Regel op regel
1 Nephi 3:7
De Heer gebood Nephi om heen te gaan en te doen.
7 En het geschiedde dat ik, Nephi, tot mijn vader zei: Ik zal heengaan en de dingen doen die de Heer heeft geboden, want ik weet dat de Heer geen geboden aan de mensenkinderen geeft zonder een weg voor hen te bereiden, zodat zij kunnen volbrengen wat Hij hun gebiedt.
Ik zal heengaan
‘U geeft blijk van uw vertrouwen in [God] als u luistert met de bedoeling om te leren, u te bekeren en dan heen te gaan en te doen wat Hij vraagt. Als u voldoende op God vertrouwt om tijdens [de] conferentie in elke toespraak, elke lofzang en elk gebed naar zijn boodschap te luisteren, dan zult u die vinden. En als u vervolgens heengaat en doet wat Hij wil, zal uw vermogen om op Hem te vertrouwen toenemen en zult u mettertijd overspoeld worden met dankbaarheid dat Hij u is gaan vertrouwen.’
President Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, ‘Vertrouw op God, ga dan heen en doe’, Liahona, november 2010, 73.
Doen
‘[Ik heb] dit [tot] mijn stelregel gemaakt: als de Heer het gebiedt, doe het dan.’
Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 173.
De Heer heeft geboden
‘Elk gebod van de Heer is gegeven voor onze ontwikkeling, vooruitgang en groei.’
Ouderling Robert D. Hales (1932–2017) van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘If Thou Wilt Enter into Life, Keep the Commandments’, Ensign, mei 1996, 36.
Hij zal een weg bereiden
In het Oude Testament betekende een weg bereiden een goed, duidelijk gemarkeerd pad aanleggen (zie Deuteronomium 19:3) of de weg vrijmaken door hindernissen te verwijderen (zie Jesaja 40:3).
Als de Heer ons een gebod geeft, bereidt Hij altijd een weg voor ons als we bereid zijn Hem te vertrouwen en gehoorzamen. Maar net zoals Nephi moeten we eerst in geloof handelen. Dan zullen we de weg zien, want de Heer ‘werkt door macht, volgens het geloof van de mensenkinderen’ (Moroni 10:7).
Volbrengen
‘Als u […] geloof had, [zou] niets voor u onmogelijk zijn.’