Instituut
Hoofdstuk 16: Jakob 5–7


Hoofdstuk 16

Jakob 5–7

Inleiding

Jakob schreef Zenos’ allegorie van de olijfbomen op om te illustreren dat de Heer er alles aan doet om het huis van Israël te redden (zie Jakob 5). Terwijl u in de allegorie onderwijst, kunt u er de nadruk op leggen dat de Heer ‘zijn handen de gehele dag’ uitstrekt ten gunste van ons heil (Jakob 6:4).

Aan het eind van zijn kroniek vertelt Jakob over de confrontatie die hij met Sherem, een antichrist, had. Uw cursisten zullen zien hoe Jakob Sherems aanvallen weerstond en Sherems bedrog aan het licht bracht. Daaruit kunnen ze leren hoe ze waarheid van dwaling onderscheiden en zich wapenen tegen verkeerde ideeën.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • De Heer houdt nooit op met zijn verlossingswerk (zie Jakob 5; 6:4–8).

  • ‘Gezegend zijn zij die ijverig in zijn wijngaard hebben gearbeid’ (zie Jakob 5:75; 6:1–3).

  • Dankzij de woorden van de profeten en de leiding van de Heilige Geest kunnen we weerstand bieden aan verkeerde leringen (zie Jakob 7).

Onderwijsideeën

Jakob 5; 6:4–8. De Heer houdt nooit op met zijn verlossingswerk

Om Jakob 5 doeltreffend te kunnen behandelen, dient u bekend te zijn met de volgende schriftuurblokken, waarin wordt gesproken over de handelingen van de Heer tijdens vier bezoeken aan zijn wijngaard: de verzen 3–14, 15–28, 29–49, en 50–77. Kies zorgvuldig de verzen uit die u wilt bespreken. Stel u bij uw voorbereiding zo goed mogelijk in op vragen die de cursisten kunnen hebben. Bekijk het schema en de toelichting op pp. 128–129 in het cursistenboek. Denk eraan dat allegorieën evenals gelijkenissen verschillende betekenissen kunnen hebben. Daaruit volgt dat de cursisten wellicht andere betekenissen zien dan die welke u in de les behandelt.

lightbulbLeg uit aan de cursisten uit dat ze in de les de allegorie van de olijfbomen van de profeet Zenos zullen bestuderen en bespreken. Vraag de cursisten Jakob 4:12–18 te lezen.

  • Waarom besprak Jakob deze allegorie volgens deze verzen met het volk? Welke verborgenheid zei Jakob te zullen ontvouwen?

Zorg dat uw cursisten uit uw uitleg van Jakob 5 begrijpen dat God voortdurend bezig is om zijn kinderen te verlossen. Behandel het citaat van ouderling Jeffrey R. Holland, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, dat op p. 130 in het cursistenboek staat.

  • Wat is volgens ouderling Holland de betekenis van de allegorie?

  • Wat maakt ouderling Holland ons duidelijk over het verlossingswerk uit de vele verwijzingen naar spitten, bemesten, verzorgen, snoeien en enten in de allegorie?

Vraag de cursisten Jakob 5:3–9 vluchtig door te lezen en de symbolen in de allegorie vast te stellen. Verwijs hen naar het schema op p. 129 in het cursistenboek voor een uitleg van de symbolen. U kunt ook een uitreikblad of overhead van het schema maken, zodat de cursisten er gedurende de les op kunnen terugvallen.

Verdeel de cursisten in vier groepjes. Leg uit dat elk groepje de verzen gaat bestuderen waarin de Heer bepaalde handelingen verrichtte tijdens zijn bezoeken aan de wijngaard. Vraag de cursisten vast te stellen wat de Heer deed om zijn wijngaard te redden en of zij evangeliebeginselen uit deze handelingen kunnen destilleren. Schrijf het volgende op het bord en laat ruimte waarin de cursisten hun antwoorden kunnen opschrijven:

Groep 1

Jakob 5:3–14

Groep 2

Jakob 5:15–28

Groep 3

Jacob 5:29–49

Groep 4

Jakob 5:50–77

Als de groepjes de tijd hebben gehad om de toegewezen verzen door te nemen, vraagt u iemand uit elk groepje om de bevindingen van de groep op het bord te zetten.

Als de tijd het toelaat kunt u de bespreking voortzetten met een of beide van de volgende vragen:

  • De heer van de wijngaard werkte herhaaldelijk met zijn dienstknecht om zijn boom te snoeien, eromheen te spitten en te verzorgen. Wat zegt dat over Jezus Christus’ betrokkenheid bij het leven van zijn volk?

  • Wat zeggen de woorden van de landheer in de verzen 41 en 47 over de gevoelens van de Heer voor zijn volk?

U kunt op andere verzen wijzen die de liefde van de Heer voor ons illustreren, zoals de volgende:

‘Ik zal hem snoeien en eromheen spitten en hem verzorgen, opdat (…) hij niet afsterft’ (Jakob 5:4).

‘Het grieft mij deze boom te moeten verliezen’ (Jakob 5:7).

‘Wat zullen wij met de boom doen, opdat ik er weer goede vruchten van kan behouden voor mijzelf? (Jakob 5:33).

‘Ik weer vreugde in de vruchten van mijn wijngaard kan scheppen’ (Jakob 5:60).

U kunt uitleggen dat in de verzen 70–74 beginselen over zendingswerk in de laatste dagen uiteen worden gezet:

  1. In vergelijking met de wereldbevolking is het zendingsleger maar klein (zie vers 70).

  2. Wij zijn betrokken bij het werk van de Heer en Hij werkt met ons mee (zie vers 71).

  3. De werkers in het koninkrijk van de Heer zijn alleen succesvol als zij de Heer in alles leren gehoorzamen (zie vers 72).

  4. De zendelingen die aan het werk gaan, zullen wereldwijd vele kloekmoedige mensen vinden (zie vers 73).

Vraag een cursist Jakob 6:4–8 voor te lezen.

  • Op welke evangeliebeginselen legde Jakob nadruk na Zenos’ allegorie te hebben voorgelezen?

  • Hoe kan de kennis dat de Heer ‘zijn handen de gehele dag’ naar u uitstrekt (Jacob 6:4) uw waardering voor Hem doen toenemen?

lightbulbIn plaats van het voorgaande onderwijsidee te behandelen, kunt u de videopresentatie ‘De gelijkenis van de olijfboom’ (14:33), presentatie 7 op Dvd-presentaties over het Boek van Mormon laten zien. Bekijk deze film vooraf en raadpleeg daarbij de instructies voor de leerkracht in de Videolessen Boek van Mormon (bestelnummer 34810 120; ook beschikbaar op www.ldsces.org).

Jakob 5:75; 6:1–3. ‘Gezegend zijn zij die ijverig in zijn wijngaard hebben gearbeid’

lightbulbLaat de cursisten Jakob 5:75 en 6:1–3 lezen. Geef ze in overweging om aandacht te schenken aan de zegeningen die tot de dienstknechten van de Heer kunnen komen.

  • Wat zeggen deze verzen over de dienstknechten die in de wijngaard van de Heer arbeiden?

  • Wie zijn nu de dienstknechten van de Heer? Hoe ‘verzorgen’ en ‘enten’ zij?

Lees het volgende citaat van president Joseph Fielding Smith (1876–1972), de tiende president van de kerk voor:

‘[Zenos’] opmerkelijke gelijkenis beschrijft hoe [de] takken van de olijfboom (Israëlieten) naar alle delen van de aarde (de wijngaard van de Heer) gingen en in de wilde olijfbomen werden geënt (de andere volken). Aldus werd de belofte vervuld die de Heer had gedaan.

‘Nu gaan de heiligen der laatste dagen als dienstknechten in de wijngaard naar alle delen van de wereld om die vruchten te verzamelen en weg te leggen voor de tijd dat de Meester komt’ (Answers to Gospel Questions, 5 delen [1957–1966], deel 4, p. 142).

  • Hoe kunnen we de Heer bij deze laatste oogst helpen?

Jakob 7. Dankzij de woorden van de profeten en de leiding van de Heilige Geest kunnen we weerstand bieden aan verkeerde leringen

lightbulbSchrijf het volgende vóór de les op het bord of maak er een uitreikblad van.

Sherem en zijn leringen

(Jakob 7:1–7)

  • Hoe omschreef Jakob Sherem?

  • Wat was Sherems voornaamste doel?

  • Hoe succesvol was Sherem?

  • Welke tactieken of middelen gebruikte Sherem om het volk te misleiden?

  • Hoe zijn die tactieken eender aan die welke tegenwoordig worden gebruikt?

Jakob brengt Sherems verkeerde leer aan het licht

(Jakob 7:5, 8–14)

  • Wat is het volgens u dat Jakob in staat stelt de bedrieglijkheid van Sherems leringen te onderkennen, terwijl zoveel mensen zich lieten misleiden?

  • Waardoor lukte het Jakob om Sherem terecht te wijzen?

Vraag de cursisten om in Jacob 7:1–14 op zoek te gaan naar antwoorden. Als ze voldoende tijd hebben gekregen, vraagt u hun hoe zij de vragen zouden beantwoorden.

Vraag de cursisten het citaat van president Ezra Taft Benson op p. 131 in het cursistenboek op te slaan. Laat een cursist het voorlezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd DVD A iconA.

  • Waarom denkt u dat het van belang is dat we ‘de kwade plannen, strategieën en leerstellingen van de duivel in onze tijd’ kunnen doorzien?

Vraag de cursisten het citaat van president Ezra Taft Benson over misleiding doorzien op p. 132 in het cursistenboek op te slaan. Laat een cursist het voorlezen. Terwijl de cursist de drie leidraden voorleest waar we ons volgens president Benson door dienen te laten leiden, kunt u die op het bord zetten:

  1. De standaardwerken (de Schriften)

  2. Hedendaagse presidenten van de kerk, vooral de levende president

  3. De Heilige Geest

  • Hoe vertrouwde Jakob op de Heilige Geest bij zijn confrontatie met Sherem?

  • Hoe gebruikte Jakob volgens Jakob 7:10–11 de Schriften bij Sherem?

Vraag een cursist Jakob 7:23 voor te lezen. Vraag daarna een andere cursist Matteüs naar Joseph Smith 1:37 voor te lezen.

  • Hoe behoedt schriftstudie ons voor misleiding?

  • Wat kunnen we doen om onszelf tegen bedrieglijke leringen te beschermen?

Geef uw getuigenis van de liefde en waakzame zorg van de Heer voor zijn kinderen. Leg er de nadruk op dat wij, als wij op Hem, zijn dienstknechten, de Schriften en de Heilige Geest vertrouwen, dicht bij Hem kunnen blijven en misleiding kunnen voorkomen.