Hoofdstuk 50
Ether 1–5
Inleiding
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de ervaring die de broeder van Jared met de Heiland had ‘een van de belangrijkste momenten uit de opgetekende geschiedenis is, en zeker een van de belangrijkste momenten uit de opgetekende geloofsgeschiedenis. Zij vestigt de broeder van Jared immer als een van de grootste profeten Gods’ (Christ and the New Covenant: The Messianic Message of the Book of Mormon [1997], p. 17). Deze hoofdstukken gaan in op de zegeningen die de vroege Jareditische kolonie ontving ten gevolge van het geloof en de gebeden van de broeder van Jared. De cursisten zullen door Ether 1–5 te bestuderen en te bespreken hun eigen gebeden kunnen evalueren en uit kunnen zien naar de zegeningen die ze krijgen door geloof in de Heer te oefenen. Dit schriftuurblok biedt aan het eind inzicht in de komst van het Boek van Mormon en de getuigen die werden gekozen om ervan te getuigen.
Enkele leerstellingen en beginselen
-
De gebeden van de getrouwen kunnen goddelijke leiding en redding brengen (zie Ether 1:34–43; 2:5–25).
-
De Heer verwacht van ons dat we al het mogelijke doen om onze problemen op te lossen (zie Ether 2:16–25; 3:1–5).
-
Groot geloof kan ons in de tegenwoordigheid van de Heer brengen (zie Ether 3–4).
-
De Heer benoemde drie getuigen om te getuigen van het Boek van Mormon (zie Ether 5).
Onderwijsideeën
Ether 1:34–43; 2:5–25. De gebeden van de getrouwen kunnen goddelijke leiding en redding brengen
Zet het volgende vóór de les op het bord:
Geef de cursisten de gelegenheid te vertellen wanneer zij voor problemen stonden en hulp ontvingen na oprecht gebeden te hebben. Dank ze voor hun inbreng en leg uit dat ze vandaag een soortgelijk verhaal uit het leven van de broeder van Jared zullen bestuderen.
Vraag een cursist Ether 1:33 voor te lezen. Vraag een cursist daarna kort weer te geven wat er bij de toren van Babel is gebeurd.
-
Als u erbij was geweest, wat was dan uw grootste zorg geweest over de verstrooiing van de mensen en de verwarring van de taal?
Schrijf Ether 1:34–43 op het bord. Laat de cursisten deze verzen lezen en naar antwoorden zoeken op de drie vragen op het bord. Als ze klaar zijn, vraagt u hen naar hun antwoorden.
Om de cursisten deze beginselen te laten toepassen, vraagt u hun de tweede ‘voorgestelde oefening’ op p. 388 in het cursistenboek te maken. Overweeg de volgende vragen als onderdeel van de opdracht te stellen:
-
Hoe kunnen we onze gebeden verbeteren?
-
Hoe is onze gehoorzaamheid van invloed op onze gebeden? Hoe zou ongehoorzaamheid onze gebeden beïnvloeden?
Vraag een cursist Ether 2:14 en de eerste zin van vers 15 voor te lezen.
-
Welk kwaad had de broeder van Jared bedreven?
-
Wat kunnen we uit deze verzen leren?
-
Waarom wil God dat we vaak tot Hem bidden?
Schrijf kastijden op het bord. Lees Leer en Verbonden 95:1 voor en vraag de cursisten te letten op redenen waarom de Heer ons kastijdt. Maak de cursisten duidelijk dat God ons kastijdt omdat Hij van ons houdt. U kunt de cursisten ook vragen de citaten van de ouderlingen Jeffrey R. Holland en Neal A. Maxwell, van het Quorum der Twaalf Apostelen te lezen, die op pp. 384–385 in het cursistenboek staan. Geef uw getuigenis van de kracht van gebed en de zegeningen die we door gebed kunnen ontvangen.
Ether 2:16–25; 3:1–5. De Heer verwacht van ons dat we al het mogelijke doen om onze problemen op te lossen
Vraag de cursisten Ether 2:18–19 te lezen. Vraag ze te zoeken naar drie problemen die de broeder van Jared voor de Heer bracht.
-
Wat waren de drie problemen? (De boten hadden geen licht, de mensen zouden niet weten waar ze de boten naartoe moesten sturen, en de mensen zouden in de boten geen lucht meer kunnen krijgen.)
Leg uit dat onze hemelse Vader gebeden op verschillende manieren beantwoordt. Vraag vervolgens een cursist Ether 2:20 voor te lezen.
-
Hoe beantwoordde de Heer de vraag over het gebrek aan lucht in de boten?
Vraag een andere cursist Ether 2:22–25 voor te lezen.
-
Wat kwam de broeder van Jared te weten over de besturing van de boten? (De mensen hoefden zich geen zorgen te maken over de besturing van de boten. De Heer zou hen over de zee brengen door wind en ‘watervloeden’ te sturen. Zie ook Ether 6:4–8.)
-
Wat zei de Heer over licht hebben in de boten?
-
Wat kunnen we leren uit het verzoek van de Heer aan de broeder van Jared om met een oplossing voor het probleem te komen? (Antwoorden kunnen zijn dat de Heer van ons verwacht dat we onze keuzevrijheid, onze intelligentie en ons geloof gebruiken; dat Hij ons enige verantwoordelijkheid geeft; en dat Hij soms wil dat we ons eigen plan trekken en ons zo toestaat te groeien.)
Vraag een cursist Ether 3:1–5 voor te lezen.
-
Wat deed de broeder van Jared om licht in de boten te brengen?
De cursisten kunnen op basis van hun bespreking met de volgende antwoorden komen: de broeder van Jared bestudeerde het probleem. Hij vond een oplossing. Hij zorgde voor stenen, maar kon de stenen niet laten schijnen — daarvoor had Hij de hulp van de Heer nodig. Toen ging hij terug naar de Heer voor een bevestiging van zijn plan.
Vraag de cursisten het citaat van president Harold B. Lee op p. 384 in het cursistenboek te lezen.
-
Hoe kunt u deze raad toepassen?
Ether 3–4. Groot geloof kan ons in de tegenwoordigheid van de Heer brengen
Lees Ether 3:6–14 klassikaal, waarbij de cursisten om de beurt een of twee verzen voorlezen.
-
Het geloof van de broeder van Jared bracht hem in de tegenwoordigheid van de Heer. Welk soortgelijk voorrecht wordt ons in Ether 4:7 beloofd?
Zet het volgende schema op het bord:
Wat deed de broeder van Jared? |
Wat moeten wij doen? |
Laat de ene helft van de klas Ether 3:4–26 lezen en op zoek gaan naar wat de broeder van Jared deed waardoor hij de Heiland zag. Vraag ze ook om zijn handelingen in Ether 1–2 te overwegen. Laat de andere helft van de klas Ether 4:4–19 lezen en op zoek gaan naar wat Moroni ons aanraadde te doen om de ‘sluier van ongeloof’ (vs. 15) doormidden te scheuren. De zinsnede ‘sluier van ongeloof’ geeft aan hoe ongeloof ons van God kan scheiden.
Vraag de cursisten na verloop van tijd wat ze te weten zijn gekomen. Zet hun antwoorden op het bord.
-
Welke overeenkomsten zijn er tussen de twee lijsten?
Laat een cursist Alma 19:6 voorlezen.
-
Hoe werd de ‘sluier van ongeloof’ van Lamoni’s geest afgeworpen? (Voeg de antwoorden van de cursisten toe aan de rechterkant van het bord.)
Vraag een cursist Leer en Verbonden 67:10 voor te lezen.
-
Welke aanvullende raad heeft de Heer gegeven waarmee we de sluier van ongeloof kunnen afwerpen? (Voeg de antwoorden van de cursisten toe aan de rechterkant van het bord.)
Vraag de cursisten te overwegen hoe de raadgevingen op het bord hun kunnen helpen dichter bij de Heer te komen. U kunt ze aanmoedigen om hun ideeën hieromtrent op te schrijven.
Geef uw getuigenis over hoe het plan dat de Heer met ons voor heeft van lieverlee duidelijk wordt naarmate we meer geloof in Hem oefenen. De Heer heeft beloofd dat als we rechtschapen zijn, geloof in Hem oefenen, en onze verbonden nakomen, de dag zal komen dat we Hem zullen zien en in zijn tegenwoordigheid zullen leven.
Laat de cursisten Ether 3:6–15 bestuderen, individueel of als koppels. Vraag ze de evangeliewaarheden op te schrijven die de broeder van Jared leerde of bevestigd kreeg tijdens zijn ervaring in de tegenwoordigheid van de Heer. Ze kunnen die waarheden eventueel in hun Schriften markeren. Vraag de cursisten na verloop van tijd te vertellen wat hun bevindingen zijn. U kunt hun antwoorden eventueel op het bord zetten.
Hun antwoorden kunnen onder andere bestaan uit:
Als cursisten vragen over vers 14 hebben, kunt u hen doorverwijzen naar de toelichting bij Mosiah 15:1–7 op p. 157 in het cursistenboek. Als cursisten vragen hebben over vers 15, kunt u hen doorverwijzen naar het citaat van ouderling Jeffrey R. Holland op pp. 385–386 in het cursistenboek.
-
Hoe kan het verslag over de broeder van Jared ons getuigenis versterken?
Ether 5. De Heer benoemde drie getuigen om te getuigen van het Boek van Mormon
Vraag de cursisten Ether 5:2–4, Leer en Verbonden 5:11–15 en Leer en Verbonden 17:1–6 te lezen en kruisverwijzingen te maken van deze teksten.
-
Hoe heetten de drie getuigen van het Boek van Mormon?
Vraag de cursisten de inleiding in het Boek van Mormon op te slaan. Laat een cursist het getuigenis van drie getuigen voorlezen.
Lees de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith voor, die hij deed aan zijn vader en moeder kort na zijn ervaring met de drie getuigen:
‘Vader! Moeder! (…) U weet niet hoe blij ik ben. De Heer heeft ervoor gezorgd dat drie andere mensen dan ikzelf de platen hebben gezien, en zij hebben een engel gezien, en zullen moeten getuigen van de waarheid van wat ik heb gezegd, want zij weten nu zelf dat ik er niet op uit ben om de mensen te misleiden. En ik heb het gevoel dat ik van een verschrikkelijke last ben bevrijd die ik bijna niet kon verdragen. Maar nu zullen zij een deel ervan moeten dragen, en het verheugt mijn ziel dat ik niet meer helemaal alleen in de wereld ben’ (geciteerd in Leringen van kerkpresident: Joseph Smith [2007], p. 127).
-
Waarom denkt u dat de profeet zo blij was na zijn ervaring met de drie getuigen?
Vraag de cursisten Ether 5:2–4 te lezen en vier verschillende getuigen van het Boek van Mormon te markeren. (Zie p. 387 in het cursistenboek voor meer inzicht in die getuigen.)
Laat de cursisten het citaat van ouderling Dallin H. Oaks op p.387 in het cursistenboek lezen. Dit citaat staat ook op de meegeleverde dvd A.
-
Hoe kunt u een getuige van het Boek van Mormon zijn?
-
Hoe kan uw getuigenis van het Boek van Mormon van invloed zijn op andere mensen?
Geef tot slot uw getuigenis van het Boek van Mormon.