Hoofdstuk 39

3 Nephi 1–7

Inleiding

Er zijn vele overeenkomsten tussen de tijd die voorafging aan het bezoek van Christus aan Amerika en de tijd die voorafgaat aan zijn wederkomst. Zo was er een toename in goddeloosheid voorafgaand aan het bezoek van de Heer aan Amerika, maar veel mensen bleven getrouw. U en uw cursisten kunnen, hoewel de goddeloosheid voorafgaand aan de wederkomst van de Heer toeneemt, tot de getrouwen behoren. Naarmate de cursisten vaststellen welke omstandigheden en gebeurtenissen in deze hoofdstukken overeenkomen met de omstandigheden en gebeurtenissen in de laatste dagen, kunnen ze zich beter voorbereiden op een getrouw leven.

Enkele leerstellingen en beginselen

Tekenen en wonderen belonen de getrouwen en verkondigen de komst van de Heiland (zie 3 Nephi 1:4–23).
Discipelen van Jezus Christus leven naar de leringen van de Heiland (zie 3 Nephi 5:13–15).
Volledige bekering stelt ons in staat tot het einde te volharden (zie 3 Nephi 6–7).

Onderwijsideeën

3 Nephi 1–7. De Nephitische geschiedenis kent vele overeenkomsten met onze tijd

Vraag een cursist het citaat van president Ezra Taft Benson op p. 300 in het cursistenboek voor te lezen. Laat de cursisten de resumés aan het begin van 3 Nephi 1–7 lezen en zoeken naar overeenkomsten met onze tijd. Vraag de cursisten wat ze hebben gevonden. Maak de cursisten in de loop van de bespreking duidelijk hoe zeer Satan vóór de komst van de Heiland tegenstand biedt. Leg uit dat wij, door 3 Nephi 1–7 te bestuderen en de daarin vervatte beginselen na te leven, de tekenen van Christus’ komst onder de Nephieten kunnen begrijpen en ons kunnen voorbereiden op zijn wederkomst.

3 Nephi 1:4–23. Tekenen en wonderen belonen de getrouwen en verkondigen de komst van de Heiland

Vraag de cursisten personen uit de Schriften te noemen die grote wonderen ervoeren als gevolg van hun geloof.

Hoe kan iemand die getrouw is door een wonder worden gesterkt?

Vraag een cursist 3 Nephi 1:4–9 voor te lezen.

Welke reden gaven de goddelozen voor het vervolgen van de rechtvaardigen, hoewel er vele grote tekenen en wonderen onder het volk gebeurden?
Waarom brengen tekenen geen verandering teweeg bij de goddelozen? (Zie LV 63:7–11.)

Vraag de cursisten 3 Nephi 1:10–14 te lezen.

Wat zei de Heiland dat Hij de wereld zou tonen door in de wereld te komen? (Zie vss. 13–14. Hij zou laten zien dat Hij alles zou vervullen wat door de profeten was gesproken en alles wat Hij vanaf de grondlegging der wereld had bekendgemaakt.)
Hoe versterkt de vervulling van een profetie geloof?

Laat een cursist 3 Nephi 1:15–21 voorlezen.

Waarom denkt u dat de ongelovigen aanvankelijk met vrees in plaats van geloof reageerden?
De tekenen van de geboorte van de Heiland brachten licht uit de hemelen op aarde. Waarom is licht een toepasselijk teken van de komst van Jezus Christus in de wereld?
Hoe brengt geloof in de Heiland licht in het leven van mensen?

Lees 3 Nephi 1:22–23.

Wat bracht na de tekenen van Jezus’ geboorte vrede in het land?

Vraag de cursisten nogmaals 3 Nephi 1:8 te lezen.

Wat leert dit vers ons over hoe we in onze tijd naar tekenen moeten uitzien?
Wat denkt u dat het betekent om ‘standvastig’ uit te zien?
Hoe kan standvastig uitzien ons voorbereiden op de wederkomst van Jezus Christus?

Maak de cursisten duidelijk dat ze niet standvastig kunnen uitzien als ze niet weten of begrijpen waarnaar ze uitzien. Moedig ze aan om voortdurend te zoeken naar profetieën over de wederkomst van Jezus Christus bij hun studie van de Schriften en extra aandacht te schenken aan de gebeurtenissen die in 3 Nephi voorkomen als model voor de laatste dagen.

Lees en bespreek 3 Nephi 1:4–9. Vraag de cursisten hoe zij zouden reageren als er soortgelijk gevaar dreigde voor de heiligen der laatste dagen in deze tijd. Laat ze over de volgende vragen nadenken:

Zou u getrouw blijven?
Hebt u ervaringen gehad waaruit u kracht zou kunnen putten om getrouw te blijven?

3 Nephi 3. De rechtvaardigen hebben geen angst voor wat de goddelozen kunnen doen

Voordat u 3 Nephi 3 behandelt, kunt u het laatste stuk van 3 Nephi 1 en geheel 3 Nephi 2 als volgt samenvatten:

Toen het volk de wonderbaarlijke tekenen van Jezus’ geboorte zag, stuurde Satan ‘vanaf dat tijdstip leugens onder de mensen’, maar ‘het merendeel van het volk [geloofde] wel, en werd […] tot de Heer bekeerd’ (3 Nephi 1:22). Maar al na een paar jaar begonnen velen van het volk, en vooral ‘het opkomende geslacht’, ‘zich steeds minder te verbazen over een teken of een wonder uit de hemel, zodat zij verstokt van hart begonnen te worden en verblind van verstand, en steeds minder gingen geloven van alles wat zij hadden gehoord en gezien’ (3 Nephi 1:30; 2:1). ‘Wegens de goddeloosheid van het volk van Nephi en hun vele twisten en onenigheden, behaalden de rovers van Gadianton vele voordelen op hen’ (3 Nephi 2:18).

Vraag de cursisten Giddianhi’s brief aan Lachoneüs in 3 Nephi 3:1–10 door te nemen. Vraag ze te letten op argumenten die Giddianhi gebruikte om Lachoneüs te intimideren of bang te maken.

Hoe gebruikt Satan tegenwoordig soortgelijke strategieën?
Hoe reageerde Lachoneüs volgens de verzen 11–12 op de brief?

Schrijf Voorbereidingen van Lachoneüs en Hedendaagse overeenkomsten op het bord. Vraag de cursisten in de verzen 12–25 op te zoeken welke voorbereidingen Lachoneüs en zijn volk troffen om veilig te zijn. Laat de cursisten hun bevindingen op het bord onder Voorbereidingen van Lachoneüs zetten. Laat de cursisten daarna onder Hedendaagse overeenkomsten aangeven hoe elke voorbereiding op onze tijd kan worden toegepast. Als ze hun ideeën op het bord hebben gezet, kan het bord er ongeveer zo uitzien:

Voorbereidingen van Lachoneüs	Hedendaagse overeenkomsten
Bad om kracht	Bidden om kracht
Lachoneüs riep het volk tot bekering	Kerkleiders roepen ons tot bekering
Bouwde sterke vestingen	Werken aan een sterk getuigenis
Vergaderde het volk op één plek	Vergaderen om kracht op te doen; vergaderen op de sabbat
Vergaderde in het midden van het land	Mijd gevaarlijke omgevingen
Bracht proviand voor het volk bijeen	Stoffelijke voorbereiding

3 Nephi 5:13–15. Discipelen van Jezus Christus leven naar de leringen van de Heiland

Vraag een cursist 3 Nephi 5:13 voor te lezen.

Schrijf Discipel van Christus op het bord.

Wat is volgens dit vers de taak van een discipel van Christus? Hoe kunnen we die taak zoal vervullen?

Terwijl de cursisten deze vraag bespreken, vraagt u hun p. 303 in het cursistenboek op te slaan. U kunt hun antwoorden eventueel op het bord zetten. (Merk op dat een discipel per definitie een volgeling is [zie LV 41:5]. Hoewel Mormon naar zichzelf als discipel verwezen kan hebben, kan hij echter ook zijn roeping als leider met apostolisch gezag, zoals de twaalf Nephitische discipelen in 3 Nephi 12:1, in gedachte hebben gehad. In 3 Nephi 5:13 verklaart Mormon dat hij het gezag heeft ontvangen om het woord van de Heer aan het volk te verkondigen.)

Waardoor liet Mormon zich bij zijn werk volgens 3 Nephi 5:14–15 motiveren en leiden?

Om de cursisten duidelijk te maken dat ook wij een roeping kunnen ontvangen om discipel te zijn, kunt u ze vragen Leer en Verbonden 4:3–5 te lezen.

Wat is er nodig om ‘tot het werk [te worden] geroepen’ — met andere woorden, om een discipel te zijn?
Wat maakt ons geschikt voor het werk?

Bied een paar cursisten de gelegenheid om te vertellen wat het voor hen betekent om een discipel van Christus te zijn.

3 Nephi 6–7. Volledige bekering stelt ons in staat tot het einde te volharden

Vraag de cursisten het citaat van ouderling Richard G. Scott op p. 306 in het cursistenboek op te slaan. (Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd A. Als u de dvd gebruikt, dient u de videoclip vooraf te bekijken, zodat u weet wanneer u op pauze wilt drukken om de clip te bespreken.

Vraag de cursisten de eerste drie alinea’s van het citaat te lezen (of te beluisteren). Voordat ze van start gaan, vraagt u de cursisten te luisteren naar antwoorden op de volgende vragen:

Hoe verschillen mensen die zijn bekeerd van wie dat niet zijn?
Hoe verschilt bekeerd zijn van een getuigenis van de waarheid krijgen?

Vraag de cursisten hun antwoorden in gedachte te houden wanneer zij 3 Nephi 6–7 bestuderen en bespreken.

Vraag een cursist 3 Nephi 5:1–3 voor te lezen. Laat de cursisten woorden opperen die de Nephieten in deze periode omschrijven. Vraag daarna een cursist 3 Nephi 7:7–8 voor te lezen, een tekst die gaat over de toestand van het volk zes jaar later. Laat de cursisten woorden opnoemen die de Nephieten na zes jaar omschrijven. Zet het volgende op het bord:

Niets kon hen ervan verhinderen voorspoed te genieten …

(zie 3 Nephi 6:4–5, 10–18, 20, 23, 27–30)

Vraag de cursisten deze verzen te doorzoeken op woorden en zinsneden die aangeven wat het volk geestelijk hinderde. Zet hun antwoorden op het bord. Maak ze duidelijk dat hoewel deze mensen eens geloofden, hun onrechtvaardige daden ertoe leidden dat ze hun getuigenis vergaten en terugkeerden tot goddeloosheid.

Keer daarna terug naar het citaat van ouderling Richard G. Scott in het cursistenboek of op de dvd. Vraag de cursisten de laatste alinea van het citaat te lezen (of te beluisteren). Laat de cursisten vaststellen welke essentiële elementen van volledige bekering hun ervoor zullen behoeden dat ze ten prooi vallen aan elementen van de samenleving die geloofsvernietigend zijn.

Moedig de cursisten aan de cyclus van bekering in hun leven vorm te geven door geloof in Jezus Christus te oefenen, zich te bekeren, en consequent gehoorzaam te zijn. U kunt tot slot uw getuigenis geven van deze beginselen en hoe ze u tot zegen zijn.