Bibliotheek
Les 21: De profetische zending van Joseph Smith


Les 21

De profetische zending van Joseph Smith

Inleiding

Na de martelaarsdood van Joseph Smith loofde ouderling John Taylor, die bij de profeet was toen hij werd vermoord, (misschien samen met een of meer heiligen) de profeet als volgt: ‘Joseph Smith, de profeet en ziener des Heren, heeft, Jezus alleen uitgezonderd, meer gedaan voor het heil van de mensen in deze wereld dan enig ander mens die hier ooit heeft geleefd’ (LV 135:3). Dankzij deze les gaan de cursisten beseffen dat de bediening van de profeet aloude profetieën vervulde. Deze les behandelt ook de bijdragen van Joseph Smith aan het heil van Gods kinderen.

Achtergrondinformatie

  • Neil L. Andersen, ‘Joseph Smith’, Liahona, november 2014, 28–31

  • Tad R. Callister, ‘Joseph Smith — profeet van de herstelling’, Liahona, november 2009, 35–37.

  • ‘D&C 135:3. Joseph Smith Has Done More for the Salvation of Men Than Anyone Other Than Jesus’, Leer en Verbonden Student Manual (Lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2001), 349–350.

Lessuggesties

2 Nephi 3:1–21

De voorgeordende zending van Joseph Smith

Laat de cursisten vertellen wat er bij hen opkomt als ze aan de profeet Joseph Smith denken. Vraag een paar cursisten iets te vertellen over een moment waarop ze dankbaar voor de profeet Joseph Smith waren.

Vertel de cursisten dat de profeet Nephi raad opschreef die Lehi aan zijn zoon Jozef gegeven had. Die raad staat in 2 Nephi 3 en bevat een profetie van Jozef uit Egypte over het gezin van Lehi en de laatste dagen. Lehi ontdekte die profetieën waarschijnlijk door de koperen platen te lezen. In 2 Nephi 3 lezen we dat Jozef uit Egypte de zending van Joseph Smith in de laatste dagen voorspelde. Vraag een cursist 2 Nephi 3:6–9 voor te lezen. Vraag de klas mee te lezen en te letten op hoe Jozef uit Egypte Joseph Smith beschreef.

  • Welke woorden of zinsneden gebruikte Jozef uit Egypte om Joseph Smith te beschrijven? (Mogelijke antwoorden: uitgelezen ziener, hoog geacht, groot in Gods ogen, groot zoals Mozes. (U kunt de cursisten in overweging geven om die zinsneden in hun Schriften te markeren. In de marge naast de verzen 6–9 kunnen ze Joseph Smith schrijven.)

  • Op welke manier was Joseph Smith zoals Mozes en Jozef uit Egypte? (Zie ook Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 50:24–35 [in de Gids bij de Schriften].)

  • Wat voorspelde Jozef uit Egypte volgens de verzen 7–8 over de bediening van Joseph Smith? (Zie erop toe dat de cursisten de volgende waarheid begrijpen: de Heer zou Joseph Smith doen opstaan om het volk met zijn verbonden bekend te maken en zijn werk te doen.)

Vraag de cursisten in tweetallen te werken en 2 Nephi 3:7, 11–15, 18–21 te bestuderen. Vraag elk tweetal een lijst te maken van wat Joseph Smith volgens de Schriften zou doen om het werk van de Heer te verrichten. U kunt de cursisten voorstellen om die lijst samen te stellen door belangrijke zinsneden in die verzen te markeren. Vraag enkele tweetallen na verloop van tijd naar hun bevindingen. (Mogelijke antwoorden: mensen met verbonden bekendmaken [vers 7]; het Boek van Mormon tevoorschijn brengen [verzen 13, 18–21]; mensen overtuigen van de waarheid van de Bijbel [vers 11]; sterk worden gemaakt [vers 13]; het volk tot redding voeren [vers 15].)

Toon het volgende citaat van president Brigham Young (1801–1877) en vraag een cursist het voor te lezen:

President Brigham Young

‘In de raadsvergaderingen der eeuwigheid, lang voordat de grondslag van de aarde was gelegd, was bepaald dat hij, Joseph Smith, de man moest zijn die in de laatste bedeling van deze wereld het woord van God aan de mensen zou openbaren. […] De Heer had zijn ogen op hem gericht, en op zijn vader, en op zijn vaders vader, en op hun voorvaders helemaal terug […] tot Adam. Hij sloeg die familie gade en het bloed dat vanaf de bron gestroomd heeft tot aan de geboorte van die man. Hij was in de eeuwigheid geordend in het voorsterfelijke bestaan om deze laatste bedeling te presideren.’ (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 343.)

Bespreek het volgende om de cursisten de waarheid en het belang van Joseph Smiths voorgeordende zending te laten beseffen:

  • Waarom is het belangrijk te weten dat Joseph Smith in het voorsterfelijk bestaan voorgeordend en voorbereid was om de profeet van de herstelling te zijn?

Leer en Verbonden 135:3

Joseph Smith heeft ‘Jezus alleen uitgezonderd, meer gedaan voor het heil van de mensen’

Vraag de cursisten wat ze over Joseph Smith zouden zeggen of van hem zouden getuigen als ze dat in enkele zinnen moesten doen. Leg uit dat men na de dood van Joseph Smith een eerbetoon schreef dat later in de Leer en Verbonden opgenomen werd. Laat een cursist de eerste zin van Leer en Verbonden 135:3 voorlezen. Vraag:

  • Welke waarheid over Joseph Smith wordt in deze zin geuit? (De cursisten kunnen veel waarheden noemen, waaronder: Joseph Smith heeft, Jezus Christus alleen uitgezonderd, meer gedaan voor het heil van de mensen in deze wereld dan enig ander mens.

Splits de klas op in groepjes om het werk en de bijdragen van de profeet Joseph Smith door te nemen. Laat ze de Leer en Verbonden doorbladeren en nadenken over de lessen die ze tot nu toe gehad hebben. Laat ze een lijst met zegeningen en leerstellingen maken die door de profeet Joseph Smith hersteld zijn en aan ons heil bijdragen. Geef ze voldoende tijd en vraag ze vervolgens om één punt op hun lijst klassikaal te bespreken en te vertellen hoe dat hun leven beïnvloedt en hen tot heil voert.

Toon als samenvatting van de antwoorden van de cursisten dit citaat van ouderling Tad R. Callister, voormalig lid van het Presidium der Zeventig. Laat een cursist het voorlezen terwijl de anderen meelezen:

Ouderling Tad R. Callister

‘Door toedoen van Joseph Smith zijn alle machten, sleutels, leringen en verordeningen hersteld, die noodzakelijk zijn voor het heil en de verhoging van de mens. U zult die nergens anders in de wereld vinden. Ze worden in geen enkele andere kerk gevonden. Noch worden ze gevonden in de filosofie, de wetenschap of een bedevaart, hoe intellectualistisch die ook mogen lijken. Het eeuwig heil wordt slechts op één plek gevonden, die door de Heer zelf is aangegeven, toen Hij zei: “De enige ware en levende kerk op de ganse aardbodem” (LV 1:30).’ (‘Joseph Smith — Profeet van de herstelling’, Liahona, november 2009, 37.)

Laat de cursisten even bedenken hoe de bediening van Joseph Smith tot hun heil bijgedragen heeft en vraag vervolgens:

  • Op welke manier zou je leven anders zijn zonder de bediening van de profeet Joseph Smith?

Leer en Verbonden 122:1–2; Geschiedenis van Joseph Smith 1:33

Josephs naam zou ‘onder alle natiën […] zowel ten goede als ten kwade bekend […] zijn’

Vertel de cursisten dat ondanks al het goede dat Joseph Smith bereikte, hij veel lasteraars had, vooral aan het eind van zijn leven. Dat aspect van zijn leven was ook door aloude profeten voorspeld (zie bijvoorbeeld 3 Nephi 21:10). Nodig een cursist uit om voor te lezen wat Moroni tegen Joseph Smith in Geschiedenis van Joseph Smith 1:33 over zijn tegenstanders zei. Laat een cursist Leer en Verbonden 122:1-2 voorlezen. Help de cursisten om een waarheid uit deze verzen te formuleren door te vragen:

  • Hoe zou je samenvatten wat we uit deze twee Schriftteksten leren over hoe de mensen op Joseph Smith zouden reageren? (Zorg ervoor dat de cursisten deze waarheid begrijpen: hoewel velen Joseph Smith zouden bespotten, zouden de rechtvaardigen naar de zegeningen streven die dankzij zijn bediening beschikbaar werden.

  • Waarom denk je dat de profeet Joseph Smith zoveel critici en vijanden heeft, ook al is hij lang geleden gestorven? (Een getuigenis van de herstelling hangt af van het feit dat Joseph Smith een profeet van God was die zijn werk deed. Daarom blijft Satan proberen om Joseph Smith in opspraak te brengen.)

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Ouderling Neil L. Andersen

‘Velen die de herstelling verwerpen, geloven eenvoudigweg niet dat hemelse personen tot aardse mensen spreken. Ze beweren dat het onmogelijk is dat een engel gouden platen tevoorschijn kan brengen en dat ze door de macht van God vertaald werden. Door dergelijk ongeloof verwerpen ze snel het getuigenis van Joseph en sommigen verlagen zich helaas tot het zwartmaken van de profeet.

‘Het is vooral droevig als iemand die ooit naar Joseph opkeek zijn overtuiging de rug toekeert en de profeet vervolgens belastert.

‘Ouderling Neal A. Maxwell heeft ooit gezegd: “De kerk bestuderen […] door de ogen van afvalligen [is als] Judas interviewen om een beter beeld van Jezus te krijgen. Afvalligen vertellen ons altijd meer over zichzelf dan over hetgeen ze achter zich gelaten hebben.’ (‘All Hell Is Moved’ [devotional aan de Brigham Young University, 8 november 1977], 3, speeches.byu.edu) . […]

‘Het negatieve commentaar over de profeet Joseph Smith zal in aanloop naar de wederkomst van de Heiland alleen maar toenemen. De halve waarheden en subtiele misleidingen zullen niet afnemen. Uw familieleden en vrienden zullen uw hulp nodig hebben. U dient [zich nu voor te bereiden] om anderen die de waarheid zoeken te helpen.’ (‘Joseph Smith’, Liahona, november 2014, 28–30.)

Bespreek de volgende vragen:

  • Waarom is het nuttig om te weten dat de vijanden van de kerk Joseph Smiths reputatie blijven aanvallen, hoewel hij lang geleden overleden is?

  • Wat kunnen we doen om diegenen te helpen die willen weten of Joseph Smith een profeet van God is?

Toon het volgende citaat van ouderling Neil L. Andersen en vraag een cursist het voor te lezen:

Ouderling Neil L. Andersen

‘Een oprechte onderzoeker dient de verspreiding van het herstelde evangelie te zien als vrucht van het werk dat de Heer door toedoen van zijn profeet voortgebracht heeft. […]

‘Jezus heeft gezegd:

‘“Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen. […]

‘“Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen” [Mattheüs 7:18, 20].

‘Deze verklaringen zijn overtuigend, maar de oprechte onderzoeker hoort er geen genoegen mee te nemen in zijn zoektocht naar waarheid.

‘Elke gelovige heeft een geestelijke bevestiging van de goddelijke zending en persoonlijkheid van de profeet Joseph Smith nodig. Dat geldt voor elke generatie. Geestelijke vragen verdienen een geestelijk antwoord van God.’ (‘Joseph Smith’, Liahona, november 2014, 29–30.)

Geef de cursisten de gelegenheid om te getuigen van de profeet Joseph Smith door ze de volgende vragen voor te leggen:

  • Welke aspecten van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zie je als bewijs van Joseph Smiths profetische zending?

  • Wanneer heb je iets meegemaakt dat je getuigenis van de profeet Joseph Smith heeft versterkt?

Toon tot slot de volgende uitspraken van Bathsheba W. Smith (1822–1910), de vierde algemeen ZHV-presidente, en president Brigham Young (1801–1877). Zowel zuster Smith als president Young kenden Joseph Smith persoonlijk. Laat een cursist deze uitspraken voorlezen:

Bathsheba W. Smith

‘Toen ik het evangelie hoorde, wist ik dat het waar was; toen ik het Boek van Mormon voor de eerste keer las, wist ik dat het van God kwam; toen ik Joseph Smith voor het eerst zag, wist ik dat ik oog in oog stond met een profeet van de levende God, en ik heb geen moment aan zijn gezag getwijfeld.’ (Bathsheba W. Smith, geciteerd in Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging [2011], 38.)

President Brigham Young

‘Iedere keer als ik bedenk dat ik Joseph Smith heb gekend, wil ik halleluja roepen. Hij is de profeet die door de Heer werd voorbereid en geordend en aan wie Hij de sleutels en macht heeft gegeven om het koninkrijk van God op aarde op te bouwen.’ (geciteerd in Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007],531).

Laat de cursisten over hun getuigenis van de profeet Joseph Smith nadenken en bedenken hoe ze anderen erover kunnen vertellen, in persoon of via sociale media. Moedig ze aan om iemand uit te kiezen tot wie ze willen getuigen en dat dan ook te doen.

Leesstof voor de cursisten