2008
Het celestiale huwelijk
November 2008


Het celestiale huwelijk

De proclamatie over het gezin helpt ons inzien dat het celestiale huwelijk veel meer kans biedt op geluk dan enige andere relatie.

Afbeelding
Russell M. Nelson

Geliefde broeders en zusters, ik ben erg dankbaar voor ieder van u. Samen zijn wij erg dankbaar voor het evangelie van Jezus Christus. In deze wereld waarin ellende welig tiert, zijn we oprecht dankbaar voor Gods ‘grote plan van geluk’.1 Volgens zijn plan bestaan de mensen ‘opdat zij vreugde zullen hebben’.2 We krijgen die vreugde als we ervoor kiezen om in overeenstemming met Gods eeuwige plan te leven.

Hoe belangrijk kiezen eigenlijk is, kan ik misschien illustreren aan de hand van een zelfbedachte vergelijking die mij op een dag te binnen schoot tijdens het winkelen in een grote zaak. Ik noem het ‘de patronen van de winkelende consument’. Daar winkelen deel uitmaakt van ons dagelijks leven, komen deze patronen u misschien bekend voor.

Verstandige consumenten bestuderen hun keuzemogelijkheden zorgvuldig voordat ze iets kiezen. Ze letten vooral op de kwaliteit en duurzaamheid van het gewenste product. Zij willen het allerbeste. Daarentegen zijn er ook consumenten die op koopjes jagen, terwijl anderen geld verkwisten, om er later tot hun ontsteltenis achter te komen dat hun keuze het niet erg lang heeft uitgehouden. En helaas zijn er ook nog minder integere mensen die stelen wat ze willen hebben. Die mensen noemen we winkeldieven.

De patronen van de winkelende consument zijn ook toe te passen op het huwelijk. Een verliefd paar kan kiezen voor een huwelijk van de hoogste kwaliteit, of voor een minder duurzame soort. Of ze kunnen geen van beide kiezen en stelen brutaal wat zij hebben willen als ‘huwelijksdieven’.

Het huwelijk is over de hele wereld onderwerp van gesprek, vooral daar waar er verschillende soorten relaties bestaan. De reden dat ik dit onderwerp behandel, is dat ik als apostel van de Heer3 wil verklaren dat het huwelijk tussen man en vrouw heilig is — dat God4 het heeft ingesteld. En ik onderstreep ook het nut van een tempelhuwelijk. Het is het hoogste en duurzaamste soort huwelijk dat onze Schepper zijn kinderen kan bieden.

Verlossing mag dan een individuele kwestie zijn, maar verhoging is een gezinsaangelegenheid.5 Alleen wie in de tempel zijn getrouwd en hun huwelijk door de Heilige Geest der belofte hebben laten verzegelen, blijven na de dood elkaars huwelijkspartner en ontvangen de hoogste heerlijkheidsgraad.6 Een tempelhuwelijk wordt ook wel een celestiaal huwelijk genoemd. De celestiale heerlijkheid heeft drie niveaus. Om het hoogste te bereiken, moeten man en vrouw voor tijd en eeuwigheid verzegeld zijn en moeten ze de verbonden zijn nagekomen die ze in een heilige tempel hebben gesloten.7

Het edelste verlangen van het mensenhart is naar een huwelijk dat tot na de dood voort kan duren. Trouw binnen een tempelhuwelijk brengt dat tot stand. Daardoor kan een gezin eeuwig zijn.

Dit is een heerlijk doel. Alle kerkactiviteiten, diploma-uitreikingen, quorums en lessen zijn slechts een middel om het doel van een verhoogd gezin te bereiken.8

Om dit mogelijk te maken, heeft onze hemelse Vader in deze bedeling priesterschapssleutels hersteld zodat essentiële verordeningen uit zijn plan met het juiste gezag kunnen worden verricht. Hemelse boodschappers — onder wie Johannes de Doper,9 Petrus, Jakobus, Johannes,10 Mozes, Elias en Elia11 — hebben deel gehad aan die herstelling.12

Het bericht van deze geopenbaarde waarheid verbreidt zich over de aarde.13 Als profeten en apostelen van de Heer verkondigen wij nogmaals aan de wereld dat ‘het gezin centraal staat in het plan van de Schepper voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen.’14

Wij verklaren verder dat ‘ieder mens — man en vrouw — is geschapen naar het beeld van God. Iedereen is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft iedereen een goddelijke aard en bestemming. Het geslacht is een essentieel kenmerk van iemands voorsterfelijke, sterfelijke en eeuwige identiteit en bestemming.’

‘In het voorsterfelijke leven kenden en aanbaden de geestzonen en -dochters God als hun eeuwige Vader, en aanvaardden zijn plan waardoor zijn kinderen een stoffelijk lichaam konden krijgen en aardse ervaringen konden opdoen om vooruitgang te maken op weg naar volmaking en om uiteindelijk hun goddelijke bestemming als erfgenaam van het eeuwige leven te verwezenlijken. Het goddelijk plan van gelukzaligheid maakt het mogelijk dat familiebanden ook na de dood blijven bestaan. Heilige verordeningen en verbonden die in heilige tempels beschikbaar zijn, maken het mogelijk dat de mens in de tegenwoordigheid van God terugkeert en dat het gezin voor eeuwig verenigd wordt.’15

Deze proclamatie over het gezin helpt ons inzien dat het celestiale huwelijk veel meer kans biedt op geluk dan enige andere relatie.16 De aarde is geschapen en deze kerk is hersteld opdat er gezinnen konden worden gesticht en voor eeuwig verzegeld en verhoogd.17

In de Schriften staat dat het ‘wettig [is] dat [een man] één vrouw heeft, en die twee zullen één vlees zijn, en wel opdat de aarde aan het doel van haar schepping zal beantwoorden.’18 Een andere tekst bevestigt: ‘In de Here is evenmin de vrouw zonder man iets, als de man zonder vrouw.’19 Het huwelijk is dus niet alleen een verhogend beginsel van het evangelie, het is een goddelijk gebod.

Onze hemelse Vader heeft verklaard: ‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’20 Beide doelen zijn mogelijk geworden door de verzoening van zijn geliefde Zoon. Vanwege de verzoening zijn de onsterfelijkheid of de opstanding uit de dood voor allen werkelijkheid geworden.21 En door de verzoening werd het eeuwige leven mogelijk, wat inhoudt dat we voor altijd in Gods tegenwoordigheid leven, wat ‘de grootste van alle gaven Gods is’.22 Om in aanmerking te komen voor het eeuwige leven, moeten we een eeuwig verbond sluiten met onze hemelse Vader.23 Dit betekent dat een tempelhuwelijk niet alleen een verbintenis tussen man en vrouw is; God is ook deelhebber aan de relatie.24

De proclamatie over het gezin herinnert ons er ook aan dat ‘man en vrouw de plechtige taak [hebben] om van elkaar te houden en voor elkaar te zorgen.’25 Kinderen die uit de echtvereniging worden geboren, ‘zijn een erfdeel des Heren.’26 Als een gezin zich in de tempel laat verzegelen, kan dat gezin net zo eeuwig worden als het koninkrijk Gods zelf.27

Zo’n beloning vereist meer dan alleen wensen of hopen. Zo af en toe lees ik in een overlijdensadvertentie de verwachting dat een recent sterfgeval iemand met een overleden huwelijkspartner heeft herenigd, terwijl zij die eeuwige optie in feite niet gekozen hadden. In plaats daarvan hadden zij een huwelijk gekozen dat slechts gold zolang zij beiden in leven waren. Onze hemelse Vader had hen een allesovertreffend geschenk aangeboden, maar zij hadden het geweigerd. En met het geschenk verwerpen zij tevens de Gever.28

Een krachtige schrifttekst maakt duidelijk onderscheid tussen hopen of wensen en eeuwige waarheid: ‘Alle verbonden, contracten, verbintenissen, verplichtingen, eden, geloften (…) of verwachtingen die niet worden gesloten, aangegaan en verzegeld door de Heilige Geest der belofte, door hem die is gezalfd, zowel voor tijd als voor alle eeuwigheid, (…) zijn in en na de opstanding uit de doden zonder enige uitwerking, waarde of kracht; want alle contracten die niet met dat doel zijn gesloten, komen tot een eind wanneer de mensen dood zijn.’29

Deze waarheid staat vast. Leden van deze kerk nodigen alle mensen uit om er kennis van te nemen en in aanmerking te komen voor het eeuwige leven.30 Wij nodigen allen uit om geloof te ontwikkelen in God, de eeuwige Vader, en in zijn Zoon, Jezus Christus; zich te bekeren; de Heilige Geest te ontvangen; de zegeningen van de tempel te ontvangen; heilige verbonden te sluiten en na te komen; en tot het einde toe te volharden.

Gelukkig kan Gods grote plan van geluk met de bijbehorende eeuwige zegeningen ook geboden worden aan hen die er tijdens hun leven niets over hebben gehoord. De tempelverordeningen kunnen plaatsvervangend voor hen worden verricht.31

Maar hoe staat het met veel volwassen leden van de kerk die niet gehuwd zijn? Buiten hun schuld bieden ze de beproevingen van het leven alleen het hoofd. Laten we allemaal beseffen dat de getrouwe heiligen op de tijd en de manier van de Heer alle zegeningen zullen ontvangen.32 De Heer zal ieder oordelen en belonen naar zowel de verlangens van zijn hart als zijn daden.33

Intussen kunnen de misverstanden van het sterfelijk leven onheil aanrichten in een huwelijk. In feite begint elk huwelijk met twee ingebouwde handicaps. Het is een verbintenis tussen twee onvolmaakte mensen. Ze worden alleen maar gelukkig als ze daar oprecht moeite voor doen. Net zoals een orkest alleen maar in harmonie speelt als de orkestleden zich daar eensgezind voor inzetten, is er voor harmonie in een huwelijk ook eensgezinde inzet nodig. Die inzet zal alleen slagen als beide partners zo weinig mogelijk individuele eisen stellen en zich in hun daden zo veel mogelijk laten leiden door liefhebbende onbaatzuchtigheid.

President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Waar geluk vinden we alleen als we het buiten onszelf zoeken. Niemand heeft ooit de zin van het leven ontdekt zonder eerst zijn ego opzij te hebben gezet om zijn medemens te dienen. Dienstbetoon aan anderen is als een plicht — het vervullen ervan geeft ware vreugde.’34

Je krijgt pas harmonie in je huwelijk als je het welzijn van je huwelijkspartner een van je hoogste prioriteiten maakt. Als dat werkelijk gebeurt, wordt een huwelijk celestiaal en krijgt men grote vreugde in dit leven en het leven hierna.

Gods plan van geluk stelt ons in staat onze eigen keuzes te doen. Net als bij de patronen van de winkelende consument kunnen wij voor het celestiale huwelijk kiezen, of voor mindere alternatieven.35 Sommige huwelijksopties zijn goedkoop; sommige zijn duur; en sommige zijn sluw bedacht door de tegenstander. Pas op voor zijn keuzemogelijkheden; ze veroorzaken altijd ellende!36

De beste keus is een celestiaal huwelijk. Gelukkig kunt u eerder gekozen mindere opties altijd opwaarderen naar de beste keus. Dat vereist een grote verandering van hart37 en een permanente opwaardering van de eigen persoon.38 Zegeningen die we op die manier verkrijgen, zijn alle moeite beslist waard.39

De volledige betekenis van alle zegeningen van een tempelhuwelijk gaat ons begrip als sterfelijke mensen bijna te boven. Zo’n huwelijk zal in de celestiale sfeer verder blijven groeien. Daar kunnen wij vervolmaakt worden.40 Zoals Jezus uiteindelijk de volheid van de heerlijkheid van de Vader ontving41 kunnen wij ook ‘tot de Vader komen (…) en te zijner tijd […] ontvangen van zijn volheid.’42

Het celestiale huwelijk is een cruciaal onderdeel van onze voorbereiding op het eeuwige leven. Daarvoor moeten we de juiste persoon op de juiste plek door het juiste gezag trouwen en dat heilige verbond getrouw nakomen.43 Dát biedt de zekerheid van verhoging in het celestiale koninkrijk van God. Dat getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Alma 42:8. Ook wel het ‘plan van God’ genoemd (zie 2 Nephi 9:13, Alma 34:9), het ‘verlossingsplan’ (zie Jakob 6:8; Alma 12:26, 30, 32–33; 29:2; 42:13), het ‘heilsplan’ (zie Alma 24:14; 42:5) en het ‘plan van barmhartigheid’ (zie Alma 42:15, 31).

  2. 2 Nephi 2:25.

  3. Zie LV 107:35.

  4. Zie LV 49:15-17.

  5. Zie Russell M. Nelson, ‘Verlossing en verhoging’, Liahona, mei 2008, p. 7–10.

  6. Zie LV 76:53; 132:7.

  7. Zie LV 131:1-3.

  8. Een voorbeeld van dit doel is te vinden in de schriftuurlijke verklaring: ‘Daarom hebt gij een eeuwige plicht jegens de kerk, en wel wegens uw familie’ (LV 23:3; cursivering toegevoegd).

  9. Zie LV 13.

  10. Zie Matteüs 16:18–19; LV 27:12–13; Geschiedenis van Joseph Smith 1:72.

  11. Zie LV 110:11-16.

  12. Zie LV 128:8, 18; 132:45–46.

  13. Zie 2 Nephi 10:2; 30:8.

  14. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1996, p. 93.

  15. Liahona, oktober 2004, p. 49.

  16. Eerder heb ik gezegd: ‘Het huwelijk is de gieterij van maatschappelijke orde, de fontein van deugdzaamheid en het fundament van eeuwige verhoging.’ (‘Uw huwelijk koesteren’, Liahona, mei 2006, p. 36.)

  17. Als er in de Schriften staat dat de aarde ‘volslagen verwoest’ zal worden, heeft die waarschuwing te maken met de behoefte aan het gezag van het priesterschap om gezinsleden in de heilige tempel aan elkaar te verzegelen. (Zie LV 2:1–3; 138:48; Geschiedenis van Joseph Smith 1:38–39.)

  18. LV 49:16; zie ook Genesis 2:24, Matteüs 19:5, Marcus 10:7–9, Mozes 3:24; Abraham 5:18; LV 42:22.

  19. 1 Korintiërs 11:11.

  20. Mozes 1:39.

  21. Zie 2 Nephi 9:22; Alma 12:8; 33:22; Helaman 14:17; Mormon 9:13; Mozes 7:62; BJS Genesis 7:69.

  22. LV 14:7.

  23. Zie LV 132:19.

  24. Zie Matteüs 19:6.

  25. Liahona, oktober 2004, p. 49.

  26. Psalmen 127:3.

  27. Zie LV 132:19-20.

  28. Zie LV 88:33.

  29. LV 132:7; cursivering toegevoegd.

  30. Jezus Christus onderwijst de Nephieten hierin (zie 3 Nephi 27:16–20). Zie ook 2 Nephi 33:4; LV 42:61; BJS 1 Johannes 5:13.

  31. Zie LV 128:1–18; 137:7–8.

  32. Zie Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen (1954–1956), deel 2, pp. 76–77.

  33. Zie Alma 41:3; LV 137:9.

  34. Church News, 5 juli 2008, p. 2.

  35. Zie 2 Nephi 2:27; Jakob 6:8.

  36. Satan wil dat wij net zo ellendig zijn als hij (zie Openbaring 12:9; 2 Nephi 2:18; Mozes 4:6; LV 10:22–27).

  37. Zie Alma 5:12–14. Zo’n grote verandering omvat bekering, vergeving en een hernieuwd voornemen om ‘tot Christus [te komen] en in Hem’ vervolmaakt te worden (zie Moroni 10:32).

  38. ‘De eerste beginselen en verordeningen van het evangelie zijn: ten eerste, geloof in de Heer Jezus Christus; ten tweede, bekering; ten derde, doop door onderdompeling tot vergeving van zonden; ten vierde, handoplegging voor de gave van de Heilige Geest’ (Geloofsartikelen 1:4). Bekering vereist een volledige wending ten goede — een totale persoonlijke opwaardering.

  39. Zie LV 93:1.

  40. Zie Moroni 10:32.

  41. Zie LV 93:13-14.

  42. LV 93:19; zie ook LV 66:2; 132:5–6.

  43. Zie Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, 2e editie (1966), p. 118.

Afdrukken