Instituut
Hoofdstuk 47: 4 Nephi


Hoofdstuk 47

4 Nephi

Inleiding

Door de hele geschiedenis heen zijn mensen op zoek naar geluk, vrede en voorspoed. In de Schriften wordt gewag gemaakt van twee gemeenschappen die dat bereikten: de mensen in Henochs stad Zion (zie Mozes 7) en de mensen in het Boek van Mormon die waren bezocht en onderricht door de herrezen Heiland (zie 4 Nephi 1). In 4 Nephi lezen we over een volk dat bijna tweehonderd jaar na het bezoek van de Heiland zo rechtschapen was dat er ‘stellig geen gelukkiger volk [kon] zijn onder alle volken die door de hand Gods waren geschapen’ (4 Nephi 1:16). Helaas verviel die gemeenschap na verloop van tijd tot afvalligheid. De cursisten zullen er baat bij hebben als zij de keuzes die tot tweehonderd jaar geluk leidden vergelijken met de keuzes die tot ellende leidden.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Als mensen werkelijk tot het evangelie van Jezus Christus bekeerd zijn, werken zij samen in eenheid en vrede (zie 4 Nephi 1:1–19).

  • Hoogmoed leidt tot verdeeldheid, onenigheid en afvalligheid (zie 4 Nephi 1:20–49).

Onderwijsideeën

4 Nephi 1:1–19. Als mensen werkelijk tot het evangelie van Jezus Christus bekeerd zijn, werken zij samen in eenheid en vrede

lightbulbSchrijf ‘Het gehele volk was bekeerd’ (zie 4 Nephi 1:2) op het bord.

  • Wat houdt het in om bekeerd te zijn?

Bespreek het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen (ook beschikbaar op de meegeleverde dvd DVD A iconA):

‘Door middel van een proces van bekering kunnen wij het eeuwige leven ontvangen. Zoals hier gebruikt, betekent dit woord niet alleen een overtuiging maar een diepgaande verandering van aard. (…) Uit de aanmoediging van Jezus [tot bekering] blijkt dat de bekering die Hij vereist van de mensen die het koninkrijk der hemelen binnengaan veel meer is dan slechts een bekering om van de waarheid van het evangelie te getuigen. Getuigen is weten en verklaren. Wij worden in het evangelie aangemoedigd om ons te ‘bekeren’, wat van ons vereist dat wij doen en worden’ (Conference Report, oktober 2000, pp. 41–42; of Ensign, november 2000, pp. 32–33; cursivering in origineel).

Lees 4 Nephi 1:1–2 met de cursisten.

  • Welke bewijzen staan er in deze verzen die aangeven dat het volk zich waarlijk had bekeerd? (Mogelijke antwoorden zijn: bekering, doop, de Heilige Geest ontvangen, geen woordenstrijd, en elkaar rechtvaardig behandelen.)

  • Waarom denkt u dat deze handelingen een aanwijzing zijn dat iemand zich heeft bekeerd?

Laat de cursisten in koppels of groepjes samenwerken. Vraag elk koppel of groepje 4 Nephi 1:3–18 te lezen en de aanvullende bewijzen te noteren die erop duiden dat de mensen zich hadden bekeerd. Ze kunnen bijvoorbeeld opschrijven dat de mensen alle dingen gemeenschappelijk hadden, wonderen verrichtten in de naam van Jezus Christus, de liefde van God in hun hart hadden, geen ernstige zonden begingen, en verenigd waren. Zet de bevindingen van de cursisten na een minuut of drie, vier op het bord.

  • Wat voor invloed hebben waarlijk bekeerde heiligen volgens u op hun familie en hun omgeving?

Moedig de cursisten aan de volgende vragen te overdenken:

  • In welk aspect van uw leven zou u verandering willen aanbrengen om meer bekeerd tot de Heer te raken?

  • Wat voor invloed zouden deze veranderingen op uw familie en vrienden hebben?

Leg er de nadruk op dat ware bekering vergezeld gaat van een toename in liefde en zorg voor anderen. Ware bekering leidt ertoe dat hoogmoed en twist uit ons leven verdwijnen, en plaats maken voor vrede en meer geluk.

lightbulbVraag een cursist 4 Nephi 1:17 voor te lezen.

  • Wat denkt u dat het betekent om geen ‘wat voor -ieten dan ook’ te hebben?

Leg uit dat de mensen na het bezoek van de Heiland eensgezind en in vrede leefden, omdat zij mogelijke etnische of culturele verschillen uitbanden. Zij onderscheidden zichzelf niet meer van elkaar met culturele titels zoals ‘Nephiet’ of Lamaniet’.

Lees de citaten van president James E. Faust en ouderling Richard G. Scott op pp. 362–363 in het cursistenboek. Deze citaten staan ook op de meegeleverde dvd DVD B iconB DVD C iconC.

  • Hoe kunnen we verenigd zijn met mensen uit verschillende culturen? Hoe kunnen we verenigd zijn met mensen die andere interesses of bekwaamheden hebben?

  • Waarom denkt u dat mensen die tot de Heer zijn bekeerd meer geneigd zijn tot eenheid en vrede onder elkaar?

  • Op welke manieren kunnen gevoelens van eensgezindheid van invloed zijn op een gezin? Een wijk of gemeente?

  • Wat kan volgens u bijdragen tot eensgezindheid onder gezinsleden en andere dierbaren?

4 Nephi 1:20–49. Hoogmoed leidt tot verdeeldheid, onenigheid en afvalligheid

lightbulbLeg uit dat de ideale omstandigheden in deze samenleving bijna tweehonderd jaar aanhielden. In de daaropvolgende honderd jaar veranderde de samenleving geleidelijk, doordat de mensen keuzes maakten die ertoe leidden dat zij ‘verkommerden […] van jaar tot jaar in ongeloof en goddeloosheid’ (4 Nephi 1:34). Laat de cursisten 4 Nephi 1:45–48 lezen om te zien wat de gevolgen van die keuzes waren: alle mensen werden slecht, behalve de discipelen van Jezus, de mensen stonden toe dat de rovers van Gadianton zich over het land verspreidden, en de Schriften werden voor de mensen verborgen. Zet daarna het volgende schema op het bord of toon het met een overheadprojector, maar zonder de informatie tussen haakjes.

Leg uit dat dit schema aangeeft dat de mensen door een lange reeks aan zondige keuzes geleidelijk aan afvallig werden. Lees de verzen op elke trede op het schema met de cursisten. Na elk stel verzen vraagt u de cursisten om (1) de onrechtvaardige daden en gedragingen van de mensen te noteren, alsmede (2) de evangeliebeginselen die de mensen verzaakten (voorbeelden staan tussen haakjes in het schema hieronder).Vraag een cursist als notulist op te treden en de inzichten van de cursisten op te schrijven.

  • Hoe houdt hoogmoed verband met elk van de daden in het schema?

Laat een cursist Leer en Verbonden 38:24–27 voorlezen.

  • Hoe had het naleven van deze beginselen de neerwaartse trend een halt kunnen toeroepen?

4 Nephi 1:48–49. Goddeloosheid leidt tot verlies van waardevolle zegeningen

lightbulbLees 4 Nephi 1:48–49 met de cursisten. Laat ze letten op wat verloren ging of wat de mensen werd ontzegd.

  • Waarom zou de verwijdering van de heilige geschriften een tragische gebeurtenis zijn?

  • Hoe kunnen de Schriften zoal voor ons ‘verborgen’ worden? (U kunt de cursisten eventueel vragen Alma 12:10–11 te lezen, een kruisverwijzing te maken met 4 Nephi 1:48–49, en te bespreken hoe mensen heilige zegeningen kunnen kwijtraken.)

  • Hoe kunnen heilige waarheden, zoals de Schriften en andere openbaringen, een positieve invloed hebben op ons vermogen om geestelijk te groeien?

Bespreek het volgende citaat van president Spencer W. Kimball (1895–1985), de twaalfde president van de kerk:

‘Ik heb gemerkt dat als mijn relatie met de Godheid oppervlakkig is en het erop lijkt dat God niet naar mij luistert, ik ver weg ben. Als ik mijzelf in de Schriften verdiep, wordt de afstand kleiner en keert de spiritualiteit terug. Ik merk dan dat ik intenser houd van hen die ik met heel mijn hart, verstand en sterkte moet liefhebben, en omdat ik meer van hen houd, vind ik het gemakkelijker om naar hun raad te luisteren’ (What I Hope You Will Teach My Grandchildren [toespraak tot seminarie- en instituutsleerkrachten, 11 juli 1966], p. 4).

Een gevallen volk

vers 20

(Een klein deel van het volk kwam in opstand tegen de kerk of werd afvallig. Enkele verzaakte evangeliebeginselen: eensgezindheid, toewijding aan de kerk van de Heer.)

verzen 24–26

(Sommige mensen droegen kostbare kleding, lieten anderen niet delen in hun goederen en bezit, raakten in standen verdeeld, bouwden om gewin kerken op. Enkele verzaakte evangeliebeginselen: nederigheid, naastenliefde.)

verzen 27–29

(Sommige mensen loochenden belangrijke onderdelen van het evangelie, bedienden heilige verordeningen aan wie niet waardig waren, vervolgden de leden van de kerk, en verloochenden de Christus. Enkele verzaakte evangeliebeginselen: eerbied, geloof, nederigheid, menslievendheid.)

verzen 30–34

(Sommige mensen probeerden de drie Nephitische discipelen te doden, verhardden hun hart, volgden valse priesters en profeten, en mishandelden de volgelingen van Jezus. Enkele verzaakte evangeliebeginselen: eerbied voor het leven, naastenliefde.)

verzen 35–39

(Er ontstond verdeeldheid onder het volk. De slechtste mensen verwierpen het evangelie en leerden hun kinderen Jezus Christus te verwerpen en gelovigen te haten. Enkele verzaakte evangeliebeginselen: eensgezindheid, naastenliefde, geloof.)

verzen 40–43

(De goddelozen overtroffen de rechtvaardigen in aantal, bleven zich richten op wereldse zaken, en riepen geheime eden en verenigingen in het leven. Enkele verzaakte evangeliebeginselen: nederigheid, naastenliefde, eerlijkheid.)

  • Hoe wordt ons contact met onze hemelse Vader en Jezus Christus beïnvloed als we ons in de Schriften verdiepen?

Vergelijk de mensen die zich waarlijk bekeerd hadden, aan het begin van 4 Nephi, met de mensen die goddeloos waren geworden, aan het eind van 4 Nephi. Geef uw getuigenis van de gevolgen van moedwillige ongehoorzaamheid en de gevolgen van voortdurende bekering.