Les 24
Het vertrek uit Nauvoo en de trek naar het westen
Inleiding
Onder het geïnspireerde leiderschap van Brigham Young voltooiden de heiligen de Nauvootempel, waar ze heilige verbonden sloten voordat ze aan hun moeilijke reis naar hun nieuwe woonplaats in de Rocky Mountains begonnen. Die tempelverbonden gaven de heiligen onderweg kracht en inspiratie in hun beproevingen. Als erfgenaam van het erfgoed van die trouwe heiligen kunnen we van hun voorbeeld leren en de weg voorbereiden zodat anderen de zegeningen van het evangelie kunnen ontvangen.
Achtergrondinformatie
-
Gordon B. Hinckley, ‘Trouw aan ’t geloof’, Liahona, september 1997, 65–67.
-
M. Russell Ballard, ‘You Have Nothing to Fear from the Journey’, Ensign, mei 1997, 59–61.
-
De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave [Lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003],302–314, 329–336.
Lessuggesties
De voltooiing van de Nauvootempel
Toon een afbeelding van de oorspronkelijke Nauvootempel, of gebruik een afbeelding van de nieuwe Nauvootempel (zie Evangelieplatenboek [2009], nr. 118). Vertel de cursisten dat nadat de heiligen der laatste dagen Nauvoo verlaten hadden de tempel die ze gebouwd hadden in 1848 uitbrandde en in 1850 door een tornado bijna helemaal met de grond gelijkgemaakt werd. Ongeveer 150 jaar later werd er een nieuwe tempel gebouwd die heel erg op de oorspronkelijke leek en in juni 2002 ingewijd werd.
Leg uit dat de heiligen na de martelaarsdood van Joseph Smith onder leiding van het Quorum der Twaalf Apostelen zo snel mogelijk de oorspronkelijke Nauvootempel voltooiden. Toon de volgende citaten en vraag een cursist ze voor te lezen. Laat de cursisten letten op offers die de heiligen voor de bouw van de Nauvootempel brachten.
‘Meer dan duizend mensen besteedden elke tiende dag aan de bouw van de tempel. Een jong meisje, Louisa Decker, was ervan onder de indruk dat haar moeder haar porseleinen borden en een mooie beddensprei verkocht als haar bijdrage voor de tempel. Andere heiligen der laatste dagen gaven paarden, wagens, koeien, varkensvlees en graan om te helpen bij de bouw van de tempel. De vrouwen van Nauvoo werd gevraagd om hun kleingeld in het tempelfonds te storten.’ (Ons erfgoed: een beknopte geschiedenis van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen [1996], 59).
Elizabeth Terry Kirby Heward schonk het enige dat ze kon geven — het horloge van haar man die onlangs overleden was. ‘Ik schonk het horloge en alles wat ik maar kon missen en de laatste paar dollar die ik had aan de bouw van de tempel. Alles bij elkaar was dat bijna vijftig dollar.’ (geciteerd in Carol Cornwall Madsen, In Their Own Words: Women and the Story of Nauvoo [1994], 180.)
Leg uit dat de kerkleiders, vanwege de toenemende vervolging en dreigementen van de vijanden van de kerk, op 24 september 1845 aankondigden dat de heiligen Nauvoo het daaropvolgende voorjaar zouden verlaten. Vraag de cursisten:
-
Hoe zou de beslissing om Nauvoo te verlaten de bouw van de tempel beïnvloed hebben?
Leg uit dat de heiligen nog harder hun best deden om de tempel te voltooien voor ze weggingen, ook al wisten ze dat ze Illinois zouden verlaten. De ruimtes in de tempel werden ingewijd zodra ze klaar waren, zodat de verordeningen zo snel mogelijk verricht konden worden. Vóór zijn dood had de profeet Joseph Smith de begiftiging aan een kleine groep mannen en vrouwen bediend. Op 10 december 1845 begonnen ze in de ingewijde tempelruimtes tempelverordeningen aan andere leden te bedienen. Vraag een cursist de volgende twee alinea’s voor te lezen, waarin staat wat de heiligen en hun leiders vóór hun vertrek uit Nauvoo deden om zoveel mogelijk mensen hun tempelverbonden te laten ontvangen:
Van 1844 tot en met 1846 hadden president Brigham Young en de twaalf apostelen de voltooiing van de Nauvootempel hoge prioriteit gegeven. Er waren al begiftigingen en verzegelingen verricht nog voordat het gebouw helemaal was afgebouwd. Brigham Young (1801–1877) heeft geschreven: ‘Zo groot was het verlangen dat de heiligen hadden getoond om de verordeningen [van de tempel] te ontvangen, en zo groot het verlangen van onze kant om ze hun te bedienen, dat ik me dag en nacht volledig aan het werk van de Heer in de tempel heb gewijd, zodat ik gemiddeld niet meer dan vier uur per dag sliep en maar één maal per week naar huis ging.’ (In History of the Church, deel 7, 567.)
Naast de mannen die in de tempel werkten, ‘werden 36 vrouwen verordeningswerkster in de Nauvootempel. In de winter van 1845–1846 werkten ze de klok rond om vóór de uittocht de verordeningen aan zoveel mogelijk mensen te bedienen. ‘Ik werkte dagelijks zonder ophouden in de tempel tot die gesloten werd’, heeft Elizabeth Ann Whitney, een van die 36, gezegd. ‘Ik gaf mijzelf, mijn tijd en aandacht aan die zending.’ Tientallen andere vrouwen wasten de kleding en bereidden het eten dat die opmerkelijke onderneming fysiek mogelijk maakte.’ (Carol Cornwall Madsen, ‘Faith and Community: Women of Nauvoo’, in Joseph Smith: The Prophet, The Man, red. Susan Easton Black en Charles D. Tate jr. [1993], 233–234.)
Leg uit dat tussen 10 december 1845 en 7 februari 1846 — de dag waarop de heiligen naar het westen trokken — ongeveer 5615 heiligen in de Nauvootempel hun begiftiging ontvingen en veel gezinnen daar verzegeld werden.
-
Wat kunnen we leren van de offers die de heiligen brachten om de tempel te voltooien, hoewel ze wisten dat ze Nauvoo spoedig zouden verlaten? (De cursisten kunnen uiteenlopende beginselen noemen, zoals: De ontvangst van tempelverordeningen is al onze moeite en offers waard. Overweeg om dit op het bord te zetten.)
-
Hoe zouden tempelverordeningen de heiligen voorbereid hebben op hun tocht van ruim 1600 kilometer naar het westen van de Verenigde Staten?
Om die vraag te beantwoorden, toont u de volgende uitspraken van zuster Sarah Rich en ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat u een cursist ze voorlezen:
‘Zonder het geloof en de kennis die in de Nauvootempel op ons waren uitgestort door de invloed en hulp van de Geest des Heren, zou de tocht een sprong in het duister zijn geweest.’ (Sarah Rich, geciteerd in Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging [2011],34
‘Onze voorouders, de pioniers, lieten zich in Nauvoo verzegelen. De verbonden die zij in de Nauvootempel met de Heer sloten, beschermden hen op hun reis naar het westen, net als ze ons in deze tijd bescherming bieden. […]
‘Voor die eerste heiligen was hun deelname aan de tempelverordeningen onmisbaar voor hun getuigenis dat ze zo hard nodig hadden bij hun ontberingen, confrontaties met boze menigtes, verdrijving uit hun gerieflijke woningen in Nauvoo en op de lange, moeilijke tocht die ze voor de boeg hadden. Ze waren in de heilige tempel met macht begiftigd. Man en vrouw waren aan elkaar verzegeld. Kinderen waren aan hun ouders verzegeld. Velen verloren onderweg gezinsleden aan de dood, maar ze wisten dat dit niet het einde voor ze was. Ze waren in de tempel voor de eeuwigheid aan elkaar verzegeld.’ (Robert D. Hales,‘Temple Blessings’,New Era, februari 2014, 4.)
Vraag de cursisten:
-
Welke invloed hadden de tempelverordeningen op de eerste heiligen der laatste dagen die de lange tocht naar het westen moesten maken? (Zie erop toe dat de cursisten bij hun bespreking van deze vraag het volgende beginsel begrijpen:tempelverordeningen geven ons bescherming en kracht in tijden van beproeving en tegenspoed.)
-
Hoe heeft aanbidding in de tempel jou of mensen die je kent in beproeving beschermd en gesterkt?
Moedig de cursisten aan om te bedenken wat ze kunnen doen om in de tempel meer bescherming en kracht te ontvangen.
Leer en Verbonden 136
De instructies van de Heer aan de leden die naar het westen reisden
Laat de cursisten achteraan in de Leer en Verbonden kaartnr. 6, ‘Westwaartse beweging van de kerk’, openslaan en vraag ze Nauvoo en Winter Quarters te zoeken. Leg uit dat de vijfhonderd kilometer lange tocht door Iowa van de heiligen die in februari 1846 Nauvoo verlieten, vanwege de overvloedige regen en het gebrek aan levensmiddelen vier maanden duurde. In die periode gaven ruim vijfhonderd mormoonse mannen — die het Mormoons Bataljon genoemd werden — gehoor aan de oproep van president Brigham Young om in het Amerikaanse leger dienst te nemen en deel te nemen aan de oorlog tussen de VS en Mexico. Sommige vrouwen en kinderen vergezelden de mannen. Hun legerdienst zou geld opbrengen om de arme leden van de kerk in staat te stellen naar het westen te trekken, maar veel gezinnen moesten het voor een gedeelte van de trek naar het westen zonder echtgenoot en vader stellen. Daarom besloten de kerkleiders om niet verder naar het westen te trekken tot in het voorjaar van 1847. De heiligen bleven op een plek die ze Winter Quarters noemden. Brigham Young ontving er de openbaring inLeer en Verbonden 136.
Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 136:1–5 voor te lezen. Vraag de andere cursisten om in hun eigen Schriften mee te lezen en te letten op wat de Heer de heiligen opdroeg om zich op de rest van hun trek naar het westen voor te bereiden.
-
Hoe moesten de groepen georganiseerd worden? Wat zouden de heiligen op hun tocht aan die organisatie gehad hebben?
-
Hoe is deze organisatie te vergelijken met de manier waarop de kerk nu georganiseerd is? (Zet na de antwoorden van de cursisten desgewenst de volgende waarheid op het bord:De Heer organiseert zijn heiligen in groepen zodat iedereen leiding en zorg ontvangt.)
-
Wat zegt vers 4 over hoe de heiligen kracht ontvangen in hun streven om de wil van de Heer te doen?
Vraag de cursisten Leer en Verbonden 136:6–11 in stilte te bestuderen en te letten op manieren waarop de heiligen tijdens de trek naar het westen de zorg voor elkaar en de armen en hulpbehoevenden moesten organiseren. Geef de cursisten voldoende tijd en overweeg dan de volgende vragen ter inleiding van de discussie te stellen:
-
Welke woorden of zinsneden in de verzen 6–11 beschrijven hoe de heiligen voor elkaar en de hulpbehoevenden moesten zorgen? (U kunt de woorden ‘voorbereiding’, ‘voorbereidingen’ en ‘gereedmaken’ inde verzen 6, 7 en 9 benadrukken. Dat vestigt hun aandacht op de studievaardigheid van herhaling herkennen.)
-
Wat zijn volgens vers 11 de beloften van de Heer aan wie ernaar streeft anderen te helpen en het pad voor hen te bereiden? (Terwijl de cursisten antwoorden, zet u het volgende beginsel op het bord:De Heer zal ons zegenen als we anderen helpen en het pad voor hen bereiden.)
-
Wie heeft het pad voor jou bereid zodat je de zegeningen van het evangelie kon ontvangen? Wat hebben ze gedaan om het pad voor jou te bereiden?
U kunt uitleggen dat een pionier iemand is die het pad bereidt of mogelijk maakt zodat anderen kunnen volgen. Dat betekent dat iedereen in zekere zin een pionier kan zijn. Geef de cursisten wat tijd om te bedenken hoe ze anderen kunnen helpen en het pad voor hen bereiden, zodat zij de zegeningen van het evangelie ontvangen. Vraag een aantal cursisten naar hun gedachten. Getuig dat de Heer wil dat we er heel ons leven naar streven om het pad voor zijn kinderen te bereiden, zodat zij het evangelie kunnen ontvangen en tot Hem kunnen terugkeren.
Leg uit dat de heiligen de geboden van de Heer gehoorzaamden door elkaar te helpen en het pad te bereiden voor wie er na hen kwamen. De eerste groep pioniers verliet Winter Quarters op 5 april 1847. Ze reisden ruim 1600 kilometer en kwamen eind juli 1847 aan. Op 24 juli 1847 kwam president Brigham Young in de vallei aan en ontving hij een bevestiging dat de heiligen hun nieuwe woonplaats gevonden hadden.
Toon het volgende citaat van ouderling William R. Walker, voormalig lid van de Zeventig, en laat een cursist het voorlezen:
‘Of u nu een afstammeling van de pioniers bent of niet, het mormoonse erfgoed van geloof en opoffering is uw erfgoed. Het is het edele erfgoed van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’ (‘‘Wees trouw aan het geloof’, Liahona, mei 2014, 97).
-
Waarom is het belangrijk dat alle leden van de kerk, ongeacht wie hun voorouders waren, begrijpen dat ‘het mormoonse erfgoed van geloof en opoffering’ hun erfgoed is?
-
Hoe kan een studie van de tocht van de mormoonse pioniers de leden in deze tijd ertoe aanzetten om anderen te dienen en te helpen tot onze hemelse Vader terug te keren?
Toon het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley (1910–2008) en vraag een cursist het voor te lezen:
‘Wij zijn nu de begunstigden van de grote inspanningen van [de pioniers]. Ik hoop dat we dankbaar zijn. Ik hoop dat we in ons hart grote dankbaarheid koesteren voor al wat ze voor ons gedaan hebben. […]
‘Geliefde broeders en zusters, we zijn zeer gezegend! Wat een heerlijk erfgoed hebben we ontvangen! Het hield offers in, lijden, dood, visie, geloof en kennis en getuigenis van God de eeuwige Vader en zijn Zoon, de herrezen Heer Jezus Christus. […]
‘We eren onze voorvaders het beste als we de zaak van de waarheid met hart en ziel dienen.’ (Trouw aan ’t geloof’, Liahona, oktober 1997, 66–67.)
Herinner de cursisten eraan dat alle leden van de kerk gezegend zijn door anderen die het pad voor hen bereid hebben zodat ze de zegeningen van het evangelie kunnen ontvangen. Moedig de cursisten aan te bedenken wat ze kunnen doen om anderen voor te bereiden, onder wie hun nakomelingen, om in geloof en gehoorzaamheid aan onze hemelse Vader en Jezus Christus te leven.
Leesstof voor de cursisten
-
Gordon B. Hinckley, ‘Trouw aan ’t geloof’, Liahona, september 1997, 65–67.