Instituut
Hoofdstuk 55: Moroni 8–9


Hoofdstuk 55

Moroni 8–9

Inleiding

Dit schriftuurblok bestaat uit twee brieven die Mormon aan zijn zoon Moroni heeft geschreven. In de eerste brief richt Mormon zich op de barmhartigheid Gods en hoe de verzoening van Jezus Christus kleine kinderen redt. Maak de cursisten duidelijk dat kleine kinderen door de verzoening gezond zijn en geen doop nodig hebben (zie Moroni 8:8–12). Wanneer u aan het eind van de brief komt, kunt u uw cursisten duidelijk maken dat zij, als zij naar de eerste beginselen en verordeningen van het evangelie leven, in rechtschapenheid verankerd zijn en voorbereid om in de tegenwoordigheid van God terug te keren.

In de tweede brief betreurt Mormon de verderfelijke toestand van de Nephieten en de Lamanieten uit zijn tijd, en voegt daar woorden van raad en troost aan toe voor hen die rechtschapen blijven in moeilijke tijden. Mormon en Moroni bleven getrouw te midden van ernstige zonden. Mormons brieven bieden een uitstekende gelegenheid om nadruk te leggen op een toegewijd en rechtschapen leven, ongeacht de goddeloosheid om ons heen.

Enkele leerstellingen en beginselen

  • Kleine kinderen hebben geen doop nodig omdat zij ‘levend in Christus’ zijn (zie Moroni 8:4–24).

  • Geloof in Christus, bekering, doop, en de gave van de Heilige Geest leiden tot God (zie Moroni 8:25–26).

  • Toorn verwijdert ons van de Geest des Heren (zie Moroni 9:1–21).

  • Jezus Christus zal ons, naar ons geloof, verheffen, zelfs als er grote goddeloosheid heerst (zie Moroni 9:22–26).

Onderwijsideeën

Moroni 8:4–24. Kleine kinderen hebben geen doop nodig omdat zij ‘levend in Christus’ zijn

Vraag de cursisten wanneer zij voor het laatst een pasgeboren baby hebben vastgehouden. Vraag ze onder woorden te brengen welke gevoelens de ervaring teweegbracht of met welke woorden zij de pasgeborene zouden omschrijven.

Laat een cursist Leer en Verbonden 29:46–47 voorlezen. Laat de cursisten deze verzen in hun eigen woorden uitleggen.

Vertel de cursisten dat Mormon, terwijl de Nephitische samenleving steeds goddelozer werd, een brief aan zijn zoon Moroni schreef aangaande de woordenstrijd in de kerk over de babydoop.

Vraag de cursisten Moroni 8:4–24 te lezen en de aanwijzingen te markeren die zij vinden over kleine kinderen en de verzoening van Jezus Christus. Laat ze daarna individueel, in koppels of in groepjes zoveel mogelijk redenen opschrijven waarom kleine kinderen geen doop nodig hebben. Om ze op weg te helpen, kunt u Moroni 8:8 voorlezen en Kleine kinderen zijn gezond op het bord zetten.

Als de cursisten de tijd hebben gehad om de verzen 8–24 te lezen, vraagt u hen hun redenen aan elkaar te vertellen.

  • Hoe maken die redenen Gods barmhartigheid duidelijk?

  • Wat kunnen we leren uit de woorden van Mormon over hen die ‘geen wet hebben’? (Zie Moroni 8:22.)

Om de cursisten de betekenis van deze verzen duidelijk te maken, kunt u de onderstaande uitleg gedeeltelijk of helemaal behandelen:

‘Kleine kinderen (…) zijn niet in staat om zonde te bedrijven’ (Moroni 8:8). Waarom niet? Zij zijn niet verantwoordelijk jegens de Heer (zie LV 29:47). Als ze iets verkeerd doen, wordt hun handeling niet als zonde aangemerkt. De verzoening van Jezus Christus sluit de overtredingen in van ontoerekeningsvatbare mensen.

‘De vervloeking van Adam [is] van hen weggenomen in [Christus]’ (Moroni 8:8). Adams overtreding bracht de lichamelijke dood (scheiding van lichaam en geest) en de geestelijke dood (verbanning uit Gods tegenwoordigheid) voor het hele mensdom teweeg. Door middel van de verzoening heeft Jezus Christus deze twee soorten dood overwonnen — iedereen zal opstaan en allen keren naar God terug om te worden geoordeeld. (Zie Helaman 14:15–19; Mormon 9:12–13.) Kleine kinderen worden getroffen door de val, maar de verzoening verlost hen — en alle mensen — van de val. Kleine kinderen worden niet gestraft voor Adams overtreding (zie Geloofsartikelen 1:2).

‘Het [is] ernstige spotternij voor het aangezicht van God om kleine kinderen te dopen’ (Moroni 8:9). Waarom? Aangezien de verzoening de overtredingen van ontoerekeningsvatbare kinderen insluit, zou hun doop blijk geven van een gebrek aan geloof in de kracht van de verzoening. Mormon verklaart dat we alleen mensen moeten dopen die ‘in staat [zijn] om zonde te bedrijven’ (Moroni 8:10).

‘Kleine kinderen kunnen zich niet bekeren’ (Moroni 8:19). Bekering is voor mensen die toerekeningsvatbaar zijn. Kinderen die jonger zijn dan acht en verstandelijk gehandicapten met een mentale leeftijd van minder dan acht jaar hebben geen bekering nodig.

Getuig van de liefde en barmhartigheid van onze hemelse Vader en Jezus Christus, dat ze de verlossing van kleine kinderen en verstandelijk gehandicapten mogelijk hebben gemaakt.

Moroni 8:25–26. Geloof in Christus, bekering, doop, en de gave van de Heilige Geest leiden tot God

Breng een stok mee naar de klas met aan het ene uiteinde een label daden en aan het andere uiteinde een label gevolgen. Ter introductie van Moroni 8:25–26 pakt u de stok vast aan het uiteinde met het label daden. Zie erop toe dat de cursisten zien dat als u het ene uiteinde oppakt u ook het andere uiteinde oppakt. Vraag de cursisten het beginsel te benoemen dat met dit aanschouwelijk onderwijs wordt gedemonstreerd. (Daden worden altijd gevolgd door gevolgen.)

Vraag de cursisten voorbeelden te geven van positieve en negatieve keuzes die mensen maken en hoe die keuzes van invloed zijn op hun toekomst.

  • Wat is het best mogelijke resultaat van al uw daden op aarde?

Leg uit dat Mormon in Moroni 8:25–26 een opsomming geeft van goede keuzes en hun gevolgen. Laat een cursist de verzen voorlezen. Laat de overige cursisten letten op daden en gevolgen in deze verzen. Zet deze op het bord en teken er pijlen tussen zoals in het volgende schema is gedaan. (U kunt een of twee voorbeelden laten zien voordat de cursist de verzen leest.)

Bekering en geloof →

Doop en de geboden volbrengen

De geboden volbrengen →

Vergeving van zonden

Vergeving van zonden →

Zachtmoedigheid en nederigheid van hart

Zachtmoedigheid en nederigheid van hart →

Bezoek van de Heilige Geest

Bezoek van de Heilige Geest →

Hoop en volmaakte liefde, welke liefde standhoudt door ijverig te bidden, totdat het einde komt, wanneer we bij God zullen wonen

  • Op welke manieren leiden deze daden tot de zegeningen die Mormon opnoemt?

  • Op wat voor manieren zijn de beginselen die op het bord staan een cyclus in plaats van een enkele gebeurtenis?

Herinner de klas eraan dat er in Moroni 8:22 staat dat ‘kleine kinderen’ en zij die ‘geen wet hebben’ ‘levend in Christus’ zijn door de kracht van zijn verlossing.

  • Wat betekent het om ‘levend in Christus’ te zijn?

  • Hoe helpen de beginselen die op het bord staan ons om ‘levend in Christus’ te worden?

Moroni 9:1–21. Toorn verwijdert ons van de Geest des Heren

Vraag de cursisten manieren op te noemen hoe toorn ons beïnvloedt. Vraag ze bijvoorbeeld aan te geven hoe toorn van invloed is op hoe zij:

  1. Een deur sluiten.

  2. De telefoon beantwoorden.

  3. Over straat lopen.

  4. Met anderen praten.

  5. Bidden.

  6. In de Schriften lezen.

  7. Over anderen denken.

  8. Over zichzelf denken.

  9. De Geest voelen.

Vraag de cursisten Moroni 9:3 te lezen en op te letten wat Mormon over de Nephieten zegt.

  • Op wat voor manieren zou de weigering van de Nephieten om zich te bekeren verband kunnen houden met de boze gevoelens die zij koesterden?

Vraag een cursist Moroni 9:4 voor te lezen.

  • Waarom denkt u dat de onrechtvaardigen soms boos reageren op het woord Gods?

  • Hoe kan boosheid haast ongemerkt in ons leven komen?

Vraag de cursisten te vertellen hoe zij boosheid in toom houden of mijden.

Leg uit dat toorn tot vernietigende gevolgen kan leiden. Vraag de cursisten Moroni 9:5, 9–11, 18–20 te lezen en te letten op daden of gedrag die het gevolg zijn van de toorn onder de Nephieten. Geef de cursisten voldoende tijd om te lezen en na te denken en vraag ze vervolgens wat ze gevonden hebben. Hun antwoorden kunnen onder andere bestaan uit:

Vers 5 — geen vrees voor de dood, geen liefde voor elkaar, voortdurend dorsten naar bloed en wraak

Vers 9 — geen respect voor kuisheid en deugd

Vers 11 — zonder beschaving

Vers 18 — zonder orde en zonder barmhartigheid

Vers 19 — ontaarding, onmenselijkheid, behagen in alles behalve het goede

Vers 20 — beginselloos en gevoelloos

De volgende vragen kunnen gebruikt worden om dit onderwerp verder uit te werken:

  • Wat betekent het volgens u om ‘geen gevoel meer [te] hebben’? (Zie de citaten van ouderling Neal A. Maxwell en President Boyd K. Packer op pp. 420–421 in het cursistenboek.)

  • Welke bewijzen ziet u in de wereld dat sommige mensen gevoelloos aan het worden zijn?

  • Wat kunnen we doen om te voorkomen dat we gevoelloos worden?

U kunt ook Mormons beschrijving van de Nephitische samenleving in deze verzen vergelijken met zijn beschrijving van de volgelingen van Jezus Christus in Moroni 7:3–4.

Moroni 9:22–26. Jezus Christus zal ons, naar ons geloof, verheffen, zelfs als er grote goddeloosheid heerst

Breng een zwemband mee. (Of laat een foto zien van een zwemband of omschrijf die.)

Afbeelding
life preserver

Vraag de klas waarom iemand die kan zwemmen toch een zwemband zou willen omdoen in zee of een meer. (In de loop van de bespreking kunt u uitleggen dat een zwemband iemand kan behoeden voor de verdrinkingsdood, ongeacht hoe diep het water is of hoe uitgeput de zwemmer ook is.)

Vraag een paar cursisten Moroni 9:22, 25–26 voor te lezen. Voordat ze beginnen, vraagt u overige cursisten te letten op de geestelijke ‘zwembanden’ waar Mormon en Moroni op vertrouwden.

Zie erop toe dat de cursisten begrijpen dat het geloof van Mormon en Moroni in hun hemelse Vader en Jezus Christus hen geestelijk behoedde. Vraag de cursisten zinsneden uit de verzen 22 en 25–26 op te noemen die dit grote geloof duidelijk maken. Mogelijke antwoorden kunnen zijn:

Vers 22—‘U beveel ik wél bij God aan. (…) ik vertrouw in Christus dat gij zult worden gered. (…) ik bid God dat Hij uw leven zal sparen.’

Vers 25 — ‘Wees getrouw in Christus. (…) Moge Christus u verheffen. (…) mogen zijn lijden en dood, en de verschijning van zijn lichaam aan onze vaderen, en zijn barmhartigheid en lankmoedigheid, en de hoop op zijn heerlijkheid en op het eeuwige leven, u voor eeuwig bijblijven.’

Verse 26—‘Moge de genade van God de Vader en van onze Heer (…) Jezus Christus op u komen en voor altijd in u verblijven.’

  • Op welke manieren zijn onze moeilijkheden gelijk aan die van Mormon en Moroni?

  • Hoe kan Mormons reactie op moeilijkheden ons helpen?

Vraag een cursist Moroni 9:6 voor te lezen.

  • Hoe komt Mormons geloof in dit vers tot uiting?

Wanneer de cursisten reageren maakt u hun duidelijk dat als ons geloof in God groot is, de daden van anderen ons er niet zullen van afleiden om het goede doen.

Geef de cursisten een paar minuten de tijd om te overwegen hoe zij hun geloof kunnen blijven ontwikkelen, waardoor zij boven de wereld kunnen uitstijgen en hun zending op aarde kunnen vervullen. U kunt ze aanmoedigen om hun gedachten hieromtrent op te schrijven.

Vraag de cursisten hun getuigenis te geven over hoe geloof in God de Vader en Jezus Christus hun de kracht geeft om de goddeloosheid van de wereld te overwinnen.

Afdrukken