2018
Godsdienstvrijheid: de hoeksteen van vrede
February 2018


Godsdienstvrijheid: de hoeksteen van vrede

Ga voor de volledige tekst van deze toespraak naar mormonnewsroom.org.

Ouderling Christofferson hield deze toespraak tijdens een conferentie voor meerdere geloofsrichtingen op 29 april 2015 in São Paulo (Brazilië).

Mogen wij vrede nastreven door samen te werken en voor alle mensen de vrijheid te bewaren en te beschermen om een godsdienst van hun keuze aan te hangen.

dove holding branch

Illustraties Joshua Dennis

Ik waardeer het ten zeerste dat ik vanavond hier aanwezig mag zijn op deze interkerkelijke bijeenkomst, waar moslims, sikhs, katholieken, adventisten, joden, evangelischen, mormonen, inheemse spiritualisten, mensen zonder een specifiek geloof en vele anderen zij aan zij staan met leiders uit de overheid en de zakenwereld, die godsdienstvrijheid wensen te bespreken en te vieren. Het feit dat deze bijeenkomst op deze unieke plek wordt gehouden, is op zich al een krachtig symbool.

Het verheugt mij om hier in Brazilië te zijn, een natie die rijk is aan culturele en demografische diversiteit. Door open te staan voor die diversiteit, en daar hoort ook religieuze diversiteit bij, is de welvaart in Brazilië gegroeid en zal ze blijven groeien. Brazilië werd onlangs uitgeroepen tot het land met de minste wettelijke beperkingen op religie.1 Ik feliciteer Brazilië met deze belangrijke onderscheiding. Brazilië heeft nu de verantwoordelijkheid om deze vrijheid wereldwijd te bevorderen. In het Nieuwe Testament staan deze woorden van Jezus Christus:

‘U bent het licht der wereld. Een stad [of, in dit geval, een natie] die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. […]

‘Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken’ (Mattheüs 5:14, 16).

Waarde collega’s, de wereld heeft behoefte aan het licht van Brazilië dat lang en helder schijnt. Vandaag brengen wij hulde aan de toekomstperspectieven van die visie.

Achtergrond en fundamentele beginselen

Godsdienstvrijheid is de hoeksteen van vrede in een wereld waar talloze filosofieën met elkaar wedijveren. Ze geeft ons de ruimte om zelf te bepalen wat wij denken en geloven, om de waarheid die God tot ons spreekt te volgen. Ze laat verschillende geloofsrichtingen naast elkaar bestaan, beschermt wie kwetsbaar is en bevordert conflictbemiddeling. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft dan ook in talloze rechtszaken geoordeeld dat godsdienstvrijheid cruciaal is voor gelovigen en ‘eveneens een kostbaar bezit voor atheïsten, agnosten, sceptici en onverschilligen’. De reden is dat ‘het pluralisme dat onlosmakelijk met een democratische maatschappij is verbonden en dat in de loop der eeuwen duur is betaald, ervan afhangt’.2

Stabiele vrede is meer dan wat politieke filosofen bedoelen met de ‘negatieve’ vrijheid om met rust gelaten te worden, hoe belangrijk die vrijheid ook is. Het is een ruimere ‘positieve’ vrijheid: de vrijheid om een godsdienst of geloofsovertuiging te beleven in een wettelijk, politiek en sociaal kader dat verschillende overtuigingen met verdraagzaamheid, respect en gastvrijheid behandelt.

Dankzij godsdienstvrijheid kunnen wij onze fundamentele overtuigingen vestigen, die de basis vormen voor alle andere mensenrechten. Hoe kunnen we bogen op vrijheid van meningsuiting als het niet toegestaan is om te zeggen wat we werkelijk geloven? Hoe kunnen we bogen op vrijheid van vergadering als we niet mogen samenkomen met anderen die onze idealen delen? Hoe kan persvrijheid bestaan als we niet openlijk mogen schrijven of verkondigen wie wij zijn?

Het goede nieuws is dat godsdienstvrijheid in opmars is. Ik heb deze vooruitgang zelf ervaren. Zo heeft de algemene vergadering van de Verenigde Naties in 1948, toen ik amper 3 jaar oud was, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen. Daarin staat dat ‘een ieder recht [heeft] op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst’.3

world religion

Toen ik 21 jaar was, werd een verdrag gesloten waardoor de verklaring van de Verenigde Naties een bindend karakter kreeg. Dat verdrag, het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, vergunt ieder mens ‘de vrijheid een zelf gekozen godsdienst of overtuiging te hebben of te aanvaarden, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven, zijn godsdienst of overtuiging tot uiting te brengen door de eredienst, het onderhouden van de geboden en voorschriften, door praktische toepassing en het onderwijzen ervan’.4 Tien jaar later, in 1976, trad dit verdrag in werking.

Anno 2017 hebben 169 landen het verdrag ondertekend, waaronder vrijwel alle ontwikkelde landen ter wereld.5 Het Amerikaanse Verdrag inzake de rechten van de mens (het Verdrag van San José [Costa Rica]) dat in 1969 werd aangenomen en sinds 1978 van kracht is, beschermt godsdienstvrijheid in gelijkaardige bewoordingen.6

Aan dit voorwaartse proces liggen doorslaande argumenten ten grondslag, die ons moeten aanzetten om nog een stap verder te gaan. Godsdienstvrijheid hangt samen met talloze voordelen op het vlak van economie, volksgezondheid en burgerrechten.7 Godsdienstige mensen hebben doorgaans een beter gezinsleven en een sterker huwelijk, lopen minder kans op verslaving, plegen minder misdaden, zijn hoger opgeleid en meer bereid tot vrijwilligerswerk, en schenken vaker aan liefdadigheidsinstellingen. Ze hebben een betere werkhouding, leven langer, verdienen meer, hun welbevinden is groter en ze zijn gelukkiger.8 Het is duidelijk dat godsdienstvrijheid en godsdienstbeoefening de maatschappij sterker maken.

De behoefte aan waakzaamheid en samenwerking

Helaas is de wetgeving rond de bescherming van godsdienstvrijheid vaak zwak. Ze wordt niet nageleefd en in vraag gesteld. Er worden indrukwekkende pogingen ondernomen om de groei van godsdienstvrijheid te belemmeren, zelfs in landen waar die vrijheid in het verleden uit alle macht werd verdedigd. Deze pogingen zijn in veel landen geslaagd of winnen terrein. Wat wij hier in Brazilië vieren, is in grote delen van de wereld ondenkbaar.

Het is opmerkelijk dat in 2013 zo’n 5,5 miljard mensen (77 procent van de wereldbevolking) leefden in landen waar religieuze vrijheid ernstig tot zeer ernstig wordt beperkt, terwijl dat zes jaar voordien nog 68 procent was.9

Vrijwel alle westerse democratieën beweren in het beginsel van godsdienstvrijheid te geloven. De controverse ligt in de toepassing van dat beginsel. Godsdienstvrijheid ligt doorgaans onder vuur als godsdienstige mensen en instellingen dingen zeggen of doen, of juist weigeren dingen te zeggen of te doen, waardoor ze in conflict raken met de filosofieën of doelen van machthebbers, onder wie de politieke meerderheid. Godsdienst staat vaak haaks op de heersende cultuur en is dan ook niet populair. Daarom krijgt godsdienstvrijheid met sterke tegenkanting te maken, zelfs waar het in beginsel wordt ondersteund.

In Europa en Noord-Amerika zijn er discussies ontstaan over verschillende kwesties. Mogen kerken beslissen wie ze wel of niet als predikant aanwerven? Mag men religieuze kleding of symbolen op het werk of op school dragen? Moeten werkgevers de anticonceptie en abortussen van hun personeel vergoeden? Kan iemand worden verplicht diensten te verlenen die tegen zijn geloof indruisen? Mogen bedrijven of universiteiten mensen weigeren of uitwijzen vanwege hun ethische normen of hun geloof? Kunnen religieuze studentenorganisaties worden verplicht om andersdenkende studenten op te nemen?

Brazilië kent religieuze diversiteit en krijgt daarom met gelijksoortige vraagstukken te maken, zoals het al dan niet sluiten van bedrijven op zondag, het dragen van religieuze kleding en het beschermen van Afro-Braziliaanse tradities. Wij zijn dankbaar dat veel van deze kwesties in het voordeel van godsdienstvrijheid zijn beslecht. Een snelle en correcte oplossing van problemen die met vrije godsdienstbeoefening te maken hebben, is cruciaal voor het respect waarmee diversiteit in Brazilië wordt behandeld. Omdat religieuze mensen en organisaties hun geloof hier openlijk en vrijelijk kunnen beleven, blijft Brazilië een stralend en hoopvol voorbeeld van godsdienstvrijheid voor de wereld.

Ik moedig u aan om vast te houden aan de vrijheden die u voor uw gezinnen hebt verworven, en om moedig de wereld voor te gaan in het bevorderen van godsdienstvrijheid. Er is een dringende behoefte aan bescherming en behoud van religieuze vrijheid, op een eerlijke en evenwichtige manier die de fundamentele rechten van anderen ook respecteert.

puzzle pieces

Het doet De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen genoegen om u en anderen bij te staan in dit essentiële werk. Hoewel wij ervan overtuigd zijn dat onze inspanningen vruchten zullen afwerpen, moeten wij onze krachten bundelen, want niemand kan dit gevecht alleen winnen. Ik herhaal wat mijn collega, ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen onlangs heeft gezegd bij een gelegenheid als deze:

‘Het is van essentieel belang dat diegenen onder ons die in God en in de realiteit van goed en kwaad geloven, met vereende krachten waken over de godsdienstvrijheid om ons geloof in God en zijn beginselen van goed en kwaad te verkondigen en te praktiseren. […] Voor de eenheid en de brede samenwerking die ik voor ogen heb, is niets anders nodig dan een gedeeld geloof dat een Opperwezen heeft bepaald welk menselijk gedrag goed en welk gedrag verkeerd is. Eenieder die in dat fundamentele beginsel gelooft, moet zich doelmatiger verenigen voor het behoud en de uitbreiding van de vrijheid om onze godsdienstige overtuiging, wat die ook moge zijn, te verkondigen en na te leven. We moeten samen hetzelfde pad bewandelen om onze vrijheid zeker te stellen en pas ieder ons weegs gaan als onze verschillende geloofspunten dat noodzakelijk maken.’10

Dit is een moeilijke taak die voortdurende waakzaamheid vereist, maar ze is van het allergrootste belang.

Tot slot wil ik een passage uit de Leer en Verbonden citeren. Deze passage werd in 1835 geopenbaard, in een periode waarin mijn voorouders, ondanks grondwettelijke bescherming, uit hun huizen werden verdreven omdat ze een geloof aanhingen dat door anderen als nieuw en anders werd ervaren. De ontnuchterende gelijkenis met onze tijd is treffend, aangezien veel hedendaagse beperkingen op godsdienstvrijheid voorkomen in landen waar het beginsel wordt aanvaard maar waar de praktijk te wensen overlaat.

In onze Schriften staat dat ‘geen overheid in vrede kan bestaan, tenzij er wetten worden ontworpen en onschendbaar gehouden die ieder mens gewetensvrijheid […] verzekeren’. Overheden moeten ‘de misdaad […] bedwingen, maar nooit aan het geweten beperkingen […] opleggen; [moeten] schuld straffen, maar [mogen] nooit de vrijheid van de ziel onderdrukken’ (LV 134:2, 4).

Mogen we vrede nastreven door samen te werken en voor alle mensen de vrijheid te bewaren en te beschermen om een godsdienst of geloof van hun keuze aan te hangen en kenbaar te maken, hetzij individueel of samen met anderen, in binnen- of buitenland, in het openbaar of privé, en in aanbidding, naleving, uitoefening en onderricht.

Noten

  1. Zie ‘Brazil Has Lowest Government Restrictions on Religion among 25 Most Populous Countries’, 22 juli 2013, theweeklynumber.com/weekly-number-blog; ‘Restrictions and Hostilities in the Most Populous Countries’, 26 februari 2015, pewforum.org.

  2. Kokkinakis vs. Greece, 3/1992/348/421 (25 mei 1993), paragraaf 31; Nolan and K. vs. Russia, 2512/04 (12 februari 2009), paragraaf 61; zie ook Serif vs. Greece, 38178/97 (14 december 1999), paragraaf 49; Europese Conventie voor de Rechten van de Mens, artikel 9.

  3. Verenigde Naties, Universele verklaring van de rechten van de mens, artikel 18, 10 december 1948, un.org/en/documents/udhr.

  4. Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, artikel 18, 16 december 1966, ohchr.org/EN/ProfessionalInterest/Pages/CCPR.aspx.

  5. Zie Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten; zie ook W. Cole Durham jr., Matthew K. Richards en Donlu D. Thayer, ‘The Status of and Threats to International Law on Freedom of Religion or Belief’, in Allen D. Hertzke, red., The Future of Religious Freedom: Global Challenges (2013), 31–66.

  6. Zie Amerikaans Verdrag inzake rechten van de mens ‘Verdrag van San José (Costa Rica)’, 22 november 1969 (Inter-American Specialized Conference on Human Rights), oas.org; zie ook Juan G. Navarro Floria en Octavio Lo Prete, ‘Proselitismo y Libertad Religiosa: Una Visión desde América Latina’, in Anuario de Derecho Eclesiástico del Estado, nr. 27 (2011), 59–96.

  7. Zie Brian J. Grim, Greg Clark en Robert Edward Snyder, ‘Is Religious Freedom Good for Business?: A Conceptual and Empirical Analysis’, Interdisciplinary Journal of Research on Religion, deel 10 (2014), 4–6; Paul A. Marshall, ‘The Range of Religious Freedom’, in Paul A. Marshall, red., Religious Freedom in the World (2008), 1–11.

  8. Zie Patrick F. Fagan, ‘Why Religion Matters Even More: The Impact of Religious Practice on Social Stability’, Backgrounder, nr. 1992 (18 december 2006), 1–19; Robert D. Putnam en David E. Campbell, American Grace: How Religion Divides and Unites Us (2010), 443–492.

  9. Zie ‘Latest Trends in Religious Restrictions and Hostilities’, 26 februari 2015, pewforum.org.

  10. Dallin H. Oaks, ‘Preserving Religious Freedom’ (lezing aan de Chapman University School of Law, 4 februari 2011), mormonnewsroom.org.