2018
Ik legde mijn zorgen in Gods handen
February 2018


Ik legde mijn zorgen in Gods handen

De auteur woont in Maule (Chili).

Toen ik hoorde dat mijn vriendin met ernstige problemen kampte, kon ik maar geen rust vinden.

Afbeelding
young woman

Foto geënsceneerd

Toen mijn vriendin Fernanda (naam gewijzigd) op een vrijdag niet op school was, vroeg ik me af wat er aan de hand was. ‘Is Fer ziek? Is alles goed met haar?’, vroeg ik mijn vriendinnen aan het eind van de dag. Een vriendin antwoordde: ‘Ze is niet ziek, ze had een afspraak bij een psycholoog.’ Toen ik vroeg wat ze bedoelde, zei ze dat Fernanda met depressie kampte en dat ze zichzelf verminkte. Kort daarna werd Fernanda in het ziekenhuis opgenomen, en we zagen haar enkele weken niet.

Hoewel we vriendinnen waren, had ze mij niets over dat deel van haar leven verteld. Ze had het voor iedereen verborgen gehouden omdat ze zich schaamde. Later vertelde ze mij dat ze niet wilde dat anderen medelijden met haar of haar omstandigheden hadden. Ik had echter geen medelijden met haar, ik voelde met haar mee.

Toen ik die eerste dag thuiskwam van school, ging ik op bed liggen en begroef ik mijn gezicht in mijn kussen. Ik was emotioneel uitgeput, maar zo onrustig dat ik niet kon slapen. Mijn wereld was een chaos. Het was alsof ik in een storm was terechtgekomen, en talloze gedachten en gevoelens spookten door mijn hoofd. Ik was in de war, voelde me eenzaam en vooral machteloos.

Hoe kon ik helpen?

Wat kon ik doen of zeggen om haar te helpen? Hoe konden we als vriendinnen de handen ineenslaan en haar steunen? Ik kon geen enkele oplossing bedenken die mijn vriendinnen of mijzelf troost zou bieden. Ik bad om inspiratie maar ik had het gevoel dat mijn gebeden niet werden beantwoord.

De daaropvolgende week kreeg ik een ingeving. Tijdens de ochtendseminarieles herinnerde mijn leerkracht ons aan het eerste visioen. Ze vertelde dat Joseph Smith zijn moeilijkheden en kopzorgen rechtstreeks aan zijn hemelse Vader voorlegde. Toen zei mijn leerkracht: ‘Als we ons tot de Vader wenden en Hem onze vraag stellen, zal Hij ons antwoord geven. We staan er nooit alleen voor.’

Ik realiseerde me dat ik in al mijn verdriet mijn hart voor mijn hemelse Vader had afgesloten. Ik probeerde wel vaak te bidden, maar dat was niet genoeg. Mijn angst weerhield mij ervan rust te vinden. Ik wist dat Hij precies begreep hoe ik me voelde, en ik wist dat Hij mij kon helpen. Maar ik moest mezelf voor Hem openstellen en er echt op vertrouwen dat Hij mij kon helpen. Ik moest geloof oefenen.

Dat deed ik ook. Ik bleef bidden, in de Schriften lezen en bewust mijn lasten in de handen van de Heiland leggen, en geleidelijk begon ik in te zien dat er een einde zou komen aan de depressie van mijn vriendin. Hoewel er rondom mij nog steeds chaos heerste, voelde ik mij kalm, stabiel en evenwichtig. Mijn moeder moedigde mij voortdurend aan om gemoedsrust te vinden. Ze zei: ‘Alles komt goed met je vriendin, en met jou ook. Blijf sterk in het evangelie en dan komt alles in orde.’

Mijn vriendin steunen

Toen Fernanda weer naar school kwam, was ik goed in staat om haar te steunen, omdat ik zelf naar innerlijke rust had gezocht en die ook had gevonden in Jezus Christus. Ik probeerde een luisterend oor te bieden, positief te blijven en over het evangelie te vertellen. Vol vertrouwen legde ik het plan van geluk uit en vertelde ik haar dat onze hemelse Vader wil dat wij gelukkig zijn, ondanks onze beproevingen. Het kan een tijd duren, maar het ligt binnen het bereik van ieder van zijn kinderen.

Ik heb mij al vaak angstig en verdrietig gevoeld, maar dankzij het evangelie herinner ik me altijd waar ik vandaan kom. Ik weet dat ik een dochter van God ben en dat Hij een plan voor mij heeft, en ook voor Fernanda. We volgen elk onze eigen weg die ons tot zegen is, omdat Hij van ons houdt. Elke weg, elke beproeving heeft een doel. De rust die we in onze beproevingen vinden, kunnen we met anderen delen.

Afdrukken