Instituut
Hoofdstuk 23: Alma 1–4


Hoofdstuk 23

Alma 1–4

Inleiding

In Alma 1 wordt ingegaan op het verschil tussen priesterschap en priesterlist. Na dit schriftuurblok te hebben bestudeerd, zijn de cursisten in staat de kenmerken van priesterlist zowel in de tijd van Alma als in hun eigen tijd te onderkennen. Bovendien behoren de cursisten te begrijpen dat priesterlist in schril contrast staat met het priesterschap van God. In Alma 2–3 lezen de cursisten de negatieve gevolgen van priesterlist in het verhaal van Amlici die de Nephitische regering omver wil werpen en koning wil worden. Het verhaal laat ook zien dat mensen die rechtvaardig omgaan met beproevingen kracht van God ontvangen. Alma’s reactie op beproevingen kan ons tot voorbeeld strekken. U kunt de cursisten duidelijk maken dat zij, evenals Alma, kracht van God kunnen ontvangen door om bijstand te bidden, geloof te oefenen, en aan hun problemen te werken. Alma 4 legt nadruk op de kracht van een onvervalst getuigenis.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Heiligen der laatste dagen moeten priesterlist mijden (zie Alma 1).

  • God zal ons sterken als we goddeloosheid weerstaan (zie Alma 2).

  • Hoogmoed wordt bestreden met een onvervalst getuigenis (zie Alma 4).

Onderwijsideeën

Alma 1. Heiligen der laatste dagen moeten priesterlist mijden

Zet vóór de les het volgende overzicht en de bijbehorende vragen op het bord:

Priesterlist

Priesterschap

Alma 1:2–6

Alma 1:26–27

Alma 1:16

Alma 13:6, 10–12

2 Nephi 26:29

Jakob 1:18–19

What is priesterlist?

Hoe gedroegen de priesters van God zich?

Deze oefening biedt de cursisten de kans om priesterlist en priesterschap met elkaar te vergelijken. Deel de klas op in twee groepjes. Laat het eerste groepje de teksten over priesterlist lezen, analyseren en bespreken, en laat het tweede groepje de teksten over priesterschap lezen, analyseren en bespreken. Vraag het eerste groepje op zoek te gaan naar een definitie van de term priesterlist en de elementen van priesterlist vast te stellen. Vraag het tweede groepje de motieven en gedragingen van priesterschapsdragers die de Heer eren vast te stellen. Als de cursisten genoeg tijd hebben gehad om de toegewezen teksten te analyseren, vraagt u iemand uit elk groepje hun bevindingen mee te delen.

Als het eerste groepje verslag over priesterlist heeft gedaan, stelt u de volgende vragen:

  • Waarom denkt u dat Nehors leringen zo populair werden? (Zie Alma 1:3–4; zie ook Helaman 13:27–28.)

  • Hoe kunnen evangelieleerkrachten beïnvloed worden als hun succes gebaseerd is op hun populariteit? Hoe kan dit van invloed zijn op hun leerstellige onderwijs?

Als het tweede groepje verslag over priesterschap heeft gedaan, stelt u de volgende vragen:

  • Hoe beschouwden de priesters de mensen die zij onderwezen volgens Alma 1:26? Waarom is deze houding belangrijk voor leerkrachten?

  • Wat zijn de overeenkomsten tussen de rechtvaardige priesters in Alma 1:25–27 en de kerkleiders en zendelingen van nu?

Stel de volgende vragen om de cursisten inzicht te geven in hedendaagse priesterlisten en de gevolgen van het toestaan van priesterlisten:

  • Wat is volgens Alma 1:12 het resultaat als priesterlisten worden toegestaan?

Priesterlist is niet beperkt tot de wereld, maar kan ook de kerk binnensluipen. U kunt de cursisten vragen de citaten van ouderling Dallin H. Oaks en ouderling David A. Bednar op p. 177 in het cursistenboek te lezen. Deze citaten maken duidelijk hoe belangrijk het is om priesterlist in onze kerkroepingen te mijden. Het citaat van ouderling Oaks staat ook op de meegeleverde dvd. A.

  • Hoe kunnen we priesterlist vermijden in onze roeping als leerkracht of leider?

Alma 2. God zal ons sterken als we goddeloosheid weerstaan.

Vraag de cursisten wanneer zij goddeloosheid hebben weerstaan, hetzij privé of in het openbaar. Vraag ze daarna de volgende vragen te overwegen. U kunt ze misschien vragen de vragen voor zichzelf te beantwoorden in plaats van in de groep.

  • Wat motiveerde u om voor waarheid en deugd te staan?

  • Wat gaf u de kracht om dat te doen?

Leg uit dat Alma 2 een verslag is over de profeet Alma en andere rechtschapen mannen en vrouwen die goddeloosheid weerstonden, zelfs in die mate dat ze bereid waren hun leven ervoor te geven. Vraag de cursisten op zoek te gaan naar de motieven van die mannen en vrouwen, alsmede naar hoe zij de kracht kregen in momenten van grote beproevingen.

Vraag de cursisten Alma 2:1–7 te lezen.

  • Wie was Amlici en op welke twee dingen zinde hij? (Zie Alma 2:2, 4. Hij wilde koning worden en hij wilde de kerk vernietigen.)

  • Hoe voorkwamen de Nephieten dat Amlici koning werd?

Behandel het volgende citaat van de profeet Joseph Smith over de plicht van heiligen der laatste dagen om een invloed ten goede te zijn in hun woonomgeving:

‘Het is onze plicht om alles wat gezond en goed is geliefd te maken, en alles wat ongezond en slecht is ongeliefd te maken’ (History of the Church, deel 5, p. 286).

  • Op welke manieren kunnen we ‘alles wat gezond en goed is geliefd […] maken’?

Vat de inhoud van Alma 2:8–14 samen door uit te leggen dat Amlici zijn volgelingen bijeenbracht, hen zover kreeg dat zij hem tot koning maakten, en ten strijde trok tegen de Nephieten om zijn persoonlijke verlangens te verwezenlijken.

  • Hoeveel mensen vonden de dood als gevolg van Amlici’s verlangen naar het koningschap? (Zie Alma 2:19.) Hoe verhoudt dit zich tot de waarschuwing van koning Mosiah in Mosiah 29:17, 21?

Laat de cursisten in Alma 2:15–18, 28–31 vluchtig naar de woorden kracht of versterkt zoeken.

  • Waarom verstrekte de Heer de Nephieten volgens Alma 2:28?

  • Waarom denkt u dat onze hemelse Vader ons soms versterkt tegen goddeloosheid in plaats van de invloed uit ons leven weg te nemen?

Laat een cursist Alma 2:29–31 voorlezen. Vraag de cursisten aan te geven hoe we Alma’s handelingen in deze verzen tot voorbeeld kunnen nemen als goddeloosheid zich aan ons opdringt.

Getuig dat de Heer ons zal sterken tegen tegenwerking wanneer we pal staan voor waarheid en gerechtigheid.

Alma 3. Soms scheiden mensen zich van de rechtvaardigen af door hun uiterlijk te veranderen

Leg uit dat de Amlicieten hun uiterlijk veranderden om zich met de Lamanieten te vereenzelvigen. Laat een cursist Alma 3:4–5 lezen.

  • Wat veranderden de Amlicieten aan hun uiterlijk?

  • Waarom denkt u dat ze zich wilden onderscheiden van de Nephieten?

  • Wat doen mensen tegenwoordig met hun uiterlijk om zich te onderscheiden van de rechtschapenen?

Als u tatoeages in de bespreking wilt brengen (of als de cursisten dat doen) laat u een plaat van een tempel zien. Laat zo mogelijk de tempel zien die het dichtst in de buurt is.

  • Hoe zou u zich voelen als u graffiti op het huis des Heren zag?

De cursisten dienen te begrijpen dat hun lichaam heilig is voor de Heer, zoals de tempels die we bouwen. President Gordon B. Hinckley (1910–2008), de vijftiende president van de kerk, heeft verklaard: ‘Een tatoeage is graffiti op de tempel van het lichaam’ (Liahona, november 2000, p. 67). Bespreek de volgende raad in Voor de kracht van de jeugd om de cursisten te behoeden voor wereldse trends zoals het ontsieren van hun lichaam:

‘Je lichaam is Gods heilige schepping. Respecteer het als een gave van God, en ontheilig het op geen enkele wijze. Door middel van je kleding en uiterlijk kun je de Heer laten zien dat je weet hoe bijzonder je lichaam is. Je kunt laten zien dat je een discipel van Jezus Christus bent.’ (Voor de kracht van de jeugd: onze plicht jegens God vervullen [boekje, 2001], p. 14.)

U kunt de cursisten ook vragen het citaat van president Gordon B. Hinckley op p. 180 in het cursistenboek te lezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd B.

Stel de volgende vragen. Laat de cursisten hun antwoorden op de vragen overdenken zonder ze uit te spreken.

  • Welke signalen stuurt u uit met uw wijze van kleden en de ontsiering van uw lichaam?

  • Hoe is uw wijze van kleden een weerspiegeling van wat u vanbinnen bent?

  • Welke andere factoren in kleding en voorkomen laten zien dat u een discipel van Jezus Christus bent? (U kunt er ook voor kiezen de cursisten hun antwoorden op deze vraag te laten geven. U kunt de cursisten vragen het citaat van ouderling M. Russell Ballard op p. 180 in het cursistenboek te lezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd C.)

Getuig van de heiligheid van het lichaam. Vraag de cursisten de raad van de hedendaagse profeten op te volgen in hun keuzes over kledingwijze en voorkomen.

Alma 4. Hoogmoed wordt met een onvervalst getuigenis bestreden

Vraag de cursisten Alma 4:6–12 te lezen en vast te stellen welke uitwerking hoogmoed had op de kerkleden.

  • Waaruit bleek dat er hoogmoed onder de kerkleden was? (U kunt de antwoorden van de cursisten eventueel op het bord zetten.)

  • Welke uitwerking had de hoogmoed van de kerkleden op andere mensen?

  • Wat kunnen andere mensen, op basis van de daden van deze kerkleden, gedacht hebben over hun geloofsopvattingen?

Geef de cursisten een of twee minuten de tijd om na te denken over de volgende vraag:

  • Als iemand u gadesloeg maar u niet zo goed kende, welke conclusies zou die persoon dan trekken over uw geloofsopvattingen?

Als de cursisten de tijd hebben gekregen om na te denken, stelt u de volgende vraag:

  • Op welke manieren kan deze vraag uw leven beïnvloeden?

Als profeet en opperrechter maakte Alma zich zorgen over de hoogmoed van de kerk en hij wilde hun hoogmoed uitroeien (zie Alma 4:19). Vraag vijf cursisten Alma 4:15–19 voor te lezen, één vers per cursist.

  • Wat zegt de zinsnede ‘onder druk te zetten met een onvervalst getuigenis’ over hoe Alma onderwees?

Als de hogepriester van de kerk gaf Alma zijn getuigenis, dat bestond uit een waarschuwing en vermaning, alsmede een verkondiging van de waarheid. Als lid van de kerk bestaat ons ‘onvervalste getuigenis’ vaak alleen uit een bevestiging van wat wij weten dat waar is. Om nadruk te leggen op wat het betekent een onvervalst getuigenis te geven, kunt u de cursisten vragen de citaten van ouderling M. Russell Ballard en president Howard W. Hunter op pp. 182–183 in het cursistenboek te lezen. Het citaat van ouderling Ballard staat ook op de meegeleverde dvd D.

  • Waarom denkt u dat een onvervalst getuigenis de kracht heeft om hoogmoed uit te roeien?

  • Hoe bent u beïnvloed door mensen die een onvervalst getuigenis van het evangelie hebben gegeven?

Overweeg het volgende citaat van president Spencer W. Kimball (1895–1985), de twaalfde president van de kerk, te bespreken over wat het wil zeggen een onvervalst getuigenis te geven:

‘Vermaan elkaar niet; dat is geen getuigenis. Zeg niet hoe anderen moeten leven. Vertel gewoon over uw gevoelens. Dat is het getuigenis. Op het moment dat u tot anderen begint te preken, is uw getuigenis voorbij. Vertel ons gewoon wat u voelt, wat uw verstand en hart en elke vezel van uw wezen u zeggen.’ (The Teachings of Spencer W. Kimball, samengesteld door Edward L. Kimball [1982], p. 138).

Afdrukken