Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland
Wat kan ik doen om meer zoals de Heiland te onderwijzen?
Tad R. Callister
Algemeen zondagsschoolpresident
SCHILDERIJ VAN JUSTIN KUNZ
Toen ik zendingspresident in Toronto (Canada) was, kwam een van mijn assistenten naar mij toe en vroeg: ‘President, hoe kan ik een betere zendeling worden?’ Mijn eerste reactie was: ‘Je bent geweldig bezig.’ En dat was ook zo. Maar hij bleef bij zijn vraag, dus ik dacht even na en deed toen een voorstel. Hij reageerde positief en met een glimlach.
Ik vertelde onze andere zendelingen over deze eenvoudige ervaring. Het duurde niet lang of ouderlingen en zusters vroegen me tijdens onze gesprekken: ‘President, hoe kan ik een betere zendeling worden?’ Die eenvoudige vraag van één zendeling was de aanleiding voor een geest van vooruitgang in de gehele zending.
Leerkrachten krijgen ook opbouwende raad als ze de Heer en hun leiders oprecht deze eenvoudige vraag stellen: ‘Wat kan ik doen om meer zoals de Heiland te onderwijzen?’ De Heer heeft beloofd: ‘Wees nederig; en de Heer, uw God, zal u aan de hand leiden en u antwoord geven op uw gebeden’ (LV 112:10).
Het met hart en ziel willen
J. B. Priestley, een Engelse romanschrijver, werd eens gevraagd waarom hij zo’n succesvolle schrijver was geworden, terwijl zijn getalenteerde tijdgenoten daar niet in waren geslaagd. Hij zei: ‘Het verschil tussen ons lag niet in vaardigheid, maar in het feit dat terwijl [zij] alleen speelden met het boeiende idee om [te schrijven], ik het met hart en ziel wilde!’1
Als leerkrachten kunnen we ons afvragen: ‘Zijn we tevreden met onze huidige onderwijsvaardigheden of willen we met hart en ziel zoals de Heiland onderwijzen?’ Zijn we dan bereid onze trots opzij te schuiven en niet alleen op instructie te wachten maar er zelf actief achteraan te gaan?
Nederigheid is de sleutel
We hebben veel uitstekende leerkrachten in deze kerk, maar de waarheid is: ongeacht hoeveel jaar ervaring we hebben, of hoeveel diploma’s, of hoe geliefd we zijn bij onze cursisten, we kunnen ons allen verbeteren en meer zoals de Meesterleraar worden zolang we nederig blijven. De bepalende kwaliteit van een christelijke leerkracht is misschien wel onderwijsbaarheid. Nederigheid is een eigenschap die zowel de Geest uitnodigt als onze wil om ons te verbeteren voedt.
Ik heb af en toe een gesprek met zondagsschoolpresidenten die teleurgesteld zijn omdat een of meer leerkrachten in hun wijk of gemeente denken, dat ze zo ervaren zijn dat ze verdere instructie of deelname aan een leerkrachtenraad niet nodig hebben. Dit stemt me treurig want ik heb nog nooit een leerkracht ontmoet die zich niet op de een of andere manier zou kunnen verbeteren.
Als zelfs de meest ervaren leerkracht naar de leerkrachtenraad komt met een nederig hart en een intens verlangen om te leren, ontvangt zo’n leerkracht goddelijke inzichten en ideeën om zich te verbeteren. Dat weet ik zeker. Ik heb tientallen leerkrachtenraden bijgewoond en na afloop heb ik altijd een nieuw inzicht of een verlangen om een vaardigheid of een eigenschap te ontwikkelen of vervolmaken.
De behoefte om onderwijsvaardigheden te ontwikkelen
Sommigen zien onderwijsvaardigheden of -technieken misschien wel eens als eenvoudigweg mechanische of wereldse middelen. Wanneer die vaardigheden echter ontwikkeld worden, kan de Geest uit een waaier van opties diegene kiezen die het best op de behoeften van individuele cursisten aansluiten. Wie is het productiefst, de man die een boom met zijn zakmes probeert te vellen of dezelfde man die een kettingzaag gebruikt? In beide gevallen heeft die man dezelfde kracht en karakter, maar de laatste is veel productiever omdat het werktuig waar hij over beschikt doeltreffender is. Onderwijsvaardigheden worden in handen van de Geest goddelijke werktuigen.
Instructie en oefening, rollenspellen, studie en waarneming kunnen een leerkracht, ongeacht zijn niveau, aanzetten vaardigheden te ontwikkelen die de Geest dan kan gebruiken. Daardoor kunnen we dan meer zoals de Meester onderwijzen. Veel van die vaardigheden kunnen in een leerkrachtenraad worden ontwikkeld.
De Heer kan ons vormen
Sommigen hebben misschien het gevoel dat zij nooit zoals de Heiland kunnen onderwijzen. Dat die opdracht hun vermogens te boven gaat. Petrus dacht misschien dat hij slechts een eenvoudige visser was; Mattheüs dat hij een verachte belastinginner was. Maar dankzij de steun van de Heiland werden zij beiden krachtige leiders en onderwijzers in het evangelie.
De vaardigheid van de Heer om ons te vormen lijkt veel op de ervaring die Michelangelo bij het maken van een van zijn beelden had. Het resultaat was een standbeeld dat door velen wordt gezien als het mooiste werk dat ooit door mensenhanden is geschapen: de David.
Voordat Michelangelo de opdracht aanvaardde, hadden twee andere beeldhouwers, Agostino di Duccio en Antonio Rossellino, zich gewaagd aan de opdracht om de beelden te vervaardigen. Beide beeldhouwers stuitten op hetzelfde probleem: het blok had de juiste afmetingen, maar er zaten onvolmaaktheden in het marmer. Di Duccio en vervolgens Rossellino hadden hun artistieke talenten op het blok gebotvierd, maar zonder succes. Het bevatte gewoon teveel onvolmaaktheden.2 Uiteindelijk gaven ze het op. Michelangelo zag diezelfde onvolmaaktheden, maar hij keek verder. Hij zag de levende, ademende, majestueuze gedaante van David die tegenwoordig toeschouwers bij de eerste aanblik nog steeds de adem beneemt.
God heeft op soortgelijke wijze bepaald dat de volheid van zijn evangelie ‘door de zwakken en eenvoudigen zou worden verkondigd aan de einden van de wereld’ (LV 1:23). God ziet onze onvolmaaktheden en tekortkomingen, maar Hij kijkt ook verder. Met zijn hulp kunnen wij onze zwakheden overkomen, maar ze ook in sterke eigenschappen omzetten (zie Ether 12:26–27). Hij steunt ons bij het verbeteren en vervolmaken van onze onderwijsvaardigheden en eigenschappen zodat we meer zoals de Heiland kunnen onderwijzen.
Manieren waarop we meer zoals de Heiland kunnen onderwijzen
Hier volgen enkele kern-elementen waar we allen mogelijk naar streven om meer zoals de Heiland te onderwijzen:
-
Onderwijs met de Geest: weet dat de Geest onze lessen leven en inhoud geeft (zie LV 43:15).
-
Concentreer u op de leer: erken dat de leer, zoals die in de Schriften staat en door de levende profeten wordt onderwezen, de kracht in zich heeft om mensen te veranderen (zie Alma 31:5).
-
Word een ijverige student, besef dat de ideale leerkracht ook een ideale leerling is (zie LV 88:118).
-
Streef naar openbaring, weet dat bij iedere roeping om te onderwijzen het recht op openbaring hoort om die roeping groot te maken (zie LV 42:61).
-
Toon uw liefde door de naam van iedere cursist te onthouden, persoonlijk voor hem of haar te bidden, persoonlijke interesse te tonen (vooral voor wie bijzondere behoeften heeft), en op een zinvolle manier aandacht te besteden aan wie de lessen niet bijwonen (zie Moroni 7:47–48).
Een persoonlijke evaluatie
De apostel Paulus gaf deze raad: ‘Onderzoek uzelf of u in het geloof bent’ (2 Korinthe 13:5). Voor leerkrachten kunnen we dit zo parafraseren: ‘Onderzoek uzelf of u op de wijze van de Heiland onderwijst of op de uwe.’ Het begin van het jaar is een geschikte tijd om dit onderzoek te verrichten. Zo wil ik u ook aanmoedigen om de persoonlijke evaluatievragen bij dit artikel te beantwoorden. Terwijl u dat doet, laat de Geest u weten waar u de nadruk op moet leggen om meer zoals Christus te onderwijzen en hoe u de nodige eigenschappen en vaardigheden kunt ontwikkelen om dat te bereiken.