraag iemand van wie je houdt, een van je ouders bijvoorbeeld, om je even te inspecteren, en als er dan iets niet deugt, sla hun advies dan niet in de wind.
Ware dienstknechten van Jezus Christus zien er netjes en verzorgd uit, en weerspiegelen altijd de normen van de Heer en niet de toenemende achteloosheid van de wereld. Besteed aandacht aan elk detail om te zorgen dat de Geest van de Heer aanwezig zal zijn. De kleding of het uiterlijk van degenen die het avondmaal bedienen, mag geen afleiding vormen voor hen die ernstig zoeken naar de zegeningen van de oneindige verzoening.
Een van de thema’s in de toespraken van president Monson aan priesterschapsdragers is dat het een voorrecht is om het priesterschap te dragen: ‘Het is een opdracht om te dienen, een voorrecht om op te bouwen, en een kans om anderen tot zegen te zijn’ (Macht in het priesterschap, Liahona, juli 2006, p. 57). Ik getuig dat dit van toepassing is op de bediening van het avondmaal.
De armen der geborgenheid ervaren
Toen ik als bisschop werkzaam was, zag ik de zegeningen van de verzoening in het leven van kerkleden die ernstige overtredingen hadden begaan. Als rechter in Israël luisterde ik naar hun bekentenissen en legde ik hen indien nodig beperkingen op, zoals een passende periode zonder deelname aan het avondmaal.
Een jonge alleenstaande in ons wijk had verkering met een jonge vrouw. Het stel ging te ver in hun liefkozingen. Hij kwam naar mij toe om raad en hulp. Op basis van zijn bekentenis en de influisteringen van de Geest, mocht hij van mij onder andere een tijdlang niet aan het avondmaal deelnemen. We spraken elkaar regelmatig om te zien of bekering had plaatsgevonden, en op een bepaald moment stond ik hem toe weer aan het avondmaal deel te nemen.
Vanaf het podium vielen mijn ogen op hem toen hij waardig van het avondmaal nam. Ik zag dat de armen van barmhartigheid, liefde en geborgenheid hem omsloten en de genezende kracht van de verzoening zijn ziel verwarmde en zijn last wegnam en hij de beloofde vergeving, vrede en vreugde vond.
De verzoening — een voortdurende bron van kracht
Ik kan uit eigen ervaring getuigen van een waarheid die president Packer heeft geuit: ‘Om de een of andere reden denken we dat de verzoening van Christus alleen aan het eind van het aardse leven van toepassing is om ons van de val, de geestelijke dood, te verlossen. Maar de verzoening is meer. De verzoening is een altijd aanwezige macht in het dagelijks leven. Als we gefolterd, gekweld of gemarteld worden door gewetenswroeging of verdriet, kan Hij ons genezen. Hoewel we niet precies begrijpen hoe de verzoening van Christus tot stand is gekomen, kunnen we “de vrede Gods” ervaren, “die alle verstand te boven gaat”’ (‘De hand van de Meester’ Liahona, juli 2001, p. 26).
Ik heb mijn hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus lief. Ik richt mijn geloof, mijn liefde, mijn trouw en mijn toewijding op Hen. Ik getuig dat God onze hemelse Vader is en dat wij zijn kinderen zijn. Ik geef mijn getuigenis dat de verzoening een feit is en in ons leven is. Ik getuig dat het herstelde evangelie waar is. Deze waarheden staan in de heilige Schriften, met name in het Boek van Mormon. In de naam van Jezus Christus. Amen.