‘De ZHV bereidt vrouwen voor op de zegeningen van het eeuwige leven door ze te helpen hun geloof en rechtschapenheid te vergroten, gezinnen te sterken en mensen in nood te dienen.’ (‘Het doel van de zustershulpvereniging’, lds.org/callings/relief-society/purposes.) Dankzij deze les zullen de cursisten de oprichting en het doel van de ZHV beter begrijpen. De cursisten zullen ook inzien dat vrouwen grote en unieke mogelijkheden en taken in de opbouw van Gods koninkrijk hebben.
Toon het volgende citaat van president Spencer W. Kimball (1895–1985) en vraag een cursist het voor te lezen:
Afbeelding
President Spencer W. Kimball
‘De grootste groei van de kerk in de laatste dagen zal veroorzaakt worden doordat veel goede vrouwen van de wereld […] in groten getale tot de kerk worden aangetrokken. Dit zal plaatsvinden omdat de vrouwen van de kerk rechtschapen en welbespraakt door het leven gaan en omdat zij — in positieve zin — als anders gezien worden dan de vrouwen van de wereld.’ (Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball [2006], 245–246.)
Wat voor gedachten komen er in je op als je over deze uitspraak nadenkt?
Ken je vrouwen die gelukkig zijn door rechtschapen te leven? Hoe hebben zij iets betekend voor de mensen die hen kennen?
Leg uit dat dat deze les de manieren behandelt waarop de ZHV de dochters en zoons van onze hemelse Vader in de herstelde kerk van Jezus Christus tot zegen is.
Vraag de cursisten Leer en Verbonden 25 open te slaan en in de inleiding van de afdeling de persoon op te zoeken tot wie de Heer Zich in deze openbaring richtte. Lees vervolgens vers 3 voor. Leg de cursisten uit dat Emma Smith een ‘uitverkoren vrouw’ in de ogen van de Heer was. In de eerste bijeenkomst van de vrouwenhulpvereniging van Nauvoo legde Joseph Smith uit dat dit betekende dat ze uitverkoren was om een bepaalde taak te verrichten. Hij zei ook dat de openbaring die Emma Smith ontvangen had, ‘vervuld was doordat zuster Smith in het presidium van de [zustershulpvereniging] geroepen werd.’ (In History of the Church, deel 4, 552–553.) Laat de helft van de klas Leer en Verbonden 25:4–9 en de andere helft Leer en Verbonden 25:10–15 lezen. Vraag de cursisten naar de opdrachten of roepingen te zoeken die de Heer Emma Smith gaf. Ze kunnen een lijst van deze taken maken of ze in hun Schriften markeren. Vraag de cursisten na verloop van tijd te vertellen wat hun bevindingen zijn.
Hoe zou het vervullen van deze taken tot de groei van de kerk bijdragen?
Welke zegening beloofde de Heer Emma Smith als ze zijn geboden gehoorzaamde?
Dit was een openbaring aan Emma Smith. Hoe kunnen we de woorden van de Heer aan Emma op onszelf toepassen? (De leerstellingen over gehoorzaamheid en andere evangeliebeginselen in deze openbaring zijn op iedereen van toepassing. [Noot: leg uit dat het een belangrijke studievaardigheid is om de Schriften op onszelf toe te passen. Daardoor kunnen we de overeenkomsten tussen onze ervaringen en die van de mensen in de Schriften zien.])
Zie erop toe dat de cursisten bij hun bespreking van deze vraag de volgende waarheid begrijpen: Als we getrouw de geboden onderhouden en de opdrachten uitvoeren die de Heer ons geeft, ontvangen we een kroon van gerechtigheid. U kunt van die waarheid getuigen.
De zustershulpvereniging is een belangrijk onderdeel van de herstelde Kerk van Jezus Christus
Vertel de cursisten dat de Heer de organisatie van de kerk regel op regel openbaarde. Hij gaf als onderdeel van dat proces Emma Smith een heel belangrijke roeping. Laat een cursist de volgende samenvatting van de organisatie van de zustershulpvereniging voorlezen. Laat de cursisten letten op hoe de profeet Joseph Smiths visie op de ZHV de visie op de vrouwen verruimde.
In Nauvoo kregen de mormoonse vrouwen hun eigen organisatie binnen de kerk. Die werd opgericht toen enkele vrouwen onder leiding van Sarah Granger Kimball hemden wilden maken voor de mannen die de tempel bouwden. De vrouwen besloten zich officieel te organiseren en vroegen Eliza R. Snow om een beginselverklaring voor hun groep op te stellen. Toen ze de profeet Joseph Smith om raad vroegen, zei hij dat hun beginselverklaring uitstekend was, maar hij bood hun aan om de vrouwen op een betere manier te organiseren. Op 17 maart 1842 kwamen de profeet, ouderlingen John Taylor en Willard Richards en twintig vrouwen bijeen op de bovenverdieping van de roodstenen winkel, waar de profeet de vrouwenhulpvereniging van Nauvoo oprichtte. Emma Smith werd de presidente van de organisatie, waardoor de openbaring die haar als ‘uitverkoren vrouw’ (LV 25:3) bestempelde, vervuld werd. De profeet zei later dat het doel van de organisatie was om ‘de armen te helpen’ en ‘zielen te redden’. (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 487.)
Op 28 april 1842 kwam de profeet opnieuw met de zusters bijeen. Hij zei dat ze door de orde van het priesterschap instructies zouden ontvangen en verklaarde vervolgens: ‘Nu geef ik u in de naam van God de sleutel, en deze vereniging zal zich verheugen, en kennis en intelligentie zal haar van nu af toevloeien.’ (Leringen: Joseph Smith, 485.)
U kunt de cursisten erop wijzen dat ze de notulen van de eerste ZHV-bijeenkomsten op josephsmithpapers.org/paperSummary/Nauvoo-relief-society-minute-book kunnen lezen.
Hoe verruimde de visie van de profeet op het potentieel van de ZHV het aanvankelijke voorstel van Sarah Kimball?
Wat betekent deze uitspraak van de profeet Joseph Smith: ‘Nu geef ik u in de naam van God de sleutel’? (De ZHV was onder leiding van de priesterschap georganiseerd, door mannen die priesterschapssleutels droegen.)
Toon de volgende citaten van zusters Zina D. H. Young (1821–1901) en Julie B. Beck, voormalige algemeen ZHV-presidentes, over de doelen van de ZHV en vraag drie cursisten ze voor te lezen. Laat de andere cursisten meelezen en bedenken wat deze uitspraken over de doelen van de ZHV zeggen.
Afbeelding
Zina D.H. Young
‘De ZHV […] is bijna vijftig jaar geleden door de profeet Joseph Smith opgericht volgens het patroon en onder leiding van het heilig priesterschap om de armen en hulpbehoevenden van materiële zegeningen te voorzien; en om de zwakken aan te moedigen, en de afdwalenden tegen te houden, en om sympathie en naastenliefde van de vrouw beter te ontwikkelen en uit te oefenen, zodat ze de kans heeft om geestelijke kracht op te doen en macht om meer goeds te doen in het werk van de verlossing van de mens.’ (Zina D. H. Young, ‘First General Conference of the Relief Society’, Woman’s Exponent, 15 april 1889, 172.)
Afbeelding
Julie B. Beck
Busath.com
‘De profeet Joseph Smith omschreef het doel van de ZHV en zette de zusters hun doel uiteen. […] Onze organisatie wordt nog steeds geleid door hedendaagse profeten, zieners en openbaarders.’ (Julie B. Beck, ‘ZHV: een heilig werk’, Liahona, november 2009, 110–111.)
‘Zoals de profeten van de Heer de ouderlingen en hogepriesters steeds in hun plichten hebben onderwezen, zo hebben ze ook hun visie voor de zusters van de ZHV bekendgemaakt. Uit hun raad blijkt duidelijk dat het doel van de ZHV is: toenemen in geloof en rechtschapenheid, het gezin versterken en mensen in nood vinden en helpen. Geloof, gezin, en hulp — deze drie eenvoudige woorden drukken de visie van profeten voor de zusters in de kerk uit.’ (Julie B. Beck, ‘De visie van profeten over de ZHV: geloof, gezin, hulp’, Liahona, mei 2012, 83.)
Hoe zijn de doelen van de ZHV de hele kerk tot zegen? (De cursisten dienen de volgende waarheid te vinden: De zustershulpvereniging streeft ernaar in geloof en rechtschapenheid toe te nemen, het gezin te versterken en mensen in nood op te zoeken en te helpen. Als de vrouwen deze doelen bereiken, is dat de hele kerk tot zegen.)
Hoe heb je de ZHV haar doelen zien bereiken?
Toon het volgende citaat en vraag een cursist het voor te lezen:
‘De profeet Joseph Smith heeft verklaard: “De kerk was pas volmaakt georganiseerd toen de vrouwen aldus waren georganiseerd.” [Leringen: Joseph Smith, 485.] […]
‘Behalve Joseph Smith hebben ook andere hedendaagse profeten getuigd dat de organisatie van de zustershulpvereniging een geïnspireerd onderdeel van de herstelling is, waarbij de vrouwen in de kerk tot kerkelijke posities worden geroepen om elkaar te dienen en de gehele kerk tot zegen te zijn. President Joseph F. Smith heeft gezegd: “Deze organisatie is door God opgericht, goedgekeurd, ingesteld en verordineerd om de mensen voor het heil van hun ziel te bedienen.” [Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith (1998), 184.]’ (Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), 7.)
Wat leren we uit dat citaat over de rol die de ZHV in de herstelling van het evangelie speelt? (Zorg ervoor dat de cursisten deze waarheid begrijpen, zelfs als ze die met andere woorden omschrijven: De zustershulpvereniging is een door God geïnspireerd onderdeel van de herstelling van de Kerk van Jezus Christus. Zet die waarheid op het bord.)
Wat betekent het voor je om te weten dat de organisatie van de ZHV een onderdeel van de herstelling is?
Hoe zorgt de deelname van vrouwen aan kerkroepingen ervoor dat de kerk ‘volmaakt georganiseerd’ is?
Vrouwen en het priesterschap
Leg aan de cursisten uit dat sommigen zich afvragen waarom vrouwen niet tot een ambt in het priesterschap geordend worden. Benadruk dat hoewel we niet weten waarom vrouwen niet tot een ambt in het priesterschap geordend worden, we wél weten dat vrouwen in hun kerkroepingen en thuis aan het priesterschap deelnemen.
Geef de cursisten een kopie van het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat een cursist het voorlezen. Vraag de cursisten te letten op manieren waarop vrouwen het gezag van het priesterschap kunnen uitoefenen:
Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks
‘In een toespraak gericht tot de ZHV, heeft president Joseph Fielding Smith, toen hij president van het Quorum der Twaalf Apostelen was, gezegd: “Hoewel de zusters niet het priesterschap dragen, omdat het niet aan hen wordt verleend, wil dat niet zeggen dat de Heer hun geen gezag heeft gegeven. […] Een broeder, of een zuster, kan gezag ontvangen om bepaalde dingen in de kerk te doen, die bindend zijn en absoluut noodzakelijk voor ons heil, bijvoorbeeld het werk dat onze zusters in het huis van de Heer doen. Zij hebben het gezag gekregen om bepaalde grote en geweldige dingen te doen die heilig voor de Heer zijn, en die in alle opzichten net zo bindend zijn als de zegens die de priesterschapsdragers geven.” [“Relief Society—An Aid to the Priesthood”, Relief Society Magazine, januari 1959, 4.]
‘In die gedenkwaardige toespraak zei president Smith telkens weer dat vrouwen gezag hebben ontvangen. Tot de vrouwen zei hij: “U kunt met gezag spreken, omdat de Heer u gezag heeft gegeven.” Hij zei ook dat aan de ZHV-zusters “macht en gezag is gegeven om vele dingen te doen. Het werk dat zij doen, doen zij door middel van goddelijk gezag.” En uiteraard wordt het kerkwerk dat mannen en vrouwen doen, hetzij in de tempel, hetzij in de wijken of gemeenten, gedaan op aanwijzing van hen die priesterschapssleutels dragen. Daarom legde president Smith met betrekking tot de ZHV uit: “[De Heer] heeft ze […] deze geweldige organisatie gegeven, met het gezag om op aanwijzing van […] de bisschop van de wijk naar de geestelijke en stoffelijke noden van onze mensen om te zien.” [“Relief Society—An Aid to the Priesthood”, 4–5.] […]
‘We zijn het niet gewend om van vrouwen te zeggen dat zij het priesterschapsgezag in hun kerkroepingen dragen, maar welk ander gezag zou het kunnen zijn? Als een vrouw — jong of oud — als voltijdzendelinge wordt aangesteld om het evangelie te prediken, ontvangt zij het priesterschapsgezag om een priesterschapstaak uit te voeren. Hetzelfde geldt voor een vrouw die op aanwijzing van iemand die de sleutels van het priesterschap draagt als functionaris of leerkracht in een kerkelijke organisatie wordt aangesteld. Al wie in een functie of roeping werkzaam zijn, die zij hebben gekregen van iemand die priesterschapssleutels draagt, oefenen priesterschapsgezag uit in de taak die hem of haar is toegewezen.’ (‘De sleutels en het gezag van het priesterschap’, Liahona, mei 2014, 50–51.)
Welke waarheden over de taken van de vrouw in de kerk vermeldt ouderling Oaks? (Zorg ervoor dat de cursisten deze waarheid begrijpen: als vrouwen aangesteld worden om in de kerk te dienen, ontvangen ze priesterschapsgezag om hun taken uit te voeren.)
Om het begrip en de gevoelens van de cursisten te versterken over de waarheden die ze in de les besproken hebben, verdeelt u hen in tweetallen en vraagt u ze het volgende te bespreken:
Hoe kunnen we verbeteren wat we over vrouwen in de kerk zeggen om aan te tonen dat hun bijdrage echt belangrijk is?
Laat de cursisten vertellen wat ze vinden van de invloed van vrouwen en het werk dat ze als discipelen in het koninkrijk van de Heer doen. Moedig de cursisten aan om met wat ze tijdens de les gevoeld hebben aan de slag te gaan, en meer aandacht aan de ZHV te schenken.