2008
Bid altijd
November 2008


Bid altijd

Onze gebeden worden zinvoller als we de Heer raadplegen bij al onze handelingen, als we onze oprechte dankbaarheid uiten en als we voor anderen bidden.

Afbeelding
Elder David A. Bednar

Mijn toespraak in de vorige conferentie ging over het evangeliebeginsel van bidden in geloof. Vandaag wil ik nog drie beginselen bespreken waarmee we onze gebeden zinvoller kunnen maken, en ik bid om de leiding van de Heilige Geest voor u en voor mij.

Beginsel 1. Onze gebeden worden zinvoller als we de Heer raadplegen bij al onze handelingen (zie Alma 37:37).

Bidden is, eenvoudig gezegd, dat de zoons en dochters van onze hemelse Vader die op aarde zijn met Hem communiceren. ‘Zodra we de ware relatie van ons met God kennen (namelijk dat God onze Vader is en wij zijn kinderen zijn), wordt bidden opeens een natuurlijke en intuïtieve aangelegenheid voor ons’ (zie Bible Dictionary, ‘Prayer’, p. 752). Wij moeten altijd tot de Vader bidden in de naam van de Zoon (zie 3 Nephi 18:19–20). We hebben de belofte dat als we oprecht bidden voor wat goed is en in overeenstemming is met Gods wil, wij gezegend, beschermd en geleid kunnen worden (zie 3 Nephi 18:20; LV 19:38).

Openbaring is communicatie van onze hemelse Vader met zijn kinderen op aarde. Indien wij vragen in geloof, kunnen wij openbaring op openbaring en kennis op kennis ontvangen, en de verborgenheden en vredige dingen kennen die vreugde en het eeuwige leven brengen (zie LV 42:61). De verborgenheden zijn die dingen die we alleen door de macht van de Heilige Geest kunnen weten en begrijpen (zie Harold B. Lee, Ye Are the Light of the World [1974], p. 211).

De openbaringen van de Vader en de Zoon worden overgebracht door het derde lid van de Godheid, ofwel de Heilige Geest. De Heilige Geest is de getuige van en boodschapper voor de Vader en de Zoon.

De patronen die God heeft gevolgd bij het scheppen van de aarde, geven ons inzicht in hoe we zinvoller kunnen bidden. In het derde hoofdstuk van het boek Mozes lezen we dat alle dingen geestelijk zijn geschapen voordat zij in hun natuurlijke staat op aarde waren.

‘En nu, zie, Ik zeg u dat dit de scheppingsfasen zijn van de hemel en de aarde, toen zij werden geschapen, ten dage dat Ik, de Here God, de hemel en de aarde maakte,

‘en iedere plant van het veld eer deze op de aarde was, en ieder gewas van het veld eer het groeide. Want Ik, de Here God, heb alle dingen waarvan Ik heb gesproken, geestelijk geschapen, voordat ze in hun natuurlijke staat op het oppervlak der aarde waren’ (Mozes 3:4–5).

Wij leren in deze verzen dat de geestelijke schepping voorafging aan de stoffelijke schepping. Zo speelt ook een zinvol gebed in de ochtend een belangrijke rol in de geestelijke schepping van elke dag — voorafgaand aan de stoffelijke schepping of het feitelijke verloop van die dag. Net zoals de stoffelijke schepping was gekoppeld aan en voortbouwde op de geestelijke schepping, zijn zinvolle gebeden in de ochtend en in de avond aan elkaar gekoppeld en bouwen ze op elkaar voort.

Denk eens na over dit voorbeeld. Er zijn vele dingen in ons karakter, in ons gedrag of aangaande onze geestelijke groei waarover we onze hemelse Vader in ons ochtendgebed moeten raadplegen. Na het uiten van onze gepaste dankbaarheid voor ontvangen zegeningen, smeken we om inzicht, leiding en hulp om de dingen te doen die we niet op eigen kracht alleen kunnen doen. Wij kunnen bij het bidden bijvoorbeeld het volgende overwegen:

  • Nadenken over situaties waarbij we te scherpe of onterechte woorden spraken tegen degenen die we het meest liefhebben.

  • Erkennen dat we wel beter weten, maar niet altijd handelen overeenkomstig onze kennis.

  • Onze spijt betuigen voor onze zwakheden en dat we de natuurlijke mens niet ijverig genoeg afleggen.

  • Besluiten om ons leven meer op het voorbeeld van de Heiland af te stemmen.

  • Smeken om meer kracht om onszelf te verbeteren.

Een dergelijk gebed is essentieel als geestelijke voorbereiding op onze dag.

Gedurende de dag hebben we steeds een gebed in ons hart voor blijvende steun en leiding, zoals Alma het aangaf: ‘Laten al uw gedachten tot de Heer uitgaan’ (Alma 37:36).

Op die dag zullen we merken dat er situaties zijn waarin we doorgaans geneigd zijn om fel te reageren, maar dat niet doen; of dat we snel boos worden, maar deze keer niet. We merken dat we hulp en kracht van boven krijgen en onderkennen nederig de antwoorden op onze gebeden. En op dat moment van erkenning geven we in stil gebed blijk van onze dankbaarheid.

Aan het eind van onze dag gaan we weer op onze knieën en brengen we verslag uit aan onze Vader. We nemen de gebeurtenissen van de dag door en uiten onze oprechte dankbaarheid voor de zegeningen en de hulp die we hebben ontvangen. We bekeren ons en stellen met de leiding van de Geest van de Heer vast hoe we ons de volgende dag kunnen verbeteren. Zo bouwen we in ons avondgebed voort op ons ochtendgebed. En zo is ons avondgebed ook een voorbereiding op een zinvol ochtendgebed.

Ochtend- en avondgebeden (en alle gebeden daartussen) staan niet los van elkaar; ze zijn juist aan elkaar gekoppeld, elke dag en over meerdere dagen, weken, maanden en zelfs jaren. Zo geven we ten dele ook gehoor aan de schriftuurlijke aansporing om ‘altijd te bidden’ (zie Lucas 21:36; 3 Nephi 18:15, 18; LV 31:12). Dergelijke zinvolle gebeden maken het mogelijk de grootste zegeningen te ontvangen die God aan zijn getrouwe kinderen heeft beloofd.

Onze gebeden worden zinvoller als we ons bewust zijn van onze relatie met God, en de volgende aansporing in acht nemen:

‘Ja, en roep God aan voor al uw onderhoud; ja, laten al uw handelingen tot de Heer zijn, en waarheen gij ook gaat, laat het in de Heer zijn; ja, laten al uw gedachten tot de Heer uitgaan; ja, laten de gevoelens van uw hart voor eeuwig op de Heer zijn gericht.

‘Raadpleeg de Heer bij al uw handelingen, en Hij zal u ten goede leiden; ja, wanneer gij u des nachts neerlegt, leg u dan neer in de hoede des Heren, opdat Hij over u zal waken in uw slaap; en wanneer gij des ochtends opstaat, laat uw hart dan vol dankbaarheid zijn jegens God; en indien gij die dingen doet, zult gij ten laatsten dage worden verhoogd’ (Alma 37:36–37; cursivering toegevoegd).

Beginsel 2. Onze gebeden worden zinvoller als we onze oprechte dankbaarheid uiten.

In de periode dat wij op Brigham Young University–Idaho werkzaam waren, hadden mijn vrouw en ik vaak algemene autoriteiten over de vloer. Ons gezin leerde een belangrijke les over zinvol gebed toen we op een avond in gebed knielden met een lid van het Quorum der Twaalf Apostelen.

Eerder die dag hadden mijn vrouw en ik vernomen dat een dierbare in onze vriendenkring plotseling was overleden. Ons eerste verlangen was te bidden voor de achterblijvende partner en kinderen. Toen ik mijn vrouw vroeg om het gebed uit te spreken, stelde het lid van de Twaalf (zonder van het drama te weten) beleefd voor dat mijn vrouw in het gebed alleen haar dankbaarheid zou uiten voor ontvangen zegeningen en verder niets zou vragen. Zijn voorstel was als de aansporing van Alma aan de leden van de kerk van weleer om ‘zonder ophouden te bidden en voor alles te danken’ (Mosiah 26:39). Gezien de onverwachte tragedie leek het vragen om zegeningen voor onze vrienden ons in eerste instantie urgenter dan het uiten van dankbaarheid.

Mijn vrouw reageerde echter met geloof op de aanwijzing die ze had ontvangen. Zij dankte onze hemelse Vader voor de zinvolle en fijne ervaringen met deze dierbare. Zij uitte oprechte dankbaarheid voor de Heilige Geest als de Trooster en voor de gaven van de Geest waardoor we tegenspoed kunnen verduren en anderen kunnen dienen. Als belangrijkste punten van dankbaarheid noemde zij het heilsplan, het zoenoffer van Jezus Christus, zijn opstanding en de verordeningen en verbonden van het herstelde evangelie waardoor gezinnen eeuwig samen kunnen zijn.

Ons gezin heeft uit die ervaring veel geleerd over de kracht van dankbaarheid in zinvol gebed. Door dat gebed werd ons gezin gezegend met inspiratie over diverse zaken die ons bezighielden en zorgen baarden. We leerden dat onze dankbaarheid voor het plan van geluk en voor het verlossende werk van de Heiland de nodige geruststelling bood en ons een vaster vertrouwen gaf dat alles goed zou komen met onze dierbare vrienden. Ook kregen we meer inzicht in de dingen waarover we moesten bidden en op gepaste wijze vragen in geloof.

De gebeden die voor mij het meest zinvol en geestelijk waren, bestonden uit vele uitingen van dankbaarheid met maar weinig of geen vragen. Ik ben nu gezegend om met apostelen en profeten te bidden, en zie bij deze hedendaagse leiders van Christus’ kerk dezelfde eigenschap die zo kenmerkend was voor opperbevelhebber Moroni in het Boek van Mormon: dit zijn mannen van wie het hart opzwelt van dankbaarheid jegens God voor de vele voorrechten en zegeningen die Hij zijn volk schenkt (zie Alma 48:12). Ook gebruiken zij geen omhaal van woorden, want hun wordt gegeven wat zij moeten bidden, en zij zijn vervuld met verlangen (zie 3 Nephi 19:24). De gebeden van profeten zijn als die van een kind in hun eenvoud en krachtig vanwege hun oprechtheid.

Als we ernaar streven onze gebeden zinvoller te maken, laten we het volgende dan niet vergeten: ‘in niets geeft de mens God aanstoot, ofwel tegen niemand is zijn verbolgenheid ontbrand, dan alleen tegen hen die niet in alle dingen zijn hand belijden en zijn geboden niet gehoorzamen’ (LV 59:21). Ik stel voor dat u en ik regelmatig een gebed uitspreken waarin we alleen onze dank uiten. Laten we dan nergens om vragen, maar laat onze ziel zich verheugen en proberen te danken met alle kracht van ons hart.

Beginsel 3. Onze gebeden worden zinvoller als we voor anderen bidden met een eerlijke bedoeling en een oprecht hart.

Onze hemelse Vader vragen om de zegeningen die we verlangen in ons eigen leven, is goed en gepast. Maar oprecht bidden voor anderen, zowel voor hen die we liefhebben als voor hen die ons vervolgen, is eveneens een belangrijk element van zinvolle gebeden. Net zoals het vaker danken in onze gebeden het kanaal voor openbaringen verder opent, zorgt het bidden voor anderen met alle krachten van onze ziel dat we de stem van de Heer beter kunnen horen en er gehoor aan geven.

We kunnen lering trekken uit het voorbeeld van Lehi in het Boek van Mormon. Lehi reageerde in geloof op profetische raad en waarschuwingen aangaande de verwoesting van Jeruzalem. Hij bad vervolgens tot de Heer met zijn gehele hart ‘ten behoeve van zijn volk’ (zie 1 Nephi 1:5; cursivering toegevoegd). Als antwoord op zijn vurige gebed werd Lehi gezegend met een heerlijk visioen van God en zijn Zoon en van de aanstaande verwoesting van Jeruzalem (zie 1 Nephi 1:6–9, 13, 18). Lehi verheugde zich, en zijn gehele hart was vervuld wegens de dingen die de Heer hem had getoond (zie 1 Nephi 1:15). U ziet dat het visioen tot hem kwam als antwoord op een gebed voor anderen en niet als gevolg van een verzoek om persoonlijke kennis of leiding.

De Heiland gaf het volmaakte voorbeeld van oprecht bidden voor anderen met een eerlijke bedoeling. In zijn indrukwekkende hogepriesterlijk gebed dat Jezus uitsprak in de nacht vóór zijn kruisiging, bad Hij voor zijn apostelen en alle heiligen.

‘Ik bid voor hen; niet voor de wereld bid Ik U, maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn van U, (…) …

‘En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven,

‘(…) opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen’ (Johannes 17:9, 20, 26).

Tijdens de bediening van de Heiland in Amerika gaf Hij de menigte de opdracht om zijn leringen te overwegen en te bidden voor begrip. Hij genas de zieken en Hij bad voor de menigte met woorden die niet opgeschreven konden worden (zie 3 Nephi 17:1–16). De uitwerking van zijn gebed was weldadig: ‘niemand kan zich de vreugde indenken die onze ziel vervulde op het ogenblik dat wij Hem voor ons tot de Vader hoorden bidden’ (3 Nephi 17:17). Stel je voor hoe het zou zijn om de Heiland van de wereld voor ons te horen bidden.

Voelen onze huwelijkspartners, kinderen en andere familieleden ook de kracht van onze gebeden tot de Vader voor hun specifieke behoeften en verlangens? Horen degenen die wij dienen ons met geloof en oprechtheid voor hen bidden? Als degenen die wij liefhebben en dienen de invloed van onze oprechte gebeden voor hen niet hebben gehoord en gevoeld, is het nu de tijd om ons te bekeren. Als we het voorbeeld van de Heiland navolgen, worden onze gebeden daadwerkelijk zinvoller.

We hebben de opdracht gekregen om ‘altijd te bidden’ (2 Nephi 32:9; LV 10:5; 90:24) — ‘zowel overluid als in [ons] hart (…), zowel ten overstaan van de wereld als in het verborgen, zowel in het openbaar als in afzondering’ (LV 19:28). Ik getuig dat onze gebeden zinvoller worden als we de Heer raadplegen bij al onze handelingen, als we onze oprechte dankbaarheid uiten en als we voor anderen bidden met een eerlijke bedoeling en een oprecht hart.

Ik getuig dat onze hemelse Vader leeft en dat Hij elk oprecht gebed hoort en verhoort. Jezus is de Christus, onze Heiland en Middelaar. Openbaring bestaat echt. De volheid van het evangelie is in deze bedeling op aarde hersteld. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Afdrukken