2008
Het priesterschap eren en het goed gebruiken
November 2008


Het priesterschap eren en het goed gebruiken

Onze Heiland, Jezus Christus, heeft ons het volmaakte voorbeeld van het juiste gebruik van het heilig priesterschap gegeven. Hij was een toonbeeld van naastenliefde, medeleven en barmhartigheid.

Elder Richard G. Scott

Geliefde broeders, we zijn over de hele wereld bij elkaar gekomen als broeders verenigd in het heilige priesterschap van God. Wat zijn we gezegend dat we behoren tot die kleine groep mannen op aarde die in de naam van de Heiland mogen handelen om andere mensen door ons rechtschapen gebruik van zijn priesterschap tot zegen te zijn.

Broeders, ik vraag me af wie van ons ernstig nadenkt over de onschatbare waarde van het Aäronisch en het Melchizedeks priesterschap. Als we beseffen hoe weinig mannen ooit tijdens hun leven op aarde het priesterschap hebben ontvangen en dat Jezus Christus die mannen de macht heeft gegeven om in zijn naam te handelen, moet dat ons nederig en dankbaar stemmen aangaande het priesterschap dat wij dragen.

Het priesterschap is de bevoegdheid om in de naam van God te handelen. Die bevoegdheid is essentieel om zijn werk op aarde te doen. Het priesterschap dat wij dragen, is een gedelegeerd deel van het eeuwige gezag van God. Als wij trouw en gelovig zijn, zal onze ordening tot het priesterschap eeuwig zijn.

Maar het verlenen van de bevoegdheid alleen geeft ons niet automatisch de macht die bij dat ambt hoort. De mate van onze macht in het priesterschap hangt af van onze levenswijze, van ons geloof in de Heer Jezus Christus en van onze gehoorzaamheid aan zijn geboden. Als we grondige kennis van het evangelie hebben, zal ons vermogen om het priesterschap goed te gebruiken enorm toenemen.

Onze Heiland, Jezus Christus, heeft ons het volmaakte voorbeeld van het juiste gebruik van het heilig priesterschap gegeven. Hij was een toonbeeld van naastenliefde, medeleven en barmhartigheid. Zijn leven was een onovertroffen voorbeeld van nederigheid en macht. De grootste zegeningen van het priesterschap zijn het resultaat van nederig, onbaatzuchtig hulpbetoon aan anderen. Als wij zijn voorbeeld volgen, als getrouwe, gehoorzame priesterschapsdrager, kunnen we veel macht ontvangen. Zo nodig kunnen we de macht van genezing, zegening, vertroosting en hulpverlening gebruiken, als we getrouw gehoor geven aan de zachte influisteringen van de Geest.

Mag ik u vragen u enkele minuten voor te stellen dat u en ik alleen op een rustige plek zijn waar de Heilige Geest aanwezig is? Sommigen van u hebben geregeld een normengesprek terwijl anderen een roeping hebben waarin dat zelden gebeurt. Stelt u zich voor dat u en ik de komende minuten een persoonlijk priesterschapsgesprek hebben.

Nu we deze momenten met elkaar doorbrengen, vraag ik u zich af te vragen of u het heilige gezag van het priesterschap waardig bent. Ik wil u ook vragen om te overwegen hoe regelmatig u het priesterschap gebruikt om anderen tot zegen te zijn. Het is niet mijn bedoeling om u te kritiseren, maar om te laten zien hoe u met uw priesterschap meer invloed kunt uitoefenen.

Nodigen uw persoonlijke gedachten de leiding van de Heilige Geest uit, of bent u toe aan een grote schoonmaak? Voedt u uw verstand met opbouwend materiaal, of hebt u toegegeven aan de verleidingen van pornografische lectuur of websites? Mijdt u nauwgezet het gebruik van stimulerende middelen of stoffen die strijdig zijn met de bedoeling van het woord van wijsheid, of hebt u zich voor uzelf enkele persoonlijke uitzonderingen gerationaliseerd? Bent u uitermate voorzichtig met wat u door uw ogen en oren in uw geest toelaat, om er zeker van te zijn dat het gezond en opbouwend is?

Als u gescheiden bent, voldoet u dan aan de werkelijke financiële behoeften van uw kinderen, niet slechts de wettelijk verplichte alimentatie?

Als u bent gehuwd, bent u dan geestelijk en lichamelijk trouw aan uw vrouw? Bent u uw huwelijksverbonden trouw, en hebt u nooit een gesprek met een andere vrouw waarvan u niet wil dat uw vrouw het hoort? Bent u aardig voor uw eigen vrouw en kinderen, en steunt u hen? Helpt u uw vrouw met sommige huishoudelijke taken? Leidt u uw gezin in gezinsactiviteiten, zoals schriftstudie, gezinsgebed en gezinsavond, of moet uw vrouw de leegte invullen die u thuis achterlaat doordat u niet genoeg aandacht voor ze hebt? Zegt u dat u van haar houdt?

Als u zich in gedachten nu onprettig voelt over een of ander antwoord op de vragen die ik u net gesteld heb, doe daar dan onmiddellijk iets aan. Als u de gedragsnormen niet volledig naleeft, verzoek ik u uit het diepst van mijn hart om meteen met uw bisschop of een lid van uw ringpresidium te spreken. U hebt hulp nodig. De problemen waar u mee kampt, genezen niet vanzelf. Zonder de juiste aandacht wordt het alleen maar erger. Het is misschien moeilijk om met uw priesterschapsleider te praten, maar ik moedig u aan om het nu te doen, voor uw eigen welzijn en het welzijn van uw dierbaren.

Broeders, ik wil het nu hebben over hoe u het priesterschap kunt gebruiken om anderen tot zegen te zijn, en in het bijzonder de dochters van onze Vader in de hemel.

In de proclamatie over het gezin staat dat man en vrouw gelijkwaardig zijn. Ik ben ervan overtuigd dat iedere vrouw in de kerk die mogelijkheid zou verwelkomen en steunen. De man heeft de taak om ervoor te zorgen dat dat gebeurt. Veel mannen hebben een gelijkwaardig partnerschap met hun vrouw, wat beide partners en de kinderen tot zegen is. Maar velen hebben dat niet. Ik moedig iedere man aan die geen gelijkwaardig partnerschap met zijn vrouw heeft, om de geïnspireerde raad van de Heer te gehoorzamen en die toe te passen. Een gelijkwaardig partnerschap werkt het best als zowel de man als de vrouw ernaar streven de wil van de Heer te doen bij het nemen van belangrijke beslissingen voor zichzelf en voor het gezin.

Sta open voor de influisteringen van de Geest als u het voortreffelijke voorrecht gebruikt om met uw priesterschap in de naam van de Heer te handelen. Leer hoe u de macht van het priesterschap meer kunt gebruiken ten behoeve van de mensen die u liefhebt en dient. Ik denk bijvoorbeeld aan mensen zoals een weduwe in nood die iets kan hebben aan de hulp van een begripvolle, hulpvaardige priesterschapsdrager. Velen van hen vragen nooit om hulp. Denk aan de vele moeilijkheden die zij thuis kunnen hebben zoals de behoefte aan een geïnspireerde priesterschapszegen om bepaalde angsten te overwinnen of hulp bij kleine reparaties.

Bisschoppen, sta open voor en luister naar de zusters die zitting hebben in uw wijkraad. Zij weten wat de behoeften zijn van de vrouwen in uw wijk die het thuis moeten stellen zonder een priesterschapsdrager. Door huisbezoek kan de ZHV behoeften vaststellen en oplossingen voorstellen. Voor zaken die de ZHV niet kan oplossen kunt u het ouderlingenquorum of de hogepriestersgroep inschakelen om zo nodig hulp te verlenen.

Bisschop, Als u met een man en vrouw praat die huwelijksproblemen hebben, hecht u dan evenveel waarde aan wat de vrouw zegt als aan wat de man zegt? Op mijn reizen over de hele wereld merk ik dat sommige vrouwen tekort wordt gedaan omdat hun priesterschapsleider meer waarde hecht aan wat de man zegt dan wat de vrouw zegt. Die wanverhouding mag absoluut niet bestaan.

Krijgen ongehuwde zusters de aandacht en zorg die ze verdienen? Krijgen ze de kans om dienstbaar te zijn in waardevolle roepingen zodat ze zich welkom voelen? Krijgen ze voldoende steun van de priesterschap?

De bedoeling van het priesterschap is: geven, dienen, opbouwen en inspireren — zonder onrechtvaardige heerschappij of dwang. In sommige culturen heeft de man een rol waarbij hij meent alle familiezaken te kunnen domineren, regelen en controleren. Dat is niet de manier van de Heer. Op sommige plaatsen is de vrouw bijna eigendom van de man, alsof ze een van zijn bezittingen was. Dat is een wrede, onproductieve en verkeerde visie op het huwelijk, die door Lucifer wordt aangemoedigd en door iedere priesterschapsdrager moet worden verworpen. Het is gebaseerd op de valse veronderstelling dat een man op de een of andere manier superieur is aan de vrouw. Niets is minder waar. De Schriften bevestigen dat onze Vader in de hemel zijn grootste, beste, opperste schepping, de vrouw, tot het laatst heeft bewaard. Pas toen al het andere was gedaan, werd de vrouw geschapen. Alleen toen was het werk compleet en werd het goed bevonden.

Over onze vrouwen, moeders, grootmoeders, zussen en andere belangrijke vrouwen in ons leven heeft president Hinckley gezegd: ‘Van alle schepselen van de Almachtige is er geen mooier, geen inspirerender dan een prachtige dochter van God die deugdzaam leeft en begrijpt waarom ze dat moet doen, die haar lichaam als iets heiligs en goddelijks eert en respecteert, die haar verstand ontwikkelt en haar begrip voortdurend vergroot, die haar geest met eeuwige waarheid voedt.’1

God heeft bepaald dat de vrouw in veel opzichten anders is dan de man.2 Zij is medelevend en probeert haar medemens te helpen. Die medelevende aard kan echter averechts werken zijn voor vrouwen die veel meer willen doen dan waar ze toe in staat zijn, zelfs met de hulp van de Heer. Sommigen van hen raken ontmoedigd omdat ze vinden dat ze niet voldoende tot stand brengen. Volgens mij is dat een gevoel waar veel goede, capabele en toegewijde vrouwen van de kerk mee kampen.

Daarom moet u als echtgenoot of zoon dankbaarheid tonen voor wat uw vrouw of moeder voor u doet. Geef vaak uiting aan uw liefde en dankbaarheid. Dat maakt het leven veel rijker, aangenamer en zinvoller voor veel dochters van onze Vader in de hemel, die zelden een compliment krijgen en niet bedankt worden voor alle goede dingen die zij doen. Als u als echtgenoot merkt dat uw vrouw wat steun nodig heeft, neem haar dan in uw armen en vertel haar hoeveel u van haar houdt. Ik hoop dat wij allemaal onze liefde en dankbaarheid betonen voor de bijzondere vrouwen die ons leven zo verrijken.

Vaak wordt de echte waarde van iets niet herkend totdat het van ons wordt weggenomen. Denk bijvoorbeeld aan de man die door een overtreding zijn priesterschap kwijtraakte. Na zijn volledige bekering kreeg hij het terug als onderdeel van de herstelling van zijn verordeningen. Ik sprak daarna met zijn vrouw en vroeg haar: ‘Zou u een zegen willen hebben?’ Ze reageerde enthousiast. Toen keek ik de echtgenoot aan, die nu zijn priesterschap weer kon gebruiken en vroeg: ‘Zou u uw vrouw een zegen willen geven?’De diepe emotie van zo’n ervaring en de band van liefde, vertrouwen en dankbaarheid die daaruit voortvloeiden zijn in woorden niet te vatten. Maar je hoeft het priesterschap niet kwijt te raken om het meer te gaan waarderen.

Ik heb de onmetelijke vreugde en voldoening ervaren die ik ontvang als ik met heel mijn hart en ziel mijn lieve vrouw liefheb, koester en respecteer. Ik hoop dat u hetzelfde geluk zult ervaren als u uw priesterschap juist gebruikt en de belangrijke vrouwen in uw leven goed behandelt.

Als een van de vijftien apostelen van de Heer Jezus Christus op aarde sluit ik mij aan bij de woorden van president Howard W. Hunter, die het volgende over het priesterschap heeft gezegd: ‘Als bijzondere getuigen van onze Heiland hebben wij de geweldige taak gekregen om zijn kerk en koninkrijk te leiden en zijn dochters en zoons te dienen, waar zij zich ook op aarde bevinden. Door onze roeping om te getuigen, te leiden en te dienen, wordt er van ons verwacht dat wij ondanks leeftijd, lichamelijke zwakheid, vermoeidheid en gevoelens van ongeschiktheid, tot het eind van ons leven het werk doen dat Hij ons heeft opgedragen.’3

God zal ons verantwoordelijk houden voor de manier waarop we zijn waardevolle dochters behandelen. Laten we hen daarom behandelen zoals Hij dat vraagt. Ik bid dat de Heer ons zal leiden om geïnspireerder, gevoeliger en productiever te zijn met het priesterschap dat we hebben ontvangen, vooral ten opzichte van zijn dochters. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Gordon B. Hinckley, ‘Our Responsibility to Our Young Women’, Ensign, september 1988, p. 11.

  2. Zie Mozes 4:17–19; Mozes 5:10–11.

  3. Howard W. Hunter, ‘Aan de vrouwen van de kerk’, De Ster, januari 1993, p. 86–87.