Hoofdstuk 48

Mormon 1–6

Inleiding

Hoewel de eerste zes hoofdstukken van Mormon tragische beelden schetsen over het conflict tussen de Lamanieten en Nephieten en de grote goddeloosheid onder het volk, bevatten ze ook een boodschap van hoop. De cursisten bestuderen, overdenken en bespreken het leven en de leringen van Mormon en kunnen zo tot getrouwheid geïnspireerd worden, zelfs nu de wereld slechter wordt.

Enkele leerstellingen en beginselen

• Het is mogelijk om ondanks grote goddeloosheid rechtschapen te zijn (zie Mormon 1–2).

• Het Boek van Mormon getuigt van Christus (zie Mormon 3:17–22; 5:12–14).

• ‘De oordelen Gods zullen over de goddelozen komen’ (zie Mormon 4; 6).

Onderwijsideeën

Mormon 1:1. Het woord Mormon

Herinner de cursisten eraan dat de Heiland zijn Nephitische discipelen vertelde dat zijn kerk zijn naam moest dragen (zie 3 Nephi 27:1–12; zie ook hoofdstuk 46 in dit boek). Veel mensen bezigen echter de frase ‘mormoonse kerk’ in plaats van de officiële naam van de kerk en noemen de heiligen der laatste dagen mormonen.

• Wat is er, hoewel we de voorkeur geven aan de officiële naam van de kerk, positief aan het woord mormoon?

Vraag de cursisten tijdens de bespreking p. 366 in het cursistenboek op te slaan. Vraag een cursist het citaat van de profeet Joseph Smith voor te lezen, en vraag een paar andere cursisten om de beurt een alinea uit het citaat van president Gordon B. Hinckley voor te lezen.

• Hoe zijn die citaten op ons als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen van toepassing?

Mormon 1–2. Het is mogelijk om ondanks grote goddeloosheid rechtschapen te zijn

Indien u over een recent dagblad beschikt, laat u die zien. Wijs op koppen die goddeloosheid aanduiden, maar vestig de aandacht van de cursisten niet op zaken die zouden kunnen afdoen aan de invloed van de Geest. Bespreek kort de uitdagingen waar jongvolwassenen voor staan.

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord:

• Mormon 1:13–14, 18–19

• Mormon 2:8

• Mormon 2:13–15

Vraag iedere cursist op basis van deze schriftteksten een krantenkop te maken. Laat de cursisten na verloop van tijd hun krantenkoppen uitleggen.

Leg uit dat er te midden van deze goddeloosheid een jongeman was, Mormon genaamd, die rein en sterk bleef. Vraag de cursisten Mormon 1:1–2, 15; 2:1–2 te lezen.

• Welke goede eigenschappen had Mormon? Hoe denkt u dat deze eigenschappen hem geholpen hebben om getrouw aan God te blijven?

• Wat betekent het voor u om ‘de goedheid van Jezus’ te smaken en te kennen? (Mormon 1:15).

Lees het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley (1910–2008), de vijftiende president van de kerk voor:

‘Leid uw leven volgens de beginselen van het evangelie. U leeft in een tijd waarin er zoveel vuilheid is. Daar moet u zich niet toe verlagen. U moet er bovenuit stijgen. U moet de kracht hebben om de rug te rechten en er nee tegen te zeggen. Als u dat doet, beloof ik u dat wie u eigenlijk voor hun manier van leven hadden willen winnen, zullen wensen dat zij er ook boven hadden gestaan’ (Teachings of Gordon B. Hinckley [1997], p. 716).

• Wat heeft u geholpen om ondanks goddeloosheid rechtschapen te blijven?

• Wat kunnen wij leren en toepassen uit het voorbeeld van Mormon?

Mormon 2:10–14. ‘Hun droefheid was niet tot bekering’

Laat een cursist Mormon 2:10–14 voorlezen.

• Hoe verschilt de droefheid waarop Mormon hoopte van de droefheid die hij gadesloeg?

Maak de cursisten duidelijk dat de mensen niet bedroefd waren omdat ze berouw hadden over wat ze gedaan hadden; zij waren bedroefd omdat ze niet blij waren met de gevolgen van hun zonden. U kunt verwijzen naar de citaten van ouderling Neal A. Maxwell en president Ezra Taft Benson op p. 367 in het cursistenboek.

Mormon 2:14–15. ‘De dag van genade [was] voorbij’

Vertel de volgende hedendaagse gelijkenis: Een jongeman die op het land werkte, bezeerde zijn been. Hij hinkte naar huis, verzorgde de wond en ging op bed liggen rusten. Zijn vader raadde hem aan ermee naar de dokter te gaan. De jongeman vond echter dat de wond vanzelf zou helen. In de daaropvolgende dagen verslechterde zijn toestand en werd de pijn erger, maar toch weigerde hij medische hulp in te roepen. Laat in de middag begon hij zich echt heel ziek te voelen. Hij zag dat zijn been helemaal verkleurd was. Die avond kreeg hij hoge koorts en begon te ijlen. Hij stierf vroeg in de ochtend.

Vraag de cursisten de gelijkenis in verband te brengen met Mormon 2:14–15. Overweeg de volgende discussievragen te stellen:

• Wie stelt de jongeman voor? (De Nephieten.)

• Voor wie staat de vader? (Mormon.)

• Voor wie staat de dokter? (De Heer.)

• Wanneer was het te laat voor de jongeman? (Waarschijnlijk toen hij hoge koorts kreeg en begon te ijlen.) Hoe houdt dit verband met de Nephieten?

• Mormon verklaarde dat ‘de dag van genade voor [de Nephieten] voorbij was’ (Mormon 2:15). Wat was volgens vers 14 de reden dat zij in deze staat verzeild waren geraakt?

Verwijs de cursisten naar het citaat van president Spencer W. Kimball op p. 368 in het cursistenboek. Maak de cursisten duidelijk dat de Heer barmhartig is en verlangt dat we ons bekeren, maar dat we dat wel met een gebroken hart en een verslagen geest doen. De Nephieten wilden zich niet bekeren en konden dus geen vergiffenis ontvangen. Getuig dat we de zegen van vergiffenis kunnen krijgen als we ons voor de Heer vernederen.

Mormon 3:17–22; 5:12–14. Het Boek van Mormon getuigt van Christus

Vraag de cursisten in koppels te werken en Mormon 3:17–22 te lezen en te bespreken. Als ze voldoende tijd hebben gehad, stelt u de volgende vragen en laat u de cursisten antwoorden op basis van hun koppelbespreking:

• Tot wie spreekt Mormon in deze verzen?

• In vers 21 uit Mormon de hoop dat de toekomstige lezers ‘het evangelie van Jezus Christus zul[len] geloven’. Wat is het verband tussen het evangelie, het Boek van Mormon, en Jezus Christus?

Vraag de cursisten Mormon 3:20–22 door te nemen en ook Mormon 5:12–14 te lezen.

• Waarom hebben Mormon en andere profeten geschreven?

• Hoe heeft het Boek van Mormon u geholpen om ‘het evangelie van Jezus Christus [te] geloven’?

• Hoe heeft het Boek van Mormon uw getuigenis van Jezus Christus versterkt?

• Hoe heeft u het Boek van Mormon andere mensen tot zegen zien zijn?

Mormon 4; 6. ‘De oordelen Gods zullen over de goddelozen komen’

Laat de cursisten Mormon 4:5, 10–12 lezen.

• Wat kunnen we uit deze verzen leren?

Zeg de cursisten dat ze nu de gevolgen van de laatste veldslag van de Nephieten gaan lezen — een voorbeeld van hoe de oordelen Gods over de goddelozen komen. Laat de cursisten om de beurt een vers lezen in Mormon 6:11–15 en bijhouden hoeveel Nephieten er in deze veldslag zijn gesneuveld. (Er sneuvelden ongeveer 230 duizend Nephitische soldaten. Leg uit dat er nog veel meer mensen omkwamen — de Lamanitische krijgers worden in deze verzen niet meegeteld, noch wordt er gewag gemaakt van de vrouwen en kinderen aan beide zijden die als gevolg van de strijd omkwamen.)

Vraag een cursist Mormon 6:16–22 voor te lezen. Of lees deze verzen zelf voor en vraag de cursisten mee te lezen.

Vraag de cursisten te overwegen wat de val van de hele Nephitische natie teweeg heeft gebracht. Vraag ze daarna Moroni 8:27 en Leer en Verbonden 38:39 te lezen.

• Wat kunnen we uit de ondergang van de Nephieten leren?

Tot slot van dit onderdeel kunt u ‘O gij schonen’ laten zien, presentatie 19 op Dvd-presentaties over het Boek van Mormon (bestelnummer 54011 120).

Mormon 5:22–24. Wij zijn in Gods handen

Laat de cursisten het citaat van ouderling W. Craig Zwick op pp. 370–371 in het cursistenboek opslaan (ook beschikbaar op de meegeleverde dvd A). Leg uit dat ouderling Zwick voorafgaand aan deze verklaring de volgende woorden uit Mormon 5:23 citeerde: ‘Weet gij niet dat gij in Gods handen zijt? Weet gij niet dat Hij alle macht bezit?’

Vraag de cursisten naar hun handpalmen te kijken terwijl u het citaat van ouderling Zwick voorleest (of terwijl een cursist dat doet).

Vraag de cursisten vervolgens de vier sleutels op te noemen die we volgens ouderling Zwick nodig hebben om ‘onze hand in [Gods hand] te leggen’ en te ‘voelen hoe Hij ons opheft tot hoogten die onbereikbaar zijn voor ons alleen.’ Zet de vier sleutels op het bord:

• Leren

• Luisteren

• De Geest zoeken

• Altijd bidden

Vraag de cursisten deze vier sleutels op te schrijven. Moedig hen aan om hun leven vóór de volgende les op die vier gebieden onder de loep te nemen.

Rond de les af door uw hoop te verwoorden dat de de cursisten Mormons voorbeeld volgen — dat zij zich onderwerpen aan de hand van God en ernaar streven zijn wil te doen.