Bibliotheek
Les 14: De Kirtlandtempel en de priesterschapssleutels


Les 14

De Kirtlandtempel en de priesterschapssleutels

Inleiding

Na bijna drie jaar moeilijkheden en financiële offers werd de Kirtlandtempel op 27 maart 1836 ingewijd. Er gingen wonderbaarlijke gebeurtenissen met de inwijding gepaard en één week later herstelden hemelse boodschappers priesterschapssleutels aan Joseph Smith en Oliver Cowdery. Die sleutels zijn een belangrijk kenmerk van de kerk en zijn miljoenen leden van de kerk tot zegen geweest.

Achtergrondinformatie

  • Jeffrey R. Holland, ‘Ons allerbelangrijkste kenmerk’, Liahona, mei 2005, 43–45

  • David A. Bednar, ‘Op eervolle wijze een naam en status behouden’, Liahona, mei 2009, 97–100.

  • Een heerlijke tijd in Kirtland, 1834–1836’, hoofdstuk 13 in De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave (Lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003), 153–168.

Lessuggesties

Leer en Verbonden 109:1–28

De heiligen brachten offers om de Kirtlandtempel te bouwen

Toon de cursisten een afbeelding van de Kirtlandtempel. (Zie Evangelieplatenboek [2009], nr. 117; zie ook LDS.org.) Leg uit dat de heiligen bijna drie jaar lang werkten en offers brachten om de Kirtlandtempel te bouwen. Daardoor zagen ze de belofte van de Heer in vervulling gaan dat als ze zijn geboden zouden onderhouden, ze ‘de macht [zouden] hebben om [de tempel] te bouwen’ (LV 95:11). Bijna duizend mensen woonden de tempelinwijding op 27 maart 1836 bij. Het inwijdingsgebed dat Joseph Smith door openbaring ontving, staat in Leer en Verbonden 109.

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 109:1-5 voor te lezen. Moedig de andere cursisten aan mee te lezen en vooral te letten op zinsneden die de offers beschrijven die de leden bij het bouwen van de tempel brachten. Stel daarna de volgende vragen:

  • Welke zinsneden gebruikte Joseph Smith om de offers van de heiligen te beschrijven?

Vraag een cursist de volgende samenvatting voor te lezen om de cursisten meer inzicht in de offers van de heiligen te geven:

Tussen juni 1833 en maart 1836 werkten mannen en vrouwen tezamen aan de bouw van het huis van de Heer. Ze metselden, versleepten stenen, sponnen garen, breiden kleding voor de werklui of maakten de gordijnen voor het huis van de Heer. Ze deden dat alles ‘opdat de Zoon des Mensen een plek zou hebben om Zich aan zijn volk te vertonen’ (LV 109:5). Sommige heiligen der laatste dagen, zoals John Tanner, gaven veel van hun rijkdom voor de bouw van de tempel. De bouw van de tempel kostte in totaal waarschijnlijk 40.000 dollar, wat in die tijd een erg hoog bedrag was. Ondanks de kostprijs en de offers werkten de heiligen getrouw om het gebod van de Heer te gehoorzamen (zie LV 95:11). De Kirtlandtempel was een werk van liefde en een oefening in gehoorzaamheid, opoffering en geloof.

  • Welke offers moeten wij in deze tijd brengen om de zegeningen van de tempel te ontvangen?

  • Welke zegeningen ontvangen we als we offers brengen om het werk van de Heer te doen?

Toon dit citaat van zuster Carol B. Thomas van het algemeen jongevrouwenpresidium om die vraag te beantwoorden. Laat een cursist het voorlezen:

Afbeelding
Carol B. Thomas

© Busath.com

‘Opoffering is een geweldig beginsel. Als we gewillig geven van onze tijd, talenten en alles wat we hebben, wordt dat een van onze trouwste vormen van aanbidding. Het kan in ons binnenste een sterke liefde voor elkaar en onze Heiland, Jezus Christus, doen ontwikkelen. Door opoffering kan ons hart veranderen; we zijn dan dichter bij de Geest en verlangen minder naar wereldse zaken.’ (‘Sacrifice: An Eternal Investment’, Ensign, mei 2001, 64.)

Vraag de cursisten Leer en Verbonden 109:12–13 en 20–21 in stilte door te nemen en te letten op hoe de heilige aard van de tempel in dit gebed beschreven wordt. Vraag de cursisten wat hen in deze verzen vooral opgevallen is.

Vertel de cursisten dat Joseph Smith de Heer in het inwijdingsgebed om specifieke zegeningen vroeg. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 109:12–15, 22–28 voor te lezen. Moedig de andere cursisten aan mee te lezen en te letten op zegeningen van waardige aanbidding in de tempel. U kunt de cursisten in overweging geven om woorden en zinsneden te markeren die voor hen belangrijk zijn. Bespreek dan de volgende vragen:

  • Welke van de zegeningen die je gevonden hebt, is het belangrijkst voor je? Waarom?

  • Welke leerstelling of welk beginsel halen we uit deze verzen? (Maak de cursisten het volgende beginsel duidelijk: als we getrouw in de tempel aanbidden, kunnen we meer bescherming en kracht tegen de goddeloosheid van de wereld ontvangen.)

Toon het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat een cursist het voorlezen:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar,

‘Overdenk [Leer en Verbonden 109:24–28] eens in het licht van de huidige razernij van de boze en […] onze gewilligheid om de naam van Jezus Christus op ons te nemen, en de beloofde zegen van bescherming aan hen die op eervolle wijze een naam en status in de heilige tempel hebben. En wat veelbetekenend is: deze zegeningen van het verbond gelden voor alle generaties en in alle eeuwigheid. Ik nodig u uit de betekenis en gevolgen van deze teksten in uw leven en voor uw gezin regelmatig en gebedsvol te lezen en te overdenken.

‘Wij hoeven niet verrast te zijn door de moeiten die Satan doet om het werk in de tempel te dwarsbomen of in diskrediet te brengen. De duivel veracht de reinheid in en de kracht van het huis van de Heer. En de bescherming die wij allemaal kunnen genieten in en door de tempelverordeningen en -verbonden, vormt een groot struikelblok voor de kwade bedoelingen van Lucifer.’ (‘Op eervolle wijze een naam en status behouden’, Liahona, mei 2009, 99–100.)

  • Hoe heb je als gevolg van tempelaanbidding meer geestelijke kracht gevoeld?

Laat de cursisten bedenken hoe ze meer zegeningen kunnen ontvangen die beloofd zijn aan wie getrouw naar de tempel gaan. Herinner de cursisten eraan dat als ze over de Schriften en de woorden van de profeten nadenken, hun hart en geest meer open voor inspiratie van de Geest zullen staan.

Leer en Verbonden 110

Jezus Christus, Mozes, Elia en Elias verschenen in de Kirtlandtempel

Leg uit dat God de offers van de heiligen voor de bouw van de Kirtlandtempel beloonde met een uitstorting van geestelijke manifestaties op de dagen rond de inwijding. Als u voldoende tijd hebt, kunt u even enkele van de verhalen vertellen uit hoofdstuk 13 (‘Een heerlijke tijd in Kirtland, 1834–1836’ van De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave (Lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003), vooral in het deel getiteld ‘A Pentecostal Season’ (pp. 164–167). Vertel de cursisten dat misschien wel de belangrijkste van die gebeurtenissen op 3 april 1836 plaatsvond, een week na de inwijding van de tempel.

Laat een cursist de inleiding van Leer en Verbonden 110 voorlezen en vraag de anderen mee te lezen. Stel dan de volgende vraag:

  • Aan wie werd dit visioen gegeven? Wat waren Joseph Smith en Oliver Cowdery aan het doen voordat ze het visioen zagen?

Leg uit dat de eerste tien verzen van Leer en Verbonden 110 een heerlijk visioen van de Heiland aan Joseph Smith en Oliver Cowdery bevatten. De Heiland verscheen om hun te vertellen dat Hij de Kirtlandtempel aanvaard had. Laat de cursisten deze verzen in stilte doornemen en letten op belangrijke waarheden over de Heiland en de tempel. Stel na voldoende tijd de volgende vragen:

  • Wat vind je in deze verzen belangrijk? Waarom?

  • Volgens vers 6 verklaarde de Heiland: ‘Laat het hart van mijn gehele volk […] zich verheugen.’ Waarom hadden de heiligen toen reden om zich te verheugen?

Leg uit dat na het visioen van de Heiland nog een aantal visioenen volgden. In die visioenen verschenen Mozes, Elias en Elia een voor een aan Joseph Smith en Oliver Cowdery.

Zet het volgende op het bord:

Mozes: Leer en Verbonden 110:11.

Elias: Leer en Verbonden 110:12.

Elia: Leer en Verbonden 110:13–15.

Deel de klas op in drie groepjes. Wijs elke groep een van de namen op het bord toe. Laat de cursisten de bijbehorende tekst lezen om meer te weten te komen over de specifieke priesterschapssleutels die hersteld werden. Vraag de cursisten na verloop van tijd naar hun bevindingen.

De volgende verklaringen kunnen de cursisten meer begrip geven van wat ze gelezen hebben. Laat een cursist telkens een citaat voorlezen nadat u de bijbehorende Schrifttekst gelezen hebt:

Mozes: De sleutels van de vergadering van Israël omvatten het gezag om het evangelie tot de vier delen der aarde te prediken. ‘Het is terecht dat Mozes de sleutels van de vergadering van Israël aan de herstelde kerk overdroeg, aangezien hij de eerste keer de kinderen Gods naar hun erfland heeft geleid.’ (Russell M. Nelson, ‘De vergadering van het verstrooide Israël’, Liahona, november 2006, 82, voetnoot 28.)

Elias: ‘Een man die Elias heette, leefde kennelijk in de tijd van Abraham en droeg de bedeling van het evangelie van Abraham over aan Joseph Smith en Oliver Cowdery in de Kirtlandtempel op 3 april 1836.’ (Bible Dictionary, ‘Elias’.) ‘Elias [herstelde] “het evangelie van Abraham”, het grote Abrahamitische verbond waardoor de getrouwen de belofte van een eeuwig nakomelingschap ontvangen, beloften dat dankzij het celestiale huwelijk hun eeuwig nakomelingschap zo talrijk als het zand aan de kust of de sterren in de hemel zal zijn.’ (Bruce R. McConkie, ‘The Keys of the Kingdom’, Ensign, mei 1983, 22.)

Elia: ‘Deze verzegelmacht, die op Elia bevestigd was, is de macht waarmee de vrouw aan de man, en kinderen aan hun ouders, voor tijd en alle eeuwigheid verzegeld worden. Het is de bindende macht die in elke evangelieverordening schuilt. […] Dankzij deze macht zijn alle heilsverordeningen gebonden, of verzegeld, en het was Elia’s zending om die te herstellen.’ (Joseph Fielding Smith, Elijah the Prophet and His Mission [1957], 5.)

Lees Leer en Verbonden 110:16 voor en laat de cursisten meelezen. Vraag de cursisten wat hier aan Joseph Smith en Oliver Cowdery overgedragen wordt (‘de sleutels van deze bedeling’). Stel dan de volgende vraag:

  • Wat weten we volgens vers 16 omdat deze sleutels hersteld zijn? (De wederkomst is nabij.)

  • Waarom moesten volgens vers 16 de sleutels die door Mozes, Elias en Elia hersteld werden, vóór de ‘grote en geduchte dag des Heren’ hersteld worden?

  • Hoe ben je door de herstelling van die priesterschapssleutels gezegend? (Vat na hun antwoorden het belang van de herstelling van die sleutels samen door dit beginsel te vermelden: Met de sleutels van zendingswerk, eeuwige gezinnen en tempelwerk kunnen we onszelf en de wereld beter op de wederkomst van Jezus Christus voorbereiden.)

Toon het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat een cursist het voorlezen:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Het priesterschap van God, met zijn sleutels, zijn verordeningen, zijn goddelijke oorsprong en bevoegdheid om in de hemel te binden wat op de aarde is gebonden, [is] net zo onmisbaar als het uniek is voor de ware kerk van God, en er [zou] geen Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn zonder priesterschap.’ (‘Ons allerbelangrijkste kenmerk’, Liahona, mei 2005, 43–45.)

Vertel hoe de herstelde priesterschapssleutels u tot zegen zijn. Getuig dat de priesterschapssleutels een belangrijk kenmerk van de kerk zijn; ze onderscheiden De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen van elke andere kerk op aarde.

Leesstof voor de cursisten

Afdrukken